Toen we van de week een gezamenlijk rondje rennen afspraken, zag ik het helemaal voor me.
'Laten we naar de Kralingse Plas gaan. Doen we daarna op het terras een lekker bakkie. Zijn we er even helemaal uit'.
Tot de buienradar zaterdag aangaf dat het de volgende dag bijna continu zou gaan regenen. Dan hebben we op een terras dus niets te zoeken.
We spraken af dicht bij haar huis te blijven.
We zouden het van ons beider vorm van de dag laten afhangen hoelang we zouden lopen.
Zo gezegd zo gedaan.
Qua temperatuur was het heerlijk loopweer. Qua luchtvochtigheid was het drama.
Na een kilometer of acht waren we doorweekt. Regenjas en broek lekten volledig door.
Maar ja. We liepen wel lekker. En waren ook nog niet helemaal bijgepraat.
Bij elke splitsing hielden we kort overleg.
"Wat doen we? Terug naar huis of pakken we nog een lusje?"
Steeds kozen we voor het ommetje.
Uiteindelijk stonden er zomaar zeventien kilometers op de teller. Het was (bijna) vanzelf gegaan. Zéker geen uitputtingsslag.
Spinnend van tevredenheid en heel voldaan maakten we een kiekje.
Ook de smartphone had de regen getrotseerd en deed het nog gewoon.
De ultieme beloning was de fijne warme douche.
En de verwennerijen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten