In de bovenbouw van de middelbare school naaide ik zelf mijn kleding. Nou, niet alles hoor. Ik was lerende en autodidact, dus ik kon ook een heleboel niet. Ik denk dat ik bijvoorbeeld nooit knoopsgaten heb gemaakt en volgens mij sloeg ik de ritsen ook over.
Mijn vriendin deed met me mee en zij was net wat handiger dan ik. Daar leerde ik dan weer van. Ook had zij een tante met een naaimachine die wij mochten gebruiken. Dus fietsten wij regelmatig met onze tasjes en lapjes naar tantes huis.
Wat me vooral is bijgebleven zijn de broeken die ik maakte. Brede rib was toen in, in hele lichte pastelkleuren.
Met elastiek in de taille, want ja, geen rits-vaardigheden hè? De stof kochten we op de woensdagmarkt. Een colbertje maakte ik ook. Met ingenaaide flinke schoudervullingen.
Bij het verlaten van de middelbare school, werd het contact met mijn vriendin anders. Het hele naai-gebeuren raakte naar de achtergrond. Toen ik voor het eerst op mezelf ging wonen - op mijn 22e - kreeg ik mijn eerste naaimachine. Ik deed diverse pogingen om iets te fabriceren, maar ik had er geen mazzel mee. Altijd problemen met de draadspanning en veel te weinig geduld. Dat brak me op. Langzaam verdween deze hobby helemaal uit het zicht en de machine uit huis.
Het afgelopen jaar bekroop me regelmatig de gedachte dat het misschien leuk zou zijn als ik weer een naaimachine zou hebben. Niet direct om kleding te maken, maar accessoires, kraamcadeautjes en dingen met papier. Ik had namelijk een aantal keer hele mooi post gekregen waar ook bij genaaid was en dat was helemaal mijn stijl.
Ik kocht er geen, omdat ik me ervan bewust was dat ik niet veel tijd en energie over had en iets kopen om in de kast te laten staan is niet mijn stijl.
Toen kwam mijn eerste ziekenhuisopname en bij thuiskomst dacht ik: krijg de hik, ik vind dit leuk, ik ga dit gewoon doen en kóóp gewoon een machine voor mezelf. Twee dagen dook ik op internet, want nee, impulsief ben ik nou eenmaal niet. Eerst gedegen onderzoek, dan een keus maken en snel bestellen voor ik me weer bedenk.
Daarna veel lezen op internet en You Tube filmpjes kijken. En op die manier basisspullen verzamelen en aanschaffen die 'nodig' zijn. Zoals krijtjes, klemmetjes, machinenaalden, spoeltjes, garen en een goede stoffenschaar.
Ook nam ik kleine stukjes rest stof over voor een prikkie. Mooi oefenmateriaal en stof voor kleine projectjes om mee te leren en te oefenen.
Op zolder zocht ik mijn naaibox. Zo'n degelijke, van Curver. Zeker dertig jaar oud, maar door het weinig intensieve gebruik, nog zo goed als nieuw er uit ziend. Binnenin een bende, want ik had er altijd maar van alles in bewaard en in gegooid. Nu maakte ik er korte metten mee. Alle zooi er uit, uitzoeken wat nog bruikbaar was en herschikken.
Toen was het tijd om voor het eerst de machine uit te proberen. Eerst met proeflapjes. Toen met een eerste klein projectje. En wat maak je dan?
Túúrlijk, een speldenkussen!
Nu op naar het echte werk.