zaterdag 29 maart 2014

De City Pier City Halve Marathon

zondag 9 maart


Al de hele week ben ik druk in de weer met muesli, yoghurt, appeltjes, poffertjes, volkoren pasta, water en thee. Dat je niet denkt dat ik het niet serieus neem, dat hele loop-gedoe.

Gisteravond uit eten, zónder wijn, koffie likeur en pasta, maar dan wel weer mét friet en zónder afzakkertje na het theater. Want, vroeg naar bed. Dat zeg ik. Ik ben bloedserieus.

Vandaag bijtijds opgestaan's. Ochtends werk ik met frisse tegenzin een pannenkoek weg. Ik ben er inmiddels achter dat dit aan het eind van de dag een delicatesse is, maar aan het begin ervan een worsteling.



Voor deze race knijp ik hem serieus. In de loop van de week wordt de weersverwachting voor deze dag steeds beter. Veel zon, veel wind, veel warmte. De omstandigheden beginnen bar te worden en dat ben ik nog helemaal niet gewend en dan ook nog op zo'n afstand. Maar ik geef mezelf een schop onder mijn achterste. Niet aanstellen Sjaan. Van een beetje warmte ga je heus niet dood.

Ik scrol nog even door de twitter berichten en wens hier en daar succes. Ik twijfel eindelijk niet meer over mijn kledingkeuze. Korte broek en blote armen. Maar mét compressiekousen eronder. Het ziet er niet uit, maar helpt me wel, dus ik zet me over die gêne heen. Niet miepen en niet te warm kleden, want dan blaas ik mezelf op.



Tas pakken en een laatste levensteken de wereld in slingeren.



Op naar Maasland.



Daar wacht Edwien me op en sommeert me onmiddellijk een ander shirt aan te doen. Huh? Hoezo? Ik ben toch niet van Thof? Ze maakt me duidelijk dat het voor haar familie en Ien, die niet meeloopt, maar wél komt kijken, veel herkenbaarder is als we alle drie in het rood zijn. Ik kan je zeggen, tegen Edwien kun je beter geen 'nee' zeggen, dus binnen twee minuten had ik me in het shirt maat S gewurmd. De S van So hé, Seeker Smal.

De plek van Ien wordt ingenomen door René die haar startbewijs gewonnen heeft. Die wel weer eens zin in een wedstrijdje heeft en die een PR van rond de 1 uur 45 minuten heeft staan. Die zegt dat hij bij ons blijft lopen, ook al lopen wij totaal niet zijn tempo. Easy going. Held.

Met de auto rijden we naar een P&R in Rijswijk en vandaar nemen we de tram naar Den Haag Centraal. Kan ik iedereen aanraden als je eens een dagje wilt stadten. Voor 2 Euro parkeer je onbeperkt je auto en mag je met vier personen met de tram verder reizen.
Ken je het sprookje van het kleine meisje en de grote stad? Nou. Zoiets dus. Ik kijk mijn ogen uit onderweg.



Vanaf het station is het nog 10 minuten lopen richting het start- en finishgebied van deze 40e City Pier City loop. We volgen de mensenstroom. Hier lopen nu een aantal mensen rond, die ook echt al voor de 40e keer meedoen aan een afstand hier. Michel van Osch bijvoorbeeld. Geinig dat ik dat weet hè? Heb ik uit de jubileum bijlage van de krant. Daardoor weet ik nu ook dat De Rotterdammer Hop Tong op zijn 81e ook weer meeloopt. En dat er een drietal mensen is dat alle afstanden loopt vandaag; dus eerst de vijf kilometer, daarna de tien en afsluitend ook nog de éénentwintig. Bizar. En ik weet dat de oudste deelnemer aan de Halve Marathon vandaag 77 jaar is. Hij is net als ik en Kenneth Perez en Erben Wennemars, één van de 11.500 deelnemers aan deze afstand. 
Dat zijn er heul veul.



Dat wordt ook al snel duidelijk als we het Malieveld naderen. Wat een mensen, zeg. WAT EEN MENSEN.





Maar super strak georganiseerd. Voldoende omkleed ruimte, zorgvuldige tasseninname en geen rij voor de dixies.




Daar moeten we zijn. Startvak D.



Als haringen in een ton, sudderend in de zon die niet mals op ons inbrandt. Zouden we twee maanden later in het jaar zijn, is dat geen enkel probleem, maar nu is mijn lijf deze temperatuur nog helemaal niet gewend. Het is echt een schitterende dag. Dat belooft wat.



We zullen starten in de tweede startgolf. Uiteindelijk gaat ons startvak bewegen, worden we naar voren geleid en zijn we aan de beurt. We zijn op weg. Een tikkie nerveus toch wel. Want het blijft een enorme afstand, en al die mensen....en de hitte.....en een route die ik niet ken....


Maar het is waar wat ze zeggen over grote loopevenementen. Je wordt meegenomen in de sfeer. Langs het parcours staan erg veel mensen, die roepen en applaudisseren als we langslopen. Het eerste stuk gaan we lekker.



Dwars door de stad. Eerst door de Javastraat en rond het twee kilometerpunt passeren we het Vredespaleis. De mensen langs de kant zijn vrolijk. Ze zitten boven in raamkozijnen om een glimp van ons én de zon op te vangen.

Overal om ons heen word ik ingehaald. Ik heb geen last van verkeer, hier - ik BEN het verkeer. Terwijl ik in mijn eigen lijn en tempo loop, een voor mij respectabele 6 minuut 20 per kilometer, word ik links en rechts gepasseerd door alles en iedereen. Ze hebben allemaal last van haast. Ik probeer er niet op te letten. Laat ze maar gaan. Gewoon rustig blijven lopen, want aan het eind mensen inhalen is leuker dan in het begin. 

Over de Groot Hertoginnelaan lopen we vanaf kilometerpunt drie naar vier. Daar staan ook de ouders en tante van Edwien.
Via de Valkenboslaan richting Oude Haagweg vervolgen we onze weg. Er staat veel wind. Voor de toplopers vooraan zal dat een zware dobber zijn, maar voor ons is het een welkome opfrisser. De zon brandt op mijn petje.
Intussen doen we sightseeing Den Haag. Edwien weet namelijk op elke hoek wel een verhaal te vertellen, over personen en gebouwen.

Ik begin naar de drankpost te verlangen, maar die blijft lang weg. Pas na ruim 6,5 kilometer wordt aangegeven dat hij 200 meter verderop ligt. Ik blijf rechts lopen en neem dankbaar de beker water mét spons in ontvangst. Ik dwing mezelf alles op te drinken. Ik ga dat nodig hebben onderweg.



We vervolgen onze weg.
Mijn benen rennen in een gelijkmatig tempo onder me, terwijl ik geniet van de stad en de mensen. Pas na acht kilometer begint het stiller langs de kant te worden. Ik passeer hier zelfs wat mensen die al aan de wandel zijn. 

Inmiddels begin ik me steeds meer te ergeren aan het shirt. Doordat het wat kort is kruipt het steeds een beetje omhoog. Door vochtverlies gaat de drinkbelt een tikkie losser zitten.
Dat samen maakt, dat het shirt boven de belt uit kruipt en deze op de blote huid van mijn buik heen en weer beweegt. Dat schuurt en zit niet lekker. Al rennend frunnik ik het shirt er weer onder en trek de boel strak.
Dat gaat vijf minuten goed en dan begint het weer van voren af aan. Grrrrrommmmm.

Rond de 9,5 kilometer komen we al voorbij de tweede drankpost. Opnieuw slurp ik wandelend een hele beker water naar binnen. En verder gaan we weer. Nog steeds met zijn drieën bij elkaar.

Rond het twaalf kilometer punt zien we een vertrouwd gezicht. Het is Ineke. We zwaaien en laten haar weten dat het goed gaat. Zij op haar beurt, filmt onze doorkomst.



Door het gewurm met het shirt en de belt, komt het bandje waar mijn startnummer aan vast is gemaakt in de verdrukking. Eén van de veiligheidsspeldjes schiet los. Waar ik hem in eerste instantie red, schiet hij enkele kilometers verderop wéér los en verlies ik hem.
De wind rukt aan mijn startnummer dat nu dus nog maar aan één kantje vast hangt. Ik druk het tegen me aan en probeer al rennend het overgebleven speldje los te maken en mijn nummer opnieuw vast te spelden, maar nu in het midden. Als mijn nummer afwaait heb ik straks geen finishtijd EN DAT GAAT ME DUS NIET GEBEUREN.

I'm a survivor
I'm not gon' give up
I'm not gon' stop
I will work harder
I'm a survivor
I'm gonna make it
I will survive - keep on survivin'
 
Survivor - Beyonce (Destiny'sChild)


De verdeling over het parcours komt me wat vreemd over, maar hier is alweer de derde en laatste drankpost. Volgieten maar weer.

Op het gemakje lopen we door. Vooruit geduwd door alle mensen achter ons.

Als we er veertien kilometer op hebben zitten, lopen we de Westduinweg op. Het haven gebied. Eindelijk bekend terrein voor mij. Wie had dat gedacht, dat ik hier ooit nog eens voorbij zou rennen. Het publiek langs de weg neemt hier weer toe. 



We passeren een bordje 15 km. en draaien rechtsaf de Strandweg op. 
Hier staan De Zwiebels een vrolijk deuntje weg te spelen. Dat geeft moed.



Nu lopen we over de boulevard, langs het strand en de Noordzee. Het is loeidruk op het strand met wandelaars, honden en vliegers. Mensen klappen, juichen ons toe en houden ijsjes vast. Een tikkie jaloers ben ik wel.
Tot mijn verbazing gaat iedereen om me heen wandelen. Dat lijkt me én geen goed idee én niet nodig, dus ik stamp gewoon door. Tot ik me realiseer dat de weg hier omhoog loopt en dat blijkbaar voor de anderen niet goed meer te doen is. Maar bij mij gaat het nog wel.

Als we ruim 16 kilometer gehad hebben, lopen we weer weg van het strand, terug de stad in. Nog maar vijf denk ik. Nog maar vijf, met andere woorden, als ik dit tempo vast hou, is deze ellende over 35 minuten zeker over.
Want het gaat zeer doen. De bovenbenen en knieën. 

We passeren het Kurhaus en het Circustheater en draaien de lange lange Badhuisweg op. Hier maakt soepel rennen langzaam plaats voor harken. Het wordt zwaar en het is vooral intensief voor mijn hoofd. Ik bijt me vast hierin, met de felheid van een Jack Russel met een tennisbal. Als ik iets geleerd heb de afgelopen tijd is het wel dat ik niet moet opgeven wat ik echt wil, voor wat ik nu wil. Wat ik *nu* wil is misschien wel gewoon lekker in bed liggen. Maar wat ik echt wil, wat ik nodig heb, is bewijzen - aan niemand anders dan mezelf - dat ik sterk genoeg ben om te bereiken wat ik niet voor mogelijk hield. 

We nemen onze tijd, je stuklopen heeft geen zin. Een versnelling zit er ook zéker niet meer in. Toch halen we deze laatste kilometers alleen maar mensen in. Die hebben hun krachten blijkbaar toch iets minder goed verdeeld.
Het wordt duidelijk zichtbaar dat de warmte slachtoffers maakt vandaag. Mensen liggen aan de rand van het parcours, hangen over de hekken, een jonge vrouw ligt erachter in haar eigen braaksel. De EHBO heeft het druk.

We passeren Madurodam en ik hoor toeschouwers langs de kant roepen: 'Kom op Diana, je kan het! Je bent er bijna!' Wie is dat, vraag ik me nog even af. Maar mijn naam staat op mijn fladderende startnummer.

Duh.

Met de finish in zicht word ik nog moeier. Om me heen zijn inmiddels meer wandelaars dan hardlopers. In de verte doemen de hoge gebouwen op die in het finish gebied staan. Dáár moet ik heen. Daar wil ik zijn.
Op het laatste rechte eind trekken we toch nog een soort van sprintje en met onze armen hoog passeren we uiteindelijk de fotopost en de finishklok. Ik ben er. Ik ben er!



We omhelzen elkaar en ik zoek snel houvast bij een hek. Even rekken. En achterom kijken hoeveel mensen er nog na ons eindigen. Dat is wel eens anders geweest. Maar weet je, de winnaar is belangrijk, maar dit zijn ook allemaal helden. Veel blije gezichten, maar allemaal mensen die pijn hebben. 

Als we uiteindelijk onze weg vervolgen richting Malieveld krijgen we een drankje aangereikt en onze medaille omgehangen. Ik krijg er een dikke zoen bij. 


De euforie van deze persoonlijke overwinning voel ik nog niet. Ik voel alleen pijn.
Met moeite drink ik de herstelshake op, die ik later in de tram en auto alleen nog maar op zit te boeren.
Ik ben niet blij en niet trots. Alleen maar enorm verrot.






En voldaan. 
Deze combinatie -deze mix van uitputting en voldoening......echt, dat is met NIETS te vergelijken.









dinsdag 18 maart 2014

Hij moet een middelbare school kiezen

januari, februari, maart 2014

Nu Jongste, onze 11-jarige, in groep acht zit, nadert het moment dat hij een middelbare school moet kiezen.


In de praktijk betekende dat, dat wij samen met zijn juffie een selectie maakten van scholen waaruit hij mocht kiezen. Zijn toetsen op school verraadden veel mogelijkheden, zijn gedrag op school liep niet altijd parallel. We kwamen uit bij een voorkeur voor kleinere HAVO / VWO scholen, plus op aanraden van juffie ook een uitstapje naar het Gymnasium.


~ Informatieavond op Spieringshoek ~
Als ons gevraagd wordt hoe het met Jongste gaat, zeggen we 'Goed'. We proberen dan duidelijk te maken dat de meeste dingen in het leven tegenwoordig eigenlijk altijd wel goed gaan, omdat hij gezegend is met een gezonden dosis positivisme, snappertjes, levenslust en humor. En omdat hij gewoon een goeie jongen is. Met streken, dat wel.


~ Informatieavond op Het Vos ~ 

Er is één ding dat altijd problematisch is geweest: zijn gedrag in groepen. Maar het laatste jaar heeft hem getransformeerd tot een acceptabele leerling in groep acht.



~ Informatieavond op het Groen, bij Mickey ~

Nou, in die situatie zitten we nu. Wat ons betreft is de beslissing 'HAVO' al wel genomen.

Een jaar geleden leek een overgang naar welke school dan ook een hindernis van flinke proporties, nu twijfelen we alleen nog maar over de grootte van de school.


~ Op weg naar de eerste CITO-dag ~

We zijn er bijna van overtuigd dat hij op een grote middelbare school een gerede kans maakt letterlijk én figuurlijk de weg kwijt te raken. Daar kan hij zich wellicht onbespied verliezen in bezigheden die hem vast en zeker interessante ervaringen opleveren, maar geen voldoende op zijn rapport.



~ Open Dag bij Schravenlant, bij muziek ~

Dus dienen we gedrieën een school te kiezen waar op hem gelet wordt. Maar ook weer niet te veel, want die acht jaar heeft hij nu ruimschoots vol gemaakt. Nieuwe rondes, nieuwe kansen.



~ Met hulp van Marleen, bij Scheikunde ~ 

Maar hij mag dan veel geleerd hebben het laatste jaar, in elk opzicht, zelfdiscipline is bij lange na nog geen eigenschap die hij de zijne mag noemen. En om te zeggen dat hij de zaken echt op een rijtje heeft, zou te ver voeren. 

~ Bij Natuurkunde ~

"Wes, ga naar boven, poets je tanden en doe daarna je jas en je schoenen aan", zeggen we dagelijks.
Hij zal naar boven gaan, maar voor hetzelfde geld loopt hij zijn eigen kamer binnen en begint daar een kaarttruc te oefenen. Als hij wél de badkamer binnengaat, dan is het zeer de vraag of hij na het tandenpoetsen nog weet wat de andere twee dingen waren die hij moest doen.

~ Wat geleidt wel en geen stroom ~

Maar het kan ook zijn dat hij alle drie de opdrachten vergeet en in de badkamer een studie begint te maken van het nagelknippertje dat daar ligt.



~ Bepalen van Soortelijke Massa ~

Zo zal het zonder begeleiding ook op school gaan, vrezen wij. Hij zal figuurlijk aan de hand genomen moeten worden en steeds zal hem verteld moeten worden wat hij moet doen.
Dan pas zal hij ook echt zijn opdrachten uitvoeren. Goed en met plezier, dat dan weer wel.




Met dat gegeven moeten we dus rekening houden bij de schoolkeuze.


~ Open Dag bij Spieringshoek, met Linde ~

Hij had zijn zinnen gezet op Spieringshoek, de school waar veel bekenden van hem en zijn broer op zitten.

Een enorm grote en prestatie school, met 13 nieuwe eerste klassen. 
Gelukkig is hij bereid verder te kijken en bij nog vier scholen bezoeken we de informatie avonden.


~ Open Dag bij Het Groen, bij Scheikunde ~

Hij beoordeelt en selecteert op zijn manier. Wij op de onze. Wij letten op inhoudelijke dingen, hij voornamelijk op de vormgeving en de kortste roosters c.q. minste vakken.

Zo vallen er twee scholen af.

Na de CITO periode gaan we nog naar drie Open Dagen. Die zijn aan hem zéker besteed. Hij slurpt alles op, wil overal aan meedoen en we brengen er uren en uren door. Het is zéker goed voor zijn beeldvorming.
Als we bij zijn Spieringshoek naar buiten lopen, schudt hij zijn hoofd.
"Nee hoor, dit wordt hem niet. Ik voel me hier gewoon niet prettig". 



Zaterdag gaat hij zich in laten schrijven bij het Lyceum Schravenlant. Met een prima CITO score op zak en vol overtuiging dat dit zijn nieuwe school moet worden. 




zaterdag 15 maart 2014

Dàg

Elke dag kijk ik ernaar. Een foto van een leuke visdag in augustus vorig jaar. Hij staat op het bureaublad van de PC, dus dat kijken gaat vanzelf.
Vorige week zei Jongste nog: ik hoop zo dat we het van de zomer nog eens gaan doen. Met ome Cees en Hans. Aárdige meneer is dat hè, mam?


Een paar dagen later ging 's avonds de telefoon. Cees. Hij had erg verdrietig nieuws.
Het duurde niet zo lang voor Jongste door had dat hier serious business aan de hand was. Hij werd onrustig, ging drentelen en keek me steeds vanuit zijn ooghoeken onderzoekend aan.

Na een kwartiertje legde ik de telefoon neer. Hij durfde me bijna niet aan te kijken.
Wat, mam?

Ik moest hem vertellen dat Hans dood was.

Deze slimme, sociale, warme, reislustige, hartelijke, hardwerkende man was door een stevig arbeidsconflict en fysieke ongemakken zijn levenslust verloren. Somberheid, ongemak, onbegrip, eenzaamheid. 
Dat doet veel met een mens.

Ik heb met verbazing geluisterd naar het plan dat hij had bedacht en de wijze waarop hij langere tijd bezig is geweest met de voorbereiding en uitvoering daarvan. Weldoordacht, weloverwogen.
Eigenlijk gewoon tot in de puntjes verzorgd.

Dit vertelde ik Jongste allemaal niet.
Hij stond daar maar. Zijn lip trilde, hij werd rood en zijn ogen vulden zich met tranen terwijl hij zijn uiterste best deed zich groot te houden.

We waren het er over eens dat dit heel erg was, maar hij begreep me toen ik uitlegde dat Hans erg ongelukkig was en zelf niets liever wilde dan niet meer verder hoeven leven.
"Maar weet je Wes", zei ik hem "ik vind het zo ontzettend verdrietig voor Cees. Hij is nu zijn allerbeste vriend kwijt."

"Maar man, dan kan ík toch Cees beste vriend zijn?"

Ik knuffelde hem plat.

Dàg Hans.



donderdag 6 maart 2014

Plaatjes van Februari

Toegegeven. Ik hou van het stille van de winter, de vorst, de kou, de sneeuw, het knusse gezellige vroeg donker. Ja echt.....
Tot twee welen geleden had ik nog hoop hoor, op wat vrieskou en misschien nog een beetje sneeuw. Een beetje maar, gewoon voor het gevoel. Maar er kwam alleen maar nattigheid uit de lucht, en het bleef saai buiten.
Nu weet ik het zeker. De winter is er klaar mee, met winteren, het wordt em gewoon niet meer.
Het is immers losgebarsten, het lentegeweld. Je hoort het om je heen, de vogels, al die geluiden, overal het jonge groen. Het is gewoon genieten.

Het was dus even wennen, maar nu ben ik ook helemaal blij.


Oudste in de stoel bij de tandarts. Ik in de wachtkamer, tot ik hem met 'de taxi' terug naar huis kan brengen.



Het is een aartsluiaard, die eerstgeborene van mij. Heel graag duikt hij na school zijn bed in, met de tv aan en zijn mobiel plús tablet, koekjes en limonade binnen handbereik. Gewoon, met kleren aan, onder de dekens.
Als ik ook boven ben roep ik hem altijd lachend toe: "Hé, slaap je al?" Hij kan er nog steeds om lachen.
Maar deze dag niet. Hij gaf geen reactie. Het zal toch niet.............ik sloop dichterbij en zag dit. In diepe diepe slaap was hij. Nu niet denken dat hij zo vermoeid is van school. Nee joh. Gewoon van chronisch te laat gaan slapen.



Fritsie heeft kennis gemaakt met de achter-buur-kat / poes. Gelukkig zat er glas tussen. Hij schrok zich wild, werd eerst boos en toen bang. Uiteindelijk werd hij rustig en hebben ze nog een half uurtje naar elkaar liggen kijken.



Af en toe doe ik met deze trainingsgroep, die zich voorbereid op de Westland Halve Marathon mee, met een duurloop op zaterdag. Het is toch echt gezelliger met in groep. In mijn eentje vind ik eigenlijk alles boven de 12 kilometer maar saai. 



Ons teamshirt voor de Maaslandloop.



Daar gaat ie. Een klein stukje rennen.
Hij wil zo graag. Maar die achillespees zit te klieren. Al heel lang. pijn. Een echo die een scheurtje liet zien. Rust. Nog meer rust. Maar nog steeds pijn.
De huisarts vindt het ook veel te lang duren. Geen geduld meer.
Hij heeft Evy afgestoft en gaat een lekker stukje rennen. Maar of het verstandig is?


Daar gaat ie. Eén van mijn andere mannen. Deze is op weg naar drie dagen CITO. Kauwgom en leesboek mee.
Spannend? Welnee. Hij weet wat hij kan en daar gaat altijd een leuke school bij passen.
Welke uitslag er straks ook komt, hij is sowieso goed. Want die past dan bij hem.




Deze dappere vriendin, die het afgelopen jaar veel te verstouwen heeft gehad, gunt zichzelf nadat ze ook nog haar werk kwijtraakte, een sabbatical. Dat ze ruim drie weken alleen een deel van de Camino gaat lopen, is stoer. Dat dit betekent dat ik de Westland Halve Marathon zónder haar moet gaan hollen, neem ik op de koop toe. 

Met zijn drieën deden we een oefenwandelrondje. Zij met een rugzak vol aardappelen en boeken, voor het gevoel. Wij met verhalen.

Valentijnsdag.





Frits houdt Jongste 's avonds goed in de gaten. Als hij gaat douchen is hij er als de kippen bij en miauwt hij net zolang tot hij hem ook in de douche laat en liefst nog de deur van de cabine open zet. Daarna zit hij in het midden van zijn kamer te wachten tot hij in bed gaat, zodat hij vlak bij hem en zijn boek kan gaan zitten. Als het licht uitgaat is hij pas ècht tevreden, want dan nestelt hij zich aan het voeteneind en kan hij - pffff eindelijk, gaan slapen.
Op een avond trof ik ze zo aan, vlak voor ik zelf onder mijn dekbed dook. Dubbel lief.



We deden een high tea in het dorp met vier basisschoolmoeders, ter ere van het vertrek van de eerste van de vier. Ik kreeg een heel leuk Midden Delfland cadeautje mee.



Wat een mooie dag om langs de lijn bij een voetbalwedstrijd te staan. Dat kan slechter.






Wat een consternatie om een foto zeg.
Ik heb hier net een pittig rondje 15 kilometer achter mijn kiezen en ben verr*t. Er stond veel wind in de polder, maar er was gelukkig ook volop zon. De laatste 3 kilometer had ik echt enorm zere p*ten.
Onderweg luisterde ik naar Radio Olympia en zo kon ik volgen dat "we" 1, 2, 3 en 4 werden bij het 1500 meter vrouwenschaatsen.
Ik dacht, ik zal een selfie maken waarop ik expres flink uit zit te blazen en moeilijk kijk. Want over het algemeen zijn mijn verslagjes toch nogal fladderig, vrolijk en optimistisch van aard. Het leek me goed om ook eens de andere kant te laten zien. Dat het dus niet allemaal vanzelf gaat.
Vinden mensen niet zo leuk, bleek.



De - laatste - Verjaardagendag op de basisschool. De juffen en meester hielden een slaapfeestje op het plein.



Weer eens iets anders uitgeprobeerd. Best goed te pruimen.



Vroeg voorjaar in de tuin.



Een vergadering ter voorbereiding op ons jaarlijkse Familie Weekend. Altijd gezellig, altijd lachen en altijd taart. In willekeurige volgorde. Maar wel van alles veel, graag.



Het komt weinig voor, maar deze maand zag ik me genoodzaakt om twee keer in het donker mijn rondje te rennen. Wim zegt dan: doe nou niet, ga gewoon morgen. Maar als het mijn plan in de war schopt, doe ik het dus gewoon wél. Het gaf me direct de kans om mijn nieuwe lichtje uit te proberen. Ik vind het een aanrader.



Zitten doe je op je rug. Toch?



We sloten de maand af met gebak.
Het was ook alweer een tijdje geleden, zijn laatste prijs. het was vakantie en dus kon hij weer eens meedoen met een prijsvraag bij Radio Schiedam. Wie de vlaggendrager bij de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen was? Ik wist het niet, vertelde hij eerlijk toen hij live op de radio te horen was. Maar mijn vader en moeder wisten dat het Bob de Jong was.
Zijn naam ging de hoge hoed in en aan het eind van de week werd er één naam weer uitgehaald en dat was dan de weekwinnaar. Guess who?
Zo won hij lekker gebak van de Sparta Bakker. En wij smikkelden hem op, want zelf heeft hij veel liever kwarktaart.