maandag 6 november 2017

Doornroosje


Game- en slaaptijd. Eeuwig terugkerende onderwerpen in Huize Schuurmans.

We hebben er afspraken over. Zó laat kom je uit The Mancave. Zó laat ben je in je slaapkamer om je voorbereidingen te treffen voor de nacht en morgen. Zó laat gaat het licht uit.

Uit alle macht probeert hij ze altijd te ontduiken. Of ze opnieuw ter discussie te stellen. Of ze te rekken.

Mijn geduld is op. Ik word inmiddels doodziek van die herhalingsgesprekken.

Zojuist. Hij hing beneden op de bank. Dat is uitzonderlijk, maar de toegang tot de mancave was hem dan ook ontzegd. Vanwege zo'n vervelende herhalingsdiscussie tijdens het avondeten, na-etterend als toetje. Dus ja, wat moet je dan anders doen? Hij hééft gewoon niets anders te doen. Vindt hij.

"Moet jij niet eens naar boven?"
"Ik moest toch 'gezellig' op de bank komen zitten?"
"Half elf het licht uit hè?"
"Huh? Hoezo?"
"Hoelang is dat al zo? Ik heb het geloof ik maar een keer of drie tegen je gezegd vanavond."
"Maar ik hoef pas om kwart voor elf naar school, voor die toets!"
"Nou en? Je kent onze afspraak toch?"
"Ik dacht dat je een grapje maakte."

Hij stampvoet richting de gang. Onderweg hoor ik hem mompelen:
"Maar dan kan ik elf uur lang slapen. Ik ben toch fucking Doornroosje niet!" 


Daarom hou ik nou zo van dat ventje. Zo vol humor, zo fucking gevat. 


zondag 5 november 2017

Bergse Plasloop

zondag 8 oktober 2017

Ik was dus op weg naar (hard)loop-herstel. Met mijn verstand erbij, dit keer. Dus rustig opbouwen en uitbouwen. Het plezier terugvinden en mijn grenzen opnieuw hervinden en verleggen. Stukje bij beetje. In mijn eigen tempo.


Tien kilometer was ineens weer een énorme afstand geworden. Zo eentje waar ik tegenop zag. Waarvan ik me niet meer voor kon stellen dat er een tijd geweest was, heus niet zo lang geleden, dat ik dat er gewoon even bij deed.




Toen ik in de zomer de werving voor dit loopje voorbij zag komen, leek begin oktober me haalbare kaart. Daarbij was het in de buurt, zouden er waarschijnlijk geen bekenden van me mee doen en was er voorgaande jaren een behoorlijk deelnemersveld aan de start verschenen. Is dat belangrijk dan? Ja, als je niet als allerallerlaatste over de eindstreep wilt komen is dat belangrijk.


Dus schreef ik me in voor deze persoonlijke testloop. Uiteindelijk werd het toch een duo-loop. Want ik kon mijn b*k natuurlijk niet houden. En zei ze: "Oh leuk, dan schrijf ik me ook in."

Maar als er iemand was die ik er wél bij kon hebben, dan was zij het wel. Mijn loopjes-maatje van het eerste uur. De diesel die al twee marathons onder haar schoenzolen heeft en een energie waar ik regelmatig jaloers op ben.

Daar stonden we dan. In Hillegersberg. Op de locatie waar we in de zomer van 2016 ook waren. *klik om te zien waarvoor we er toen waren.




Bij de inschrijftent haalden we onze startnummers.




Dàt was lang geleden zeg. Renen met een nummer op mijn buik. Over buik gesproken......... Sommige dingen veranderen nooit. Al-tijd moet ik tig keer naar het toilet voor de start. Om echt alle druppels te lozen, want geloof me. Met een gevulde blaas is het vervelend rennen.


Maar. Het was er nogal midden in de bebouwde kom en nogal druk ook met mensenvolk. Dus. Hoe ging ik dat netjes oplossen?


Er stond 1 boom en 1 bosje en ik liep er zo nonchalant mogelijk heen. Weet je, als je door je hurken gaat en je klein maakt, val je bijna niet op. Ik ben er inmiddels heul goed in geworden. Sorry Wim.


Via de andere kant teruglopend naar het startgebied, pieste ik bijna in mijn broek. Van het lachen. Want hier liepen we tegen een rij dixies aan. Oh. Dat had dus ook gekund. Nogmaals, sorry Wim.




Om de tijd te doden tot onze afstand van start ging, hielden we ons warm in de tent voor genodigden. Waren wij uitgenodigd dan? Nou nee, dat niet, maar dàt vroeg niemand ons toen we er binnen stapten. We zetten ons we-horen-erbij-gezicht op, hingen wat bij de sta-tafel en bleven netjes van de buffet-hapjes af.




Om kwart over drie sloten we aan in het startvak. Netjes achteraan, want hardlopers zijn doodlopers.



Wij rukken graag van achteruit op naar voren. Dat ging vandaag best aardig.

Maar eerst nog even een fris en fruitige voor-foto. We hadden tenslotte toch nog een kleine vier minuten over, na het startschot, tot we zelf in beweging kwamen om over de startmatten te renen.



Het was een mooie route, langs de Rotte en de Bergse Voorplas. 



Uit- én ingeluid door de Delftse blaaskapel Keep on Smiling. 

De eerste kilometers hadden we nog adem over voor gesprekken, maar dat hield op een moment op. We hielden ons tempo redelijk en hadden daar alle zuurstof in onze longen voor nodig. 



Maar hadden vooral het gevoel dat we 'lekker liepen'.  En dat was een hele opsteker na al het zwoegen en werken van de laatste tijd.


~ Stilstaand beeld vanaf het finish-filmpje ~

Uiteindelijk liepen we na 62 minuten onder het finishdoek door. Moe maar best voldaan.



Als beloning kregen we een heuse medaille omgehangen, Dàt was lang geleden zeg. Lange tijd zag ik de meerwaarde niet meer van zo'n metalen schijfje. Ik bekeek de - bescheiden - opgebouwde verzameling ook nooit. Toch voelde dit als een bekroning en afsluiting van een lastige loopperiode. 



Nu was het tijd voor de na-foto. Zoek de verschillen.



Bij deze hypermoderne truck verschenen direct alle eindtijden op digitale borden. Maar dat wekte niet bepaald onze interesse. Wij hadden liever gezien dat ze er bittervallen uit serveerden.



Maar omdat je niet alles kunt hebben, huppelden we als twee blije meisjes terug richting auto.




Als 163e gefinisht van de 245 dames in totaal. Dat zei ik toch. Hadden we er mooi een zooitje ingehaald.

zaterdag 4 november 2017

Hij kent me

We hadden een hilarisch momentje. Jongste en ik. Hij bleek een probleem te hebben, dat ik voor hem kon oplossen.

Zodra ik hem uit de brand had geholpen, bedacht ik dat zijn monoloog waarmee hij mij tot actie over had gehaald, het bewaren waard was. 

Dus opende ik direct mijn whatsapp om een screenshot te gaan maken.

Maar. Hij kent me. Goed. Héél goed zelfs.

Hij is ook snel. Dit keer nèt een tikkie sneller dan ik. Want voor ik de kans kreeg op het juiste knopje te drukken, verdween de één na andere zin van mijn scherm.


Dit bleef over.

Hij kent me zó goed.