Zondagmorgen, negen uur. Ze rijden voor en binden mijn fiets achterop de auto.
Binnen een half uur staan we samen met onze fietsen voor de HES in Rotterdam.
Het is prachtig helder en zonnig weer. Rotterdam ligt aan onze voeten. En zij SMSt dat ze er klaar voor is.
Via de Maasboulevard fietsen we richting Willemsbrug en vandaar naar Zuid.
Het is gezellig op straat. De lucht zindert van de Marathon-spanning.
Het is enkele minuten na tien uur. Als zij aan de Laan op Zuid een plaspauze houdt, zwelt het geluid achter me aan. Ik weet: de koplopers komen er aan.
Zoeffff! Voorbij zijn ze.
Wij fietsen nog even verder, tot nabij het vier kilometer punt. De vier startgolven rennen één voor één aan ons voorbij. Een prachtig gekleurd lint deinende hoofden. Iedereen fris en fruitig, met een frisse blik de wereld inkijkend.
In de derde golf komt Aloha Etienne ons voorbij. Die hebben we eerder gezien bij andere loopjes. Hij wandelt op zijn gemak en maakt een selfie, met de opkomende vierde golf achter hem. Dan ziet hij ons en vraagt of wij ook een foto willen maken. Uiteraard willen we dat. "Zie ik jullie later nog?", roept hij als hij zijn weg vervolgd.
Inmiddels heb ik op zijn naam gegoocheld en ontdekt dat hij er niet zomaar zo bij loopt. Hij is aangesloten bij de Aloha Danny club, met vijfenveertig andere lopers. Zij lopen elke wedstrijd in deze outfit. Oók tijdens de Bruggenloop die in december gelopen wordt. Brrr.
Kijk, daar hebben we Ieniemienie.
En daar komt degene die ons trio compleet maakt. Ze gaat snel hè, en met zovelen op een kluitje. Meer dan haar linkerarm krijg ik niet op de foto.
Later horen we dat zij wél ons aanmoedigingsbord heeft kunnen lezen.
Omdat hij aan de andere kant van het viaduct staat, krijgt hij haar wél in beeld. Ook al is dat ook maar voor een heel klein stukje gelukt.
Met onze andere bordjes wachten we tot ook de allerlaatste loper voorbij is. Ze vallen in de smaak. Lopers verrekken hun nek om te lezen wat er op staat. Als ze het gelezen hebben, moeten ze lachen en steken ze hun duimen omhoog.
Net wanneer we weg willen fietsen, komt een bekend shirt ons tegemoet. Het is Tjeerd. Ik ken Tjeerd niet, maar vanwege de RRC voel ik een band. Ik heb met hem te doen. Hij blijkt net zijn startnummer te hebben afgedaan. Hij geeft op. Na vier kilometer. Zijn voorbereiding ging perfect, vertelt hij. Tot hij twee (!) dagen geleden heupklachten krijgt. Overbelasting? Hij is een half uurtje geleden toch gestart, maar heeft de moed om zijn pijn niet te negeren en uit te stappen. Met de pest in zijn lijf.
Of hij even een SMS naar zijn thuisfront mag sturen. Om te zeggen dat ze niet naar het vijfentwintig kilometerpunt hoeven te komen, zoals vooraf afgesproken.
We nemen afscheid. Voor kort. Want er komt een SMS terug met de tekst: 'Ik ben al naar huis.' We racen Tjeerd op de fiets achterna om hem de boodschap te brengen. Dat mannetje links in het witte shirt, is Rik, van AV Waterweg. Ook uitgestapt, met kuitklachten. De mannen kunnen elkaar troosten.
Wij fietsen terug naar de Willemsbrug en vandaar volgen we de route richting Crooswijk.
In de Boezemstraat komt het geluid van de helikopter steeds dichterbij. De kopgroep is in aantocht!
We nemen positie in langs de weg en zien de latere Keniaanse winnaar Marius Kipserem voorbij snellen. Langs de kant van de weg stort een loper uit de achtervolgingsgroep in. Hongerklop? Hij zit op de grond, kijkt glazig uit zijn ogen en wappert met een banaan die hij niet zelf gepeld krijgt. Hoe diep is hij gegaan? Gelukkig zijn de mensen van de EHBO snel bij hem en is hij in goede handen.
Wij fietsen verder naar onze volgende stop: het Kralingse Bos. Op de kruising met de Bosdreef parkeren we onze stalen rossen en zoeken de anderen op.
"Wil je koffie en een koek?"
En daar zit ik dan. Wàt een fijne dag.
We hebben ongeveer een uur tijd, voordat zij hier verwacht wordt. Tijd zat om mensen te kijken.
Mannen met baarden. Gespierde mannen in véél te strakke kleding.
Zwoegende oude schoolvriendjes. Ha Eric!
Het Sparta-spook.
De Sparta-geest is uit de fles, staat op zijn rug geschreven. Er lopen trouwens opvallend veel mannen in een Sparta shirt te rennen vandaag.
Wij blijven lekker staan met onze bordjes, en genieten.
Kijk wie we daar hebben, Etienne. Ondanks zijn gekkigheid blijkt later dat hij deze Marathon netjes volbracht heeft in een tijd van vier uur en dertien minuten. Geen koekenbakker dus, maar een èchte lopert.
Inmiddels hebben ze tweeëndertig kilometers onder de zolen. dat zie je ook aan Ieniemienie. Het soepele is er wel van af. Maar lachen doet ze nog steeds.
Ondanks dat hij met muziek op zijn oren loopt, hoort Luc me schreeuwen. Kom op jongen, je doet het goed!
Via de app die uitstekend werkt, zien we haar dichterbij komen. Tijd om mijn belofte waar te maken. Schoentjes aan. Wéér nieuwe trouwens. Want ik en mijn Nikes gaan geen vrienden meer worden.
Mijn jas houd ik nog even aan om niet af te koelen.
Als ze er echt bijna is, gaat de jas uit.
Kijk kijk kijk, daar kómt ze an!
Ik wijs nog even waar de wijngums liggen waar ze om vraagt en voeg me dan bij haar, voor ons gezamenlijke rondje Kralingse Plas. Zeven kilometers. Voor mij gewoon zeven kilometers, maar voor haar en het groepje waarmee ze loopt kilometers tweeëndertig tot en met negenendertig. Nooit eerder liep ze zover. Voor hen is het zwaar, pittig, pijnlijk en de man met de hamer kan elk moment achter een boom vandaan springen. Ik heb een opdracht: verhalen vertellen, kletsen, aan de praat houden, afleiden.
Bellen komt er ook nog bij. Want er zijn er met erge spierklachten en krampverschijnselen. In onze fietstassen hebben we daarvoor een wonderspulletje zitten. Dus ik bel haar of ze het klaar wil hebben staan als we het bos uitkomen. Ik krijg haar niet te pakken en op het laatste rechte eind trek ik een sprint vooruit en ga de Perskindol ophalen.
Daar komen ze. We spuiten op knieën en bovenbenen tot ze weer verder kunnen.
Op naar de laatste drie kilometers.
Wij snellen op onze fietsen langs het parcours vooruit. Zo'n kilometer voor de finish vinden we een plekje en kunnen we haar voor de laatste keer vooruit schreeuwen.
Dat laatste stukje kan ze dan wel zonder ons.
Ook nu wachten we weer tot iedereen voorbij is. Deze man liep in zijn achteruit.
Deze twee mannen renden samen.
En Annet had het héél héél moeilijk.
Onze taak zat er zo'n beetje wel op. Tijd voor een hartig hapje.
Intussen trokken we nog steeds de aandacht met onze bordjes.
Uiteindelijk kwam de motor van TV Rijnmond voorbij, met achterop reporter en interviewer Dave. Zij begeleiden laatste loopster Marieke.
Terwijl zij uit ons gezichtsveld hobbelen, bereiken zij in een lint waarmee ze de hele Coolsingel blokkeren, de finishlijn.
Helden zijn het. Zo knap dat ze hem helemaal hebben lopen te lopen. Dat hele pleuris end.
En dan ziet blij en trots er zo uit. GE-WEL-DIG!
Wauw, weer prachtig beschreven!! De dag weer herbeleefd, en wat voor dag! Een dag met een gouden randje, het was genieten. En wat zijn we trots op onze BFF!
BeantwoordenVerwijderen