Het is een raar soort toeval.
Alphen aan de Rijn. Vanaf de namiddag in het nieuws wegens een bizar kraanongeluk daar.
Wij waren vanmorgen in Alphen aan de Rijn. Voor en met Sjors.
We brachten hem uit logeren bij een dierenhotel. Geen idee of we er goed aan doen, maar het is het proberen waard.
Opnieuw alleen thuis, en nu voor twaalf dagen, voelde ook niet zo goed. Dus mocht - herstel: moest - hij mee in de warme auto.
Bij Hoeve Beestenspul is hij ingedeeld in de Blauwe Kamer.
Er is een binnen- en overdekte buitenruimte. Overal bakken water en brokjes. Mandjes, hokjes, plankjes.
En waar je ook kijkt: katten. Ze zijn met zijn negentienen.
Als hij maar een beetje op mij lijkt en af en toe de behoefte heeft om zich rustig terug te trekken en even op zichzelf te zijn, gaat hij het slecht hebben hier. Want dat kan niet. Ze zitten overal.
Als we zijn reismandje neer zetten wil hij er niet uit. Ik snap dat, met al die priemende oogjes om hem heen. Hij krijgt een halsbandje om en uiteindelijk heb ik hem brommend en grommend uit zijn veilige schuilplaats.
Hij duikt in elkaar, maar schuifelt wel voorzichtig op onderzoek uit. Hij heeft geen dikke staart en kruipt niet in een hoekje. Uiteindelijk belandt hij op een plankje voor een raam.
Daar laten we hem, na wat laatste knuffels, achter.
Het voelt heel dubbel. Maar alleen thuis is ook niet alles. Als ik het maar vaak genoeg hardop zeg, ga ik het misschien geloven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten