donderdag 23 april 2015

Landingspunt #113

"Vogeltje wat zing je vroeg,
is de nacht niet lang genoeg,
nee, de nacht is altijd veel te kort,
omdat het tegen vieren,
zo 's morgens tegen vieren,
omdat het dan pas echt gezellig wordt"




Ze zijn er weer. "Onze" halsbandparkieten. Ze kiezen de boom in de tuin van onze naaste buren om te schommelen in de wind en van het uitzicht te genieten. 

Ze zijn niet alleen, soms wel met zes tegelijk. Dat kan je niet ontgaan, want ze produceren enorm veel geluid.

Met het zonnetje op mijn gezicht en mijn ogen dicht, waan ik ik me dan heel even in Centraal-Afrika.


Informatie van de Vogelbescherming:

Ze zijn knalgroen, luidruchtig en assertief. Halsbandparkieten zijn tropische vogels, afkomstig uit Zuid-Azië en Centraal-Afrika. Door toedoen van de mens heeft deze papegaai op sommige plaatsen zich permanent weten te vestigen: het gaat om ontsnapte en losgelaten kooivogels. 

Halsbandparkieten zijn holenbroeders, die ook in nestkasten broeden. In Groot-Brittannië lijkt de halsbandparkiet te concurreren met kauwtjes, spechten en uilen om beschikbare broedholten, in Nederland is daarvan slechts in geringe mate sprake. Het broedsucces van de halsbandparkiet lijkt vrij laag te zijn.
Broedt onder andere in gebieden met struikgewas en cultuurland, maar stadsparken en tuinen zijn in Nederland veruit favoriet. Het nest wordt in een solitaire boom gemaakt, meestal in een spechtennest op flinke hoogte. De halsbandparkiet is in Nederland voor een zeer belangrijk deel afhankelijk van bijvoedering door gulle stadgenoten; zonder die hulp zouden halsbandparkieten de voedselschaarste in de winter niet overleven.


Voedsel: Zaden en vruchten (en vooral pinda's).

Hun broedperiode is vanaf maart. Ze hebben één legsel per jaar van drie tot zes eieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten