maandag 27 augustus 2018

Er is maar één Maarten


Lange tijd dacht ik dat superhelden een cape hadden. Eén waaraan je kon zien dat ze bovenmenselijke krachten hadden. Ze redden de wereld met een gebaar van hun hand.

Maar in het echte leven kost het redden van de wereld bloed, zweet en tranen. Dan slapen helden twintig minuten omdat het gevecht nog niet klaar is. Glijden ze met pijn in hun ledematen door het water. Huilen ze tranen, die in dat water niet te zien zijn.

In het grote mensen leven hebben helden geen capes. In het echte leven dragen ze een zwempak met een poepritsje. En heten ze Maarten.


Gefascineerd heb ik hem deze dagen gevolgd. Voor mij was hij een tweede Pippi Langkous. "Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan."

Als je dat in de juiste provincie en met het juiste doel doet, dan kunnen wij Hollanders dat best waarderen.

Zijn zwemtocht typeert de route die kankerpatiënten ook afleggen. Weten dat er pijn gaat komen en toch hoopvol aan de behandeling beginnen. Zonder de garantie op een goede afloop.

Er ontstond een heuse Elfsteden-sfeer. Met veel publiek, dag én nacht, boten in het water om golven te breken, tractoren langs de kant om de zwemweg bij te lichten, bekende Nederlanders om hem toe te spreken, veel media aandacht en pizza's en gebakken eieren op het water geserveerd.

Zaterdag was hij bij wijze van spreken nog gewoon een man die baantjes aan het trekken was. Dat was nog een vrij normale dag. Toen kwam de nacht. En op zondag werd echt duidelijk hoe bovenmenselijk het was wat hij deed. Laat staan wat hij maandag neerzette.


Wàt een sportman, wàt een held.

Met bewondering volgden ik en al die mede-landers zijn zwem-weg door Friesland en zijn dagen na het afsluiten van dit project. Met ontroering en kippenvel.

Ruim 4,3 miljoen euro is er nu al ingezameld.


Afgelopen week zwom ik de Zwem4daagse. Net zoals ik dat in mijn tienerjaren in Vlaardingen deed.


In plaats van vooruit, bleek de ontwikkeling van het evenement fors achteruit te zijn gegaan in die 35 jaar. Het was echt abominabel slecht georganiseerd.

Er waren ruim 200 deelnemers. Vorig jaar 52. Daar was uhh, niet helemaal juist op ingespeeld. En dat werd gedurende de 4 dagen ook niet zo best bijgesteld.


Kijk, onze sportieve plaatsgenoot was er ook. Klik* om te zien waar ik haar al eerder tegenkwam. Even door scrollen tot halverwege het verhaal.


Ik nam me voor om me nergens aan te ergeren. Helemaal lukte dat niet, maar gaandeweg de dagen wél steeds beter.


De bedoeling was om dagelijks 20 banen van 25 meter te zwemmen. Totaal 500 meter per dag dus. Maar méér mocht ook. 

Ik koos ervoor om de tijd vol te zwemmen die beschikbaar was. Een uur, en de laatste dag zelfs bijna 1,5 uur.


Aan de spieren van mijn rug, schouders en armen was dit goed te voelen. Eigenlijk zou ik het vaker moeten doen. Maar ik weet nog niet zo goed hoe ik dat in moet passen in onze best drukke gezins-schema's. En of ik het geld ervoor over heb.  

Ik heb in elk geval iets om over na te denken. 


In totaal legde ik 5,45 zwemkilometers af, in 4 uur en 27 minuten. Dat is een gemiddelde snelheid van 1,23 kilometer per uur. Per uur, dus.

De laatste uren van Maarten kon je zien dat het niet zo goed meer met hem ging in het water. Zijn snelheid nam af. Hij zwom steeds langzamer. Uiteindelijk nog maar 2 kilometer per uur. Maar?

Begrijp je mijn punt? Ik ben best trots op míjn Vierdaagse. Maar mijn snelheid en die van hem na 55 uur zwemmen, zet zijn prestatie wél in het juiste perspectief.

HELD!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten