Oudste was om vijf uur klaar met werken / stage lopen. Even voor half zes was hij thuis en schoof hij aan tafel. Hij at snel door, want om zes uur moest hij alweer in de kappersstoel zitten. Wéér fietsen!
Om hem tegemoet te komen, mocht hij de auto meenemen, maar eigenlijk had hij geen puf om geconcentreerd te rijden.
"Zal ik met je meegaan?"
Dat wilde hij graag.
Daar aangekomen ging hij zelf naar binnen en bleef ik in de auto zitten, een boekje lezen. Het was lekker weer, dus de ramen stonden open. Zo was ik getuige van het volgende schouwspel:
Naast mijn parkeerplaats ging een voordeur open. Ik hoorde veel gestommel en keek op. Een vrouw was samen met een jongen van een jaar of elf bezig een bankstel naar buiten te sjouwen. Dat kostte de nodige moeite. Zorgvuldig parkeerden ze het naast de stoep op de parkeerplaats voor mij en stapelden het op.
Ik kon ook wel zien dat het zijn beste tijd gehad heeft en aan vervanging toe is.
Toen hoorde ik de jongen, met een misprijzende uitdrukking op zijn gezicht, zeggen:
"Dàt ding is zó beschimmeld, daar groeit een plant in. Ik ga gauw mijn handen wassen."
Mijn blik werd gevangen door die van haar. Ze geneerde zich zichtbaar. Ik haalde mijn schouders op en wenste haar een fijne dag verder. Ik kon met lachen best even wachten tot de voordeur weer dicht was.
Ik zou die stiekem 's nachts buiten hebben gezet. Hoop dat ze die snel op komen halen! Overigens staan er rond Nijmegen al aardig wat banken buiten, alvast voor de 4-daagse.
BeantwoordenVerwijderenJa, dat vond ik zo'n grappige gewaarwording, toen ik er voor het eerst bij was. Wij vertrekken morgen naar onze camping in Groesbeek. Wim, mijn man, gaat voor zijn 11e keer starten. De achterblijvers/thuisvolgers houd ik hier op de hoogte van zijn en onze belevenissen.
Verwijderen