Codes geel en oranje waren afgegeven. Gisteravond bij het naar bed gaan, leek het er nog niet op dat het zou gaan sneeuwen. Maar toen ik twee uur later naar het toilet moest en even achter de gordijnen gluurde, was de wereld toch ineens wit geworden.
Dan weet je dat het een andere werkdag gaat worden. Zo eentje waarbij je voorzichtig moet zijn, de tijd moet nemen en geen haast moet hebben. Geen probleem. Dat kàn ik.
Om bij het depot te komen waar ik mijn post op moet halen, neem ik een omweg. Ik kies voor de grote fietspaden waarvan ik weet dat ze gestrooid zijn. Dat fietst lekker door, tot ik van het fietspad af moet. Eén grote glijpartij is het hier. Langzaam maar zeker bereik ik mijn einddoel.
Collega K. komt ook net aan glijden. Ze houdt met één hand haar fiets vast en met de ander haar hoofd. Ze is net, op weg naar het depot, gevallen en met haar hoofd hard op straat geland. Ze vertelt dat ze gister nog met koorts op bed lag, maar dat ze zich niet ziek wilde melden. Dit kan er dan eigenlijk niet bij. We pakken beiden onze fietsen en als we ieder onze eigen weg gaan, zeg ik haar voorzichtig te zijn. "Als het niet gaat, bel me dan, dan help ik je met je wijk."
Ik glibber de wijk uit en ben blij als ik weer bij het redelijke schone fietspad ben. Tien minuten later parkeer ik mijn fiets in de eerste glibber-straat waar ik bezorgen ga. Het is best te doen. Mijn schoenen hebben een goed profiel, ik kijk goed waar ik loop en maak geen haast. Bij de volgende parkeer-boom glijdt mijn fiets onderuit. Ik raap het zooitje weer op en bezorg de volgende straat. Als ik daarna opstap, schieten mijn trappers door. Gloeiende gloeiende. De ketting ligt er af. De ketting in de gesloten kettingskast. Daar kan ik nu dus helemaal niets mee.
Omdat ik nèt begonnen ben en die hele postvracht nog op en aan mijn fiets hangt, is het naast de fiets lopen geen succes. Hij schuift en glijdt alle kanten op. Dit gaat niet werken.
Ergens in deze wijk woont Vriendin. Ik app haar of ik een paar uurtjes een fiets kan lenen. Dat kan. Mijn plan is om er heen te glijden, daar mijn tassen over te zetten en dan weer verder te bezorgen. Maar bij het eerste deel van het plan gaat het al fout. Dat glijden, met fiets en volle bepakking, gaat um niet worden. Ik parkeer de fiets en besluit vanaf daar veel heen en weer te lopen en zoveel mogelijk post eerst weg te lopen. Wanneer ik de halve last kwijt bent, gaat het lopen met de fiets al een stuk beter. Wanneer ik bezorg in de wijk van Vriendin, bel ik Ding Dong aan om te zeggen dat ik toch geen fiets leen, maar het op deze manier af ga maken.
Ik ben precies twee huizen verder, als mijn telefoon gaat. Het is collega K. Het gaat ècht niet met haar. Hoe het met mij gaat? Ik vertel van de panne en ik merk aan haar dat ze haar verzoek aan mij wil inslikken. Maar ik ga haar natuurlijk gewoon helpen. Ook al is haar wijk helemaal de andere kant op. Eén probleempje: dat ga ik lopend niet knijzen. Dus ik moet over op Plan B. Tóch een fiets nodig.
Ik loop twee huizen terug. Ding Dong. "Kan ik toch je fiets lenen?" Ze sleept er eentje uit de garage en gaat opzoek naar bijbehorend fietssleuteltje. Intussen loop ik eerst naar mijn geparkeerde kapotte fiets en daarna collega K. tegemoet, die haar restant post bij me komt brengen. Ik herschik de tassen, prop alles erbij en zeg haar snel met paracetamol in bed te kruipen. Ze ziet er heel beroerd uit.
Ik waggel en glij met een weer vol bepakte fiets naar Vriendin. Koppel alle tassen los en wil de eerste aan de bagagedrager van haar fiets hangen. Krijg nou de hik. Dat past niet. De drager is te kort! Ding Dong. "Daar ben ik weer. Heb je nog een andere fiets beschikbaar? Met een grotere bagagedrager?"
Die heeft ze. Lekker passen doet het niet, maar ik moet het ermee doen. Het voelt als een klein avontuur om op die voor mij vreemde, vol beladen fiets, over de ijzelige weg te fietsen. Wat ben ik blij dat ik geen haast heb vandaag.
Twee uur later zijn mijn tassen leeg. Ik fiets weer terug naar de andere hoek van Schiedam, waar ik de fietsen weer omruil en Vriendin hartelijk bedank. Met mijn eigen fiets aan de hand, loop ik terug naar huis.
Eind goed al goed. Hoewel? De fietsenmaker blijkt pas donderdag tijd voor een reparatie te hebben. Nu dus maar even een Plan C bedenken voor de komende werkweek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten