Frikadelbroodjes

Er is een tijd geweest, dat ik ze elke zondag maakte.

Ik heb ze vaak gemaakt voor schoolontbijtjes en lunchbijeenkomsten.

Tijdens menig school sporttoernooien zat er een bak vol in mijn tas.

Maar op de één of andere manier, was het nu best een tijdje geleden. Vandaag was de dag.

Zodra ze in de gaten hadden, wat er lag te ontdooien op het aanrecht, kregen ze pretlichtjes in hun ogen. Ook al zijn ze inmiddels zeventien en veertien. Een aantal varianten hebben we in de loop der jaren uitgeprobeerd. Met knakworstjes, met Danerolles, maar wij houden meer van de iets pittiger variant. Niet te flauw, maar met genoeg smaak.

Het is zó simpel! Met zes plakjes bladerdeeg en twee frikadellen maak je vierentwintig fijne hapjes.

Elk plakje gaat in vieren en elke del in twaalven.

Dan rol je één delletje in één lapje. 

Daarna hoeft er alleen nog wat ei overheen. Dat kun je heel netjes doen met behulp van een kwastje. Maar dat hóeft niet. Ik plons ze gewoon één voor één in het bakje ei.

Je legt ze dan gezellig met zijn allen op een stuk bakpapier, bovenop je ovenrooster.

Onze heteluchtoven wordt voorverwarmd op tweehonderdvijfentwintig graden en dan kunnen ze er met zijn allen gedurende tweeëntwintig minuten in.

That's it. Moeilijker wordt het niet.