donderdag 2 juni 2016

Je maakt wat mee

Het werkzame leven van een postbezorger is zelden saai, is mijn ervaring.

Op menig rondje maak ik leuke dingen mee. Dat kunnen de omstandigheden zijn, hetgeen ik in mijn posttassen heb, de mensen die ik ontmoet, situaties die ik observeer, of gewoon. Dingen die me opvallen.

Zomaar een greep.

Het is niet de bedoeling om ieders post te analyseren. Maar het is niet te voorkomen dat ik op een gegeven moment weet wie waar verzekerd is, dat men meespeelt in de Staatsloterij, lid is van Vereniging Eigen Huis of de ANWB, iets besteld heeft bij H&M, iets te vieren heeft en welke TVgids men heeft.



Ik zie wat ik in mijn hand heb en ik moet de geadresseerde en het adres checken. Dan zie ik af en toe hele grappige benamingen, zoals deze.



Dit is de pastorie van de Nederlands-hervormde kerk bij ons in het dorp. Een prachtig pand, gebouwd in 1891. Deze kerkelijke dienstwoning, die op de Rijksmonumentenlijst staat, heeft regelmatig andere bewoners. Als er een nieuwe dominee komt, verandert ook het naambordje op de voordeur.

Ik ben er al honderdduizend keer langsgekomen in de twintig jaar dat ik hier woon. Maar dit zag ik nu voor het eerst: zijn toga hing buiten te luchten. Ik moest er om lachen. Gek natuurlijk, want eigenlijk is het hele gewoon, Maar ik moest zo aan kapelaan Odekerke denken.



Is dit geen snoepje? Ik zie allerlei vervoersmiddelen langs stoepen en op opritten staan. Volkswagenbusjes, of van die grappige Fiat 500-tjes, een lelijk eendje en veel bolderkarren. Maar deze spant de kroon. Hij zal maar van je vader zijn?!



Voor het weekend was ik hier ook en nu ineens.........brievenbus weg. Voor onderhoud, dacht ik nog. Dan maar naar de voordeur lopen. Maar die had geen brievenbus. 
Aanbellen dan maar en afgeven die handel. Uhh......geen bel. Toen ik achter een raam een jongetje zag zitten besloot ik toch even op dat raam te tikken. Hij kwam voor me open doen. "Gestolen", zei hij. Bleek die hele brievenbus gewoon van de paal af gesloopt te zijn en gejat. Tja. Fijne stad hoor, Schiedam.



Hier stond ik ook van te kijken. Ik moest bij een pand in een industriegebiedje zijn. Gelegen aan de buitenrand, grenzend aan bossages en gemeentegrond. Geen tuin, maar gewoon wat bomen, wildgroei en onkruid. En zomaar ineens deze plant. Een witte aronskelk. 
Ik was het heus niet altijd met mijn moeder eens, maar als het over aronskelken ging wél. Graftakken zijn het, en die wilde ze vooral niet op haar graf.

En zo geschiedde.

Ik blijf opletten en opvallende dingen vastleggen. Ik moet hier tenslotte toch wat te leuteren hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten