Hij was ernstig in de war, onze Sjors. Gedesoriënteerd. De weg kwijt in zijn eigen huis.
Want, wij zijn aan het klussen en veranderen in huis. Dat heeft effect op zijn meest favoriete plekjes. Ik schreef er hier al eens over.
Hij had het gevonden, toen. Hij lag er heerlijk, daar hoog in die kast, tussen de kleding van de baas.
Om de kast heen verdwenen allerlei meubeltjes, zodat de hoge plek steeds minder goed bereikbaar was. Maar hij was slim, lenig en behendig en vond altijd wel weer een weg naar boven.
Toen brak de periode aan dat ik de inhoud van deze kast naar elders kon verplaatsen. Omdat ik in een andere vleugel van ons huis, een hoop spullen weggegooid, -gegeven of -gebracht had. En daar dus ruimte was gekomen.
Op een dag was zijn lig-kast leeg. En erger nog, hij werd uit elkaar gehaald en naar de vuilstort gebracht. Net als de fijne stoel uit de kamer van Oudste, waar hij graag lag. Gelukkig stond er in de lig-kast-kamer nog steeds een bed. Wél zonder ombouw, maar nog mét matras en dekbed. Ook lekker zacht. Eind goed, al goed.
Dacht hij.
Want toen onze nieuwe slaapkamer-ruimte opgeleverd werd, verhuisde het bed daarheen. Toen wist hij het even niet meer. Bed weg en de sufferd kon niet vinden waar het gebleven was.
Dat onze haarbal niet voor één gat te vangen is, bleek wel op de dag dat Jongste zijn schoolboeken uit zijn kast ging pakken. Hij vond het al vreemd dat één van de deurtjes op een kiertje stond.
Tadááááá!
Een alternatief heeft hij inmiddels ook ontdekt.
Hoog en droog.
Ook het bed heeft hij inmiddels terug gevonden.
De rust, zijn rust, is weergekeerd. Maar het is mij nog steeds een raadsel waarom hij zijn hok blijft negeren. Ik zou het wel weten als ik kat was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten