zaterdag 26 mei 2012

Ma

Er zit een traan in mijn oog,
stiekem, niemand die hem ziet.
Niet een traan van blijdschap,
maar een traan van stil verdriet.

Die traan in mijn oog,
rolt inmiddels over mijn wang.
Ik kan hem niet meer stoppen,
hij gaat zijn eigen gang.

Er rolde een traan over mijn wang,
hij kwam op de grond terecht.
Een traan van stil verdriet,
die voor mij zoveel zegt.

Er rolde een traan,
ik heb hem niet gestoord.
Omdat je met een traan,
soms zoveel meer zegt als 1 enkel woord.

Het leven is soms zo oneerlijk en ondoorgrondelijk. Wat is het nut van verval van kracht en beweeglijkheid, van de wetenschap dat er voor jouw ziekte geen genezing is, van afscheid moeten nemen van alles wat je kon, wie je was en van wie je liefhebt, van veel pijn moeten lijden en langzaam dood moeten gaan……


In juli 1999 werd mijn moeder ziek. De kleine sterke vrouw die bijna nooit ziek was, die alles kon en zoveel deed in en om het huis, die midden in het leven stond en kon gaan en staan waar zij maar wilde.
Ze kreeg een diagnose die we niet aan zagen komen, met de boodschap: ongeneeslijk. Onbehandelbaar. Vreselijk verschrikkelijk, onze wereld schudde op haar grondvesten. Zij had het vrij snel aanvaard.
10 augustus werden mijn ouders voor het eerst grootouders en wat hadden ze dit graag uitbundig gevierd. Maar meer dan een korte aanwezigheid op het kraamfeest zat er niet in. Daarna ging het snel en het één na het andere afscheid volgde. Van hardlopen, kijken bij wedstrijden, afspreken met vrienden, zelf naar de supermarkt gaan, koken, naar Het Penseeltje gaan, opruimen en schoonmaken en nog veel meer.
Het loopje van de woonkamer naar de slaapkamer werd te ver voor haar, ook met ondersteuning. Toen kwam ze helemaal niet meer beneden.
Weken lang was haar bed haar wereld met de 24/7 verzorging door mijn vader, en enige hulp van schoonzussen en mij. De aandacht van familie en vrienden was overweldigend en gaven haar weken een doel en nut.
Ik kreeg enorm veel respect voor hun beider kracht. Het was een hele troost om met een gerust hart te kunnen gaan slapen in de wetenschap dat mijn vader er ook ’s nachts voor mijn moeder was.

De pijn was moeilijker te stillen ondanks de hoeveelheid morfine en andere medicijnen. Op een dag besloot ze dat het genoeg was geweest en de dood was haar welkom.
Ze nam bewust afscheid van mijn broer en zijn vriendin, al haar broers, zussen, schoonzussen en zwagers, die om beurten met lood in hun schoenen de trap op klommen. Het was ‘goed’; alles is gezegd, gevoeld en gehoord.
Het was, gek genoeg, voor haar een vrolijke avond. Ze zwaaide iedereen na met een oprecht gemeend “tot ziens”.
Op de ochtend van de 26e mei bedankte ze de huisarts en zakte ze weg in een diepe slaap. Ze beleefde nog lange uren, want ze bleek opnieuw sterker dan we dachten. Uiteindelijk overleed ze in het bijzijn van mijn vader en mij. Zo dapper. 
Zij moest eens weten hoeveel mensen geschokt waren door haar overlijdensbericht en hoeveel mooie herinneringen zijn opgehaald en beschreven in de enorme hoeveelheid kaarten die we vervolgens hebben ontvangen. Hoeveel lieve mensen  afscheid kwamen nemen en ons kwamen condoleren…. Het zou haar nóg meer hebben verbaasd en zij zou ervan hebben genoten.
De dag na haar overlijden heeft de tijd stilgestaan. Het was té heftig om zelf weer verder te gaan. We namen de tijd en de tijd vond dat wel best. We zijn getroost met de gedachte dat ma een tunnel met licht aan het einde op haar netvlies had. Het zal de wereld zijn waar zij naar toe wilde en die haar ongetwijfeld met open armen heeft ontvangen.
Daarna gebeurde er veel. En eigenlijk is het raar dat wekenlang wildvreemden buiten de deur zijn gehouden en dat na de heftige impact van de dood al snel wildvreemden het huis bevolkten.
We zaten in een emotionele achtbaan, werden geleefd door praktische zaken én door verdriet.
~ 26 mei 2000 ~

De begrafenis vond in Vlaardingen plaats. Het was die dag erg mooi weer. Ik nam me voor om van de uitvaart een ‘mooie’ te maken – opgedragen aan mijn moeder. Dat zou het voor mij ook makkelijker kunnen maken om te spreken. Met deze instelling heb ik dat inderdaad kunnen doen en ik ben zo blij dat ik – samen met alle andere mooie woorden – invulling heb kunnen geven aan een ‘mooie’ uitvaart.
"Dat jij toch nog zo blij kon zijn
Met elke dag die je werd gegeven
Dat je op heel kleine dingen
Zo gretig wist te leven

Dat je zo vol van moed kon zijn
Zo'n berusting kon verwerven
Dat jij, zo gehecht aan het leven
Toen het nodig was, kon sterven

Dat jij zo dicht bij mij kon zijn
Maakt alles minder zwart
Echt sterven zul je voor mij nooit
Omdat je voortleeft in m'n hart."

~ Met ons eendje, dat er in 2012 nog steeds zit. ~

Het is gebeurd en inmiddels alweer 12 jaar achter de rug. Het voelt nog steeds leeg, maar het wordt wel minder.
~26 mei 2012 ~

Het verdriet is niet verdwenen, wanneer de tranen niet meer zichtbaar zijn.