Dus, ben ik een tijdje terug begonnen met een '10 Engelse Mijl' trainingsprogramma.
Ik merkte dat ik minder makkelijk mijn rondjes inplande, minder enthousiast rondrende.
Ik kon inmiddels best die 10 kilometer rennen, zelfs een stukje meer nog wel. Dus het was niet meer een kwestie van 'Ga ik het halen, die 10 kilometer door Rotterdam tot aan de Coolsingel?' Het truukje kende ik.
Ik ben wel aan de trage kant. Dat zou best sneller kunnen. Dat zie ik aan de afgetrainde mannetjes die voor me uit hollen als ik eens aan een prestatieloop meedoe. Al die tanige spierbundels in hun atletiekvereniging shirtje. Die 10 kilometer per uur snelheid van mij is het tempo waarin zij hun boodschappen doen.
Maar het gaf me geen voldoening om me het snot voor de ogen te rennen voor een paar seconden winst. Hier raakte ik de ontspanning kwijt die het me tot nu toe wél opleverde.
Een ander plan dus, met een nieuw doel voor ná 14 april. Het werd wéér een Rotterdam-plan. Dit keer richt ik me op de Bruggenloop. 15 Kilometer lang over het Varkenoordse Viaduct, de Erasmusbrug, de Nieuwe Leuvebrug, de Boerengatbrug en de Van Brienenoordbrug.
Om dat te kunnen en op dezelfde plezierige manier het feestje onderweg te beleven, moet ik in december het kunstje van de 15 kilometer van mezelf makkelijk aankunnen. Dus geen onzekerheid van haal ik het wél of haal ik het niet?
Een trainingsprogramma dus. Voor het eerst van mijn leven. Als je me dat anderhalf jaar geleden verteld had, had ik...........nou ja, ik had je niet uitgelachen.
Want uitlachen is niet aardig.
Maar ik had je wél meewarig aangekeken, even gevoeld of je koorts had en dan een kopje thee voor je gezet.
Het programma bestaat uit 52 trainingen, in ruim 17 weken.
Het is niet eens zo intensief. Gaat uit van drie keer per week onderweg zijn. En werkt langzaam toe naar mijn voorlopige eindbestemming: 10 Engelse Mijl - 16 kilometer onafgebroken kunnen rennen. Een nieuwe uitdaging.
Maar het helpt nu al. Ik ga met een smile de deur uit, doe wat mijn schema me opdraagt en streep na elke keer een lesje weg. Deze kapstok, om mijn trainingen aan op te hangen, heb ik dus blijkbaar nodig. Ik heb een doel nodig om aan te werken.
Intussen doe ik wat ik het liefste doe: ik hol drie keer per week een rondje en werk langzaam maar zeker toe naar een afstandsuitbreiding. Ik speel met snelheden en kilometertijden. Leer ingehouden en beheerst te lopen, maar ook op te bouwen.
Ja, inderdaad. Als je dat anderhalf jaar geleden tegen me had gezegd, had ik je moeder gebeld om te vertellen dat het misschien toch niet zo heel goed met je ging en of ze wou checken of die paddestoelen die je in je soep had wel echt champions waren.
Je weet het maar nooit, met paddestoelen.
Vandaag was training 12 van de 53. Het was heerlijk weer, de polder lag er prachtig bij, kwetterende vogels overal, broedende zwanen. Genieten.
En als ik iets heb geleerd van het afgelopen jaar, dan is het wel dat je bent waar je in gelooft. Maar niemand komt je redden, je moet jezelf redden. Niemand gaat je resultaten brengen. Je moet ze zelf gaan halen. En niemand weet hoe ontzettend graag je iets wilt, behalve jij, en niemand gaat dus zoveel spijt hebben als jij, als je jezelf teleurstelt.
Dus is het eigenlijk heel eenvoudig: je doet het; of je doet het niet.
En ik doe het zondag gewoon weer.
* De foto's bij deze blog zijn van De Ladiesrun in Maassluis van 21 april 2013. Ik liep er mijn snelste 10 km. ooit.