donderdag 18 april 2013

De circel is rond

zondag 14 april

Mijn dag begint vroeg. Gisteravond ging ik op tijd naar bed dus als ik om half acht mijn bed uit spring kost dat geen moeite. Ik voel de adrenaline al opborrelen. Het is het achtbaangevoel - daar hang je dan, ergens boven, met een wild ride voor je en een knoop in je maag,
wachtend op het moment dat je wordt losgelaten.
Behalve dus dat het half acht is, en ik pas los mag om vijf voor elf.

Via twitter, facebook en whatsapp neem ik de laatste aanmoedigingen in ontvangst.

Ik maak mijn ontbijtje, gewoon twee crackers, koffie en melk, net als iederen morgen. Daar houd ik het niet tot elf uur op uit, dus eierkoeken, een mueslireep èn een banaan verdwijnen in mijn rugzakje. Wat moet er nog meer mee? Flesje water en sportdrank, droge kleding voor erna, wat geld, OV Chipkaart, fototoestel en mijn mobieltje. Meer heb ik niet nodig.

Inmiddels loopt het tegen half negen, en ik hijs me in mijn hardloopkleren. Kniebroek en lange broek erover om warm te blijven, shirt mét startnummer en tijdsregistratiechip, jackje. Straks maar eens kijken wat er allemaal uit kan.


Even voor half tien stop ik de auto bij Metrostation Troelstralaan. Achter me parkeert iemand in burgerkleding, die me na het uitstappen veel succes toewenst vandaag.
Als de afdelingen Maassluis en Maasland present zijn, gaan we naar het perron waar het giet van de regen en ruim voor tienen stappen we in de metro. De sfeer is daar al electrisch - bijna iedereen in renkleding, allemaal vol spanning en enthousiasme.
Naarmate we Rotterdam naderen raakt de metro overvol en blijven er mensen op perrons achter die er echt niet meer bij kunnen. Bizar.


Eenmaal bij Beurs bel ik afdeling Schiedam en hoor dat Ome Leen de uitgang precies aan de andere kant van de Coolsingel heeft genomen. Ik wurm me door de mensenmassa op weg naar hem. Het is al stampvol op straat. Twintigduizend renners lopen rond in Rotterdam. De lucht is geladen met energie. De regen is gestopt.


Gelukkig daar is ie. Via de ondergrondse voegt hij zich even later bij ons.


Fotomomentje! Kijk dan, zie je wat Leen boven zijn startnummer heeft hangen? Hij maakte daarmee een gewéldig leuk filmpje onderweg.


We doen een plas in een hoteltoilet en trekken onze bovenkleding uit. We proppen ze in onze tassen en geven ze af aan onze Youssef en J. die er op staat mijn rugzakje te dragen.
Bedànkt man!

Lee Towers is inmiddels aan zijn 'You'll never walk alone' begonnen en snel hierna klinkt het start(kanons)schot voor de marathonlopers. Daar gaan de helden.


Over de hekken hangt overal kleding en een enkele laatkomer klimt er snel overheen om ook aan haar race te kunnen beginnen.


We zwaaien gedag en gaan op zoek naar ons startvak. Nu is er geen weg meer terug.


Màn wat is het druk in vak D. Een paar duizend mensen als haringen in een ton.
In allerlei soorten en maten.


We hoeven niet zo heel erg lang te wachten. Mijn mobiel zoekt zijn satelieten en ik duw hem in mijn armtasje.


Ik voel ook mijn blaas geloof ik, alweer. Na twee bevallingen is dat met hardlopen na een paar kilometer een uitdaging, maar ik maak me er nu maar niet druk om.


Dan ineens is er een knal en zijn we vertrokken.
We staan vrij achteraan, maar het duurt niet lang of we kunnen gaan rennen.
Wat een kick is dit!
Het blijft druk, het startveld kan niet uitwaaieren, en we lopen met de menigte mee.
Hier ben ik, ik doe dit - vorig jaar was dit nog een droom, en nu loop ik er.
Ik ben zo blij, ik kan gewoon niet stoppen met grijnzen.


Het begint warmer te worden. Al die lichaamswarmte. Maar we rennen gewoon door.
Al slalommend de gaatjes induikend die we voor ons zien. Vaak zijn we Leen met zijn draaiende camera kwijt, maar als we sleutels horen rammelen weten we dat hij weer in de buurt is.
Hij kan veel sneller, overigens. Maar hij blijft bij òns.

Werkelijk overal staan mensen langs het parcours. Ik kijk mijn ogen uit. Er staan discjockeys, bands, orkesten. Ik zie een man in ochtendjas die zich staat te vergapen aan wat er allemaal voorbij zijn deur komt rennen.


Er wordt naar ons geroepen: 'Goed bezig! Gewoon doorlopen! Je gaat lekker!' Eerst kijk ik nog om, om te zien of ze het tegen iemand hebben die ze kennen, of zo. Maar dat is niet zo.
Ze staan er gewoon voor iedereen, voor al die duizenden mensen die hier hun prestatie leveren en dus ook voor ons. Wat een feest is dit.


Bij de Kralingse Plas kijken we uit naar onze P.F.'s (Personal Fhotographers), maar geen spoor. Het is ook echt lastig zoeken, zowel voor hen als voor ons.

Op enkele punten passeren op de weg naast ons met een noodvaart de koplopers van de Marathon en luid gejoel en geklap stijgt dan op uit onze stoet. Kippenvel.

Verder weer, we gaan goed, de tijd vliegt. We hebben inmiddels vijf kilometer gelopen, maar het voelt alsof we net zijn vertrokken.
Ik kan niet stoppen met grijnzen. Al die feestelijkheid, al die afleiding langs de weg.
We kletsen wat. Het is echt VEEL gezelliger met zijn drieën.


We dieselen fijn door in een tempo van rond de 6,5 minuut per kilometer. Leen rent weer voor ons uit, alsof het de normaalste zaak van de wereld is, om ons te filmen.
Ik kijk vol bewondering toe. Dat soort gecoördineerd ben ik dus echt niet. Ik kan niet eens wat drinken onderweg zonder mijn eigen tanden uit mijn mond te rammen.
Verschil moet er zijn, hè.

Plots wordt de weg voor ons versperd en wordt ons gevraagd even te stoppen en plaats te maken. Een ambulance draait het parcours op en in een flits zie ik in mijn linker ooghoek een man op de grond liggen. Roerloos. Oh my god, dat ziet er heel beroerd uit. Allerlei gedachten spoken me door de kop, de Marathon-filmbeelden, zijn partner die wellicht een paar honderd meter verderop op hem staat te wachten en denkt 'gut het duurt toch wel lang'........dan stapt de verkeersregelaar opzij en mogen we door. Dat voelt heel dubbel, maar we gáán door en hopen dat het goed komt met meneer.

Na het 7 kilometerpunt beginnen veel lopers om ons heen te haperen. Er wordt veel gewandeld en ik zie mensen waarvan ik me afvraag waarom ze dit in hemelsnaam doen als ze het nog niet beheersen. Dat is de controlfreak in mij, die begrijpt dat niet.


Dan ineens zijn ze daar, onze P.F.'s. We joelen en zwaaien en zij maken snel de plaatjes. Even later worden we ook nog door Nicht toegeroepen. Leuk! En dóór gaan we weer.

We beginnen steeds meer mensen in te halen. Het blijft druk langs de route.
Overal kleine feestjes. We gaan langs plekken waar smartlappen naar buiten schallen. Het geluid van de trommels is opzwepend. Je kunt gewoon niet stil blijven staan, al zou je willen.
We gaan lekker!

Zo'n 1,5 kilometer lang kijken we uit naar Youssef, maar wéér geen glimp. Jammer.



Dan draaien we de Coolsingel op. De aanmoedigingen zijn overal: 'Kom op! Je hoeft nog maar een klein stukje!'
Dat weet ik. En hoe lief ik alle steun ook vind, ik heb het niet nodig. Ik zal er wel verhit uitzien, maar ik voel me prima. Ik kan best nog een eindje, maar dat hoeft niet, want daar doemt de finish op.

We finishen samen. We did it!


We gaan over de streep in 1 uur, 5 minuten en 22 of 26 seconden.
Nee, ik weet het ook wel, 1:05:22 is geen wereldtijd. Ik ben nou eenmaal niet zo snel.


Ik werd er 7352e mee.
Maar hee. Wel mooi van de 16 miljoen. 


En daar, op de Coolsingel, maak ik de circel rond. Mooi hè.
Dan ga je gekke dingen doen.......zwaaien naar de burgemeester enzo.


We krijgen de medaille, een banaan, water, sportdrank en langzaam, stapje voor stapje naderen we de uitgang van het uitloopvak.



Na een korte wandeling door het centrum is er het weerzien. Een knuffel en een hele lieve persoonlijke hartjes-medaille. Thanks dear. Voor alles.