maandag 22 oktober 2012

Dag met een gouden randje

Zondagmorgen. Half negen. De dag lag nog helemaal open. Het was buiten grauw en grijs en toch werd dit zo'n dag. Die ik opsla, in mijn hoofd en in mijn hart. Want er zat een randje aan. Van goud.

Jongste zit geïnstalleerd voor de TV met zijn bammetje en beker melk en ik mag best even rennen van hem. Ik mag zelfs een uur lang, want ik heb grootse plannen.
Voor de Kethelloop wil ik graag 1x de ervaring hebben, van het rennen van 10 kilomter achter elkaar, zodat het die zondag niet mijn aller-aller-eerste wordt.

Ik laat Evy thuis en neem mijn eigen muziek mee onderweg. Al snel draai ik de polder in en voel de wind strak tegen mijn lijf. Het gaat niet héél makkelijk, maar ik hoor in mijn oor dat ik de ene na de andere kilometer opvreet. Het is druk op zondagmorgen met renners en ik groet iedereen vrolijk terug. Dat u niet denkt dat alleen buschauffeurs en motorrijders dat doen. Opgeven is geen optie en ik doe wat ik me voorgenomen heb.
Om half elf zit ik aan de yoghurt met koffie - naast elkaar uiteraard, zeer tevreden met mezelf te wezen.
 
 
In de middag stappen mijn kleine natuurvriend en ik in de auto.
We hebben het gezellig. Hij kiest de CD-tjes uit en samen brullen we om het hardst mee. "Ik heb een tuintje in mijn hart, alleen voor jouhouhou".


We praten veel. Over wat hij droomt, wat hij leuk vindt, wat hem bezighoudt, over hoe gezellig we het vinden om 's avonds met de kaarsjes aan naar zijn lievelingsprogramma van dit moment te kijken. We praten over werk en school en Later, over andere plaatsen in de wereld en hoe het daar is, en over Inazuma Eleven, Minecraft en zijn vrienden.
De kilometers glijden moeiteloos onder ons weg.
 


Onze eerste halte is bij Het Doornse Gat. We zijn niets te vroeg, want we hebben één van de laatst nog beschikbare parkeerplaatsen. Veel wandelaars op pad en de Geocachers pik je er zo uit.
 

We doen hier Vier Op Een Rij en hij vindt alle 4 ludiek verstopte schatten schijnbaar moeiteloos.


Onderweg kijken we onze ogen uit.
We zien prachtig verkleurde bladeren en vergapen ons aan alle paddestoelvarianten. We lurken aan een waterfles en genieten van een rolletje snoep. Meer hebben we niet nodig.
 
 Kijk, hier hangt ie.


 
We doen natuurlijk even een melige fotoserie.
 
 
En vervolgen onze route per auto naar de volgende halte.
 
 
Inmiddels is het half vier en gaan er mensen alweer naar huis, zodat we hier de auto snel weg kunnen zetten.
 
 
Daar gaan we weer. Hier doen we een rondje Leersumse Plassen Van Vroeger. De serie van acht is neergelegd door De Boswachter.
 
 
Ook hier gaan we op in de omgeving. Gaandeweg gaan we de benen voelen. We worden moeier. Van cache naar cache wijst de Garmin ons hoe ver het nog is. Het vereist hier en daar behoorlijk speurwerk, maar gestimuleerd door de eerste Gogo die hij aantreft, wordt hij steeds fanatieker.
 
 
Uiteindelijk verzamelt hij er 6 en hij kan zijn geluk niet op.
 
 
Ik vertel dat mijn dag niet meer stuk kan als ik een echte paddestoel, rood met witte stippen tegenkom.
Dan hoor ik hem jodelen achter me. "Kom eens terug" en "Zag je dat niet, je loopt er zo voorbij!".
 
 
 
Gaaf toch?
 
 
We lopen nog maar eens een kilometer om te kijken of we de volgende schatschuilplaats ook kunnen ontdekken. Dan valt ineens de rust over me. Dat komt niet persé door de omgeving, maar door hem. Want ik realiseer me hoe stil hij naast me loopt. Me zo nu en dan aankijkend, en glimlachend. En dan weet ik dat hij blij is. En moeïg. En dan ben ik blij terug, en probeer de tijd zo lang mogelijk te laten duren.

 



Uiteindelijk moeten we dan toch de pas er in zetten. Niet alleen omdat de schemer invalt en ik voor die tijd het bos uit wil zijn, maar vooral ook omdat we door Piëmontezer koeien achterna gezeten worden. Ik heb me gek gelachen. Mijn kleine held op sokken. "Of ik helemaal niet goed geworden ben!", zegt ie als ik mijn fototoestel te voorschijn trek. Het enige dat ik doen mag is mee rennen. Geen koeienfoto's dus.

 
Natuurlijk ren ik. Om een uur of half zeven zijn we echt hartstikke moe.


Vandaag zie ik het weer. Het is zo'n leuk kind. Zo'n lief, behulpzaam, intelligent, leergierig kind met zo'n leuk gevoel voor humor. Hij is niet zo makkelijk over het hoofd te zien, zorgt voor dagelijkse drukte in ons gezin.


 Maar vandaag mooi even niet. We komen er helemaal van bij.


Als we bijna bij de auto zijn, roept de bewoonster van het sprookjeshuisje aan de rand van het bos hem. Of hij tamme kastanjes wil? Hij loopt mee en krijgt een hele zak vol van haar. Plus een stukje chocola uit haar ronde chocoladetrommel die ze binnen van de tafel gaat halen. En ook nog eentje voor zijn broer. Want dat weet ze inmiddels al, dat ie ook nog een broer heeft.

 
We hebben het gezellig in de auto. Hij zit voornamelijk stil naast me.
Er zijn maar weinig mensen bij wie je comfortabel stil kunt zijn, weet u dat? En hij heeft dat.
Hij zit naast me. Wrijft af en toe zachtjes over mijn arm. Wijst soms op dingen. Stelt vragen. Zet een ander CDtje op. En verzucht een keer of wat hoe ontzettend aardig hij het van die mevrouw vindt.


Natuurlijk stoppen we onderweg bij De Mac. Omdat we dat zo verdiend hebben. Voor een Big Tasty met Bacon voor mama en een Happy Meal met milkshake voor hem.

En dan hebben we het wel gehad. Even douchen, en daarna is het echt tijd om te slapen. De dag is vol genoeg geweest.