We gaan vandaag een spelletje doen. Of eigenlijk, jij gaat een raadseltje oplossen.
Als ik zeg "Eerst doen en dan denken", over wie heb ik het dan?
En aan wie denk je nu:
Zijn mond staat aangesloten op zijn hart; hij knalt er altijd vol in!
Tja. Was niet zo heel erg moeilijke opgave toch?
Hij had weer zo'n momentje.
Ik ging hem van de week ophalen van zijn judoles, toen ik hem languit zag liggen, tussen allemaal 'vechtende' lesgenootjes in.
Het kon niet zo zijn dat hij dit al een uur aan het doen was, want hij zag er erg bezweet uit.
Maar blijkbaar was de accu op. Later hoorde ik van hem dat hij zich irriteerde aan zijn tegenstander en er daarom vroegtijdig de brui aan had gegeven.
Maar ja. Dat wist ik toen nog niet. En wist ik het wel, dan had ik waarschijnlijk ook niet zo goed geweten welk deel van het verhaal klopte.
Dat weet je namelijk nooit zo goed bij hem. Hij kan de dingen hier en daar best een tikkie dikker aanzetten of naar zijn hand draaien.
Maar goed. Ik kwam dus aan en zag hem liggen.
Tegelijk hoor ik de ene ophaalmoeder tegen de andere zeggen dat die Wessel aan het irriteren is.
Ik *zucht*, draai me om en loop terug richting voordeur. Ondertussen zie ik dat het einde van de les nadert. Alle judoka's gaan dan in een rij naast elkaar zitten om af te groeten.
Herstel: ik zie er 7 dicht naast elkaar zitten, dan zie ik een metertje of 3 niets en dan zit daar nog 1 jongetje. Wessel.
Vanavond aan tafel praten we er nog even over na.
Al snel bereik ik het einde van 'de preek' en zeg dat het toch wel tekenend en vervelend is dat iedereen blijkbaar wel klaar met hem was en ze even niet meer naast hem wilden zitten.
Uiteraard kregen we van hem een reactie die we niet verwachtten.
En werd het weer zo'n volkomen mislukt opvoedmomentje, want wij proestten het uit.
"Ja, hallo! Ik wilde zelf niet meer naast hén zitten. Daarom was ik een stukkie verderop gegaan. Wat denk je nou, judo is een alleen-sport hè. Ik heb al genoeg vrienden, die hoef ik daar niet te maken."
Tja.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten