Donderdag 30 juni 2016
Het is weer eens zover. Mijn dagen én nachten zijn te kort. Ondanks de vermoeidheid die toe gaat slaan, 'moet' ik na het avondeten nog even naar de stad. Het is koopavond, dus dat kan.
Om tien over half acht zet ik de auto in de parkeergarage en begin ik aan mijn race.
Dat doe ik altijd hè. Ik ben geen gezellige stadter, die overal een beetje rondneust.
Nee, ik ga heel functioneel en doelgericht te werk. Heb een lijstje van winkels én wat ik daar nodig heb. Zo kan ik in korte tijd heel veel doen.
Tevreden loop ik even voor negen uur de garage weer in, op weg naar de betaalautomaat.
Jammer genoeg is het me niet binnen het uur gelukt, want dan zou ik niets hoeven te betalen. Nu komt er een bedrag van vijftig eurocent op het beeldscherm te staan.
Ik heb geen contanten bij me, maar dat is hier nooit een probleem.
Echter. Nu staan er allerlei onheilspellende tekens in het scherm van de PINbetaling.
Hij reageert dan ook niet op mijn pasje. De automaat die tien meter verderop staat,
is verstopt onder een A4tje waarop staat dat ie defect is.
Tja. Wat nu. Naar de auto. Daarin zit een bakje met winkelwagenmuntjes en vijftig eurocent muntjes. Dacht ik. Wel muntjes, heel veel zelfs, maar niet die van vijftig cent.
Dan maar naar beneden. Bij de Bl*kker vraag ik of ik vijftig cent of meer kan pinnen.
Nee, dat kan het systeem niet aan, krijg ik te horen.
Toen naar de buren. De servicebalie van AH. Het meisje daar wil niet over de mogelijkheden nadenken. Ze maakt direct de kassala open en geeft me zomaar vijftig eurocent. Ik zeg haar dat ik dit nooit zal vergeten en huppel terug naar de betaalautomaat.
Daar staat een jonge man verbaasd te kijken dat zijn kaartje terug komt, zonder dat hij iets moet betalen. Ik leg hem uit dat hij waarschijnlijk korter dan een uur in de garage heeft gestaan. Dat beaamt hij en hij schiet zijn auto in.
Mijn kaartje kan de automaat in en ik houd mijn muntje in de aanslag.
Ja hoor. Mijn schuld is in de tijd dat ik op geldjacht ben geweest, doorgeschoten naar één euro. Ik schiet in de lach en kijk blijkbaar tegelijk een beetje wanhopig. Want de jonge man van zoëven vraagt wat er is. Als ik uitgesproken ben duikt hij in zijn portemonnee. Op zoek naar vijftig cent voor mij. Maar hij heeft het niet. Hij vraagt het zijn vrouw en ook zij duikt haar jaszakken in. Ook niets.
Omdat het inmiddels twee seconden voor negen uur is, ren ik opnieuw naar beneden naar AH. Het rolluik zit al voor driekwart naar beneden. Ik kan er nog net onderdoor piepen. "Hier ben ik weer en je gaat me vast niet geloven", zeg ik tegen het meisje daar.
Ze wil me opnieuw vijftig cent uit te la geven. Hartstikke aardig, maar ik vraag of ik niet bij haar kan pinnen en dit in contanten kan krijgen. Het kan, maar hoeft niet zegt ze.
Ik wil het tóch, om haar geen kastekort te bezorgen.
"Weet je wat, maak er maar één euro vijftig van". Het zal me namelijk toch niet gebeuren dat ik bij de automaat kom, de meter weer vijftig eurocent is doorgeslagen en daarna de servicebalie dicht is..........
Eind goed al goed. Ik kan betalen en naar huis.
Trouwens. De hulp die ik kreeg, kwam van drie mensen. Drie mooie mensen. Alle drie met een donkere huidskleur. Twee van hen met een hoofddoek. Ik bedoel maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten