De twee weken Kerstvakantie waren heerlijk.
Vol goede moed en met een schone lei begonnen we aan de schoollevens in het nieuwe kalenderjaar.
Het duurde ongeveer 3 1/2 dag en ik kon de Kerstvakantie al niet meer voelen. Ik zat er weer middenin en dat voelt niet goed. Niet prettig ook.
Het lijkt of we hier in 'permanente staat van oorlog' verkeren, Oudste en ik. Dat gaat dan over dingen die hij doet - continu zijn broer beledigen, ons afblaffen, waarheden verdraaien, om half tien 's avonds ineens een huiswerkopdracht op de PC gaan maken die naar zijn zeggen gedurende een week of twee werken op school nooit goed is opgeslagen in zijn schoollaptop, luieren, alles laten slingeren, ongeinteresseerd aan tafel zitten als we huiswerk doen.
Maar ook over de dingen die hij niet doet - vertellen dat hij al van voor de Kerstvakantie zijn laptop op school kwijt is en laten zien dat zijn voorfiets aan barrels ligt.
Ook met Jongste vervielen we weer in oude patronen - brandjes blussen op school en veel helpen met huiswerk.
Tel daarbij op het gedonder op Wim's werk én Zus die weer van zich laat horen.
Drie-en-en-halve dag en ik was moe, zo moe, van alle discussies, de uren gespendeerd aan school, het trekken aan een dood paard en door dit alles veel te kort slapen.
Dit wordt hem dus niet.
Leermomentje voor moeders.
De omstandigheden verander ik niet.
IK moet dus (iets) veranderen.