Dag man,
Morgen word je tien. Iedere keer als ik dit schrijf, bij iedere verjaardagsbrief van jullie allebei, bekruipt me dat paniekerige gevoel: drie? vijf? negen?
TIEN??
Hoe kan dat? Waar is de tijd naartoe?
De dag dat je geboren werd lijkt nog zo dichtbij. Je kwam laat, maar snel ter wereld. Je huilde en je ogen knipperden tegen het felle licht, vonden de mijne en staarden me eindeloos onderzoekend aan. En ik had het gevoel dat ik je al jaren kende. Alsof je daar hoorde, in mijn armen.
Alsof je eindelijk op je plek was gevallen.
Het gaat goed met jou. Echt goed. Je bent gezond. Je leeft intens. Je bent slimmer dan je weet, sterker dan je lijkt en zoveel dapperder dan je zelf gelooft.
Je bent meer je plek gaan zoeken dit jaar. Daarmee hebben jij en ik ook regelmatig lijnrecht tegenover elkaar gestaan. En JEE, wat ben jij koppig. Je staat voor waar je in gelooft en je bent bereid te doen wat daar voor nodig is. Ook als je er straf voor krijgt. Met opgeheven hoofd stamp je dan de trap op naar je kamer, natuurlijk nog steeds met de nodige discussie, maar ook zonder een millimeter toe te geven. Je standpunt is je standpunt.
Je bent nog steeds mijn kleine filosoof. Je denkt na over de wereld, het milieu, het dierenrijk, over het waarom van dingen, over de manier waarop mensen met elkaar omgaan, en hoe dat beter zou kunnen. Je observeert, met grote ogen. Je oordeelt vrijwel meteen. Daarna weeg je toch af en komt dan vaak met een verbazingwekkend genuanceerd beeld.
Soms begrijp je dingen van De Wereld niet.
Maar jongens van bijna tien hoeven De Wereld ook nog niet te begrijpen. Als jij er nou gewoon van geniet, dan hou ik je veilig en warm en gezond, dat hebben we tot nu toe tenslotte behoorlijk goed gedaan samen, en dan praten we later wel over het hoe en waarom.
We leren nieuwe kanten van elkaar kennen, Wessie. Je wordt ouder, je wordt uitgesprokener, en je leert dat je je niet altijd hoeft te voegen naar iedere situatie. Inmiddels ben je daar al héél goed in. Je leert dat jouw mening er net zoveel toe doet als die van ieder ander. Minstens.
Het klinkt misschien een beetje zweverig, maar soms heb ik het gevoel dat ik jou gekregen heb met een heel bijzondere reden. Dat er iets in mij begonnen is toen jij in mijn leven kwam.
Je bent anders dan alle andere kinderen die ik ken. Soms serieuzer, dan weer maller, emotioneler, aandachtiger, dromeriger. En joh, misschien klets ik wel uit mijn nek (kan goed hè, zou de eerste keer niet zijn), maar het is een blije gedacht dat jij misschien wel eerder dan ik wist dat wij - jij en ik en papa en je broer - bij elkaar hoorden in het leven. Aan één gesmeed door een ventje met bruine kijkers en blond stekelig haar.
En voor het geval dat waar is - dank je wel, jongen.
Dank je wel voor jou.
Morgen ben je tien. Vanavond ging je met dikke tranen slapen. Je dacht dat tien nooit zo leuk zou kunnen worden als dat negen was. Je wilde wakker blijven, om de laatste uren negen "ten volle te benutten". Zo zei je het.
Ik ga je laten zien dat tien wél leuk is. Beloofd!
Liefs
Mama