maandag 23 april 2012

Morgen gaat hij voor het eerst naar school .

Augustus 2006

Beste wereld,

Morgen stuur ik je mijn jongste. Dan gaat hij naar school. Hij komt niet eerst wennen, want in de zomervakantie werd hij vier. Hij komt gelijk écht. Je herkent hem ongetwijfeld meteen, als je hem ziet. Onstuimig tiepje, wilde bos haar, grote bruine ogen en een gulle lach.


Mijn jongste is een beetje een speciaal geval. Hij is altijd de koning van het paleis geweest, hier. Hij is nou eenmaal de jongste, zoals ik al zei. En laten we eerlijk wezen, hij is om op te vreten. En, hij is mijn laatste baby. Dus tja.
We hebben hem eigenlijk best een beetje klein gehouden, waar we konden, maar vanaf nu gaat dat veranderen. Vanaf nu wordt jouw invloed langzaam, stukje bij beetje, steeds groter, en de mijne steeds een beetje kleiner.



Wat hem staat te gebeuren is nieuw voor hem, en hartstikke spannend. Hij vindt het geweldig, en tegelijkertijd best wel eng. Tot nu toe waren papa of mama er als hij zich pijn deed. Zijn broer was er om hem te beschermen tegen iedere enge grote hond, om zijn handje vast te houden als hij van een hoge stoep moest springen... Dat wordt vanaf morgen langzamerhand anders, en ik zou je willen vragen het een beetje rustig aan te doen, met hem.


Morgenochtend gaat hij naar het schoolplein, met papa en mama. Dan zetten we hem in de klas, op een stoeltje met zijn naam erop. Dan zwaaien we heel hard, en dan begint voor hem een heel nieuw avontuur. Een avontuur dat hem misschien wel de hele wereld over stuurt. Een avontuur dat vol zal zitten met vreugde, maar vast ook wel met verdriet. Om je leven te starten, om zomaar uit je veilige huis de wereld in de stappen, nou, daar is best moed voor nodig.


Zorg een beetje voor hem. Goed? Pak zijn hand, neem hem mee, steeds stukjes verder, en leer hem alles wat hij moet weten. Maar als het mag, graag zachtjes. Hij zal moeten leren dat niet iedereen aardig is, maar dat er meer helden zijn dan boeven. Dat hij vrienden heeft, maar ook vijanden. Vooral dat laatste vind ik niks, maar goed, ik snap ook wel dat dat een keer zal moeten, dus even van moeder tot moeder: no hard feelings.


Het gaat best een tijdje duren, dit hele gebeuren. Ik schat een jaar of zestien, vanaf nu. In die tijd wil ik zo graag dat hij leert dat 50 verdiende centen meer waard zijn dan 1 gevonden euro. Dat hij soms ook moet verliezen, om af en toe te winnen. Hij zal jaloezie moeten leren kennen om te voelen hoe je oprecht blij voor iemand kunt zijn, en hoe dat je hart kan vullen.


Hij zal leren naast zich te kijken, naar de dingen om zich heen, maar ook verder dan zijn neus lang is. Hij zal zien dat je je kan verwonderen over de schoonheid van de woorden in een boek, maar ook over het landschap om je heen. Over de grote daden van de mensheid, maar ook over heel klein geluk.


Als hij op school zit, hoop ik dat hij leert dat het beter is om te zakken dan om te

spieken. Dat hij vertrouwen krijgt in zijn eigen ideeen. Ik hoop dat je hem de ruimte geeft om fouten te maken, en te leren van de consequenties. En dat hij zal weten dat hij niet met de menigte hoeft mee te lopen, als hij dat niet wil. Niet iedereen die dwaalt is de weg kwijt. Laat hem maar dwalen, maar alsjeblieft niet al te ver, goed?

Laat hem leren om te lachen als hij verdrietig is, en te huilen als hij dat wil. En dat heel soms het beste wat je kan gebeuren is, dat je niet krijgt wat je wilt. En dat je moet vechten voor waar je in gelooft. Help me hem te laten geloven in zichzelf. Want alleen als hij gelooft in zichzelf, kan hij ook geloven in anderen.

Wees voorzichtig met hem. Niet te voorzichtig, dat dan weer niet, want - nou ja, je begrijpt wel wat ik bedoel.

Want hij is nog maar net vier. Laten we klein beginnen. Morgen.

Met zijn naam op zijn stoeltje.

Ik weet wel dat ik veel vraag.
Maar ja, hij is van mij, en ik vind hem heel bijzonder, mijn zoon.

Morgen.

Dan komt hij.

Liefs,
D.