woensdag 13 april 2011

Jongens

Vier jongens, aan de rand van de Delftse Waterspeeltuin, in de zon.


Jelmer en Pepijn. Stach en Wessel.

Ze hebben snoepjes gedeeld en met elkaar in de hooiberg gespeeld.


Ze hebben ruzies gemaakt waar de vonken vanaf vlogen, over Welk Spel Er Gespeeld Moest Worden. Voetbal of basketbal. Of ze eerst naar de olifanten zouden gaan of de vleermuizen. Ze hebben uren gespeeld met vloeren vol lego's of auto's. En met de DS-en.

Ze groeiden met elkaar op in hun basisschool periode. Op de CBK.

Kindervriendschappen zijn bijzonder. Ze hebben niet altijd de intensiteit en het drama van volwassen vriendschappen - de meningsverschillen zijn groot en hevig, maar ook vluchtig, soms.
Een beetje als vuurwerk; het wordt aangestoken, broeit even, ontploft, maar kan dan ook weer helemaal weg zijn.


Het kan een zorgeloze band zijn - er zijn dan geen moeilijke vragen over hoeveel je eigenlijk gemeen hebt met elkaar en wanneer je tijd hebt voor een volgende afspraak. Je bent gewoon klein, en hé, hij daar, kijk dan, hij is ook klein, laten we spelen.

Ze hebben zo'n geschiedenis samen. Ze hebben kleine rituelen die alleen zij begrijpen. Ze zijn thuis in elkaars huis.


Nu pas, nu ze wat ouder worden, gaan ze af en toe nadenken over hun verschillen. Nu pas nemen ze af en toe afstand, als het even niet lekker loopt.
Hun werelden worden groter, en ze zijn niet meer tot elkaar veroordeeld omdat ze toevallig de broers / broertjes van zijn. Nu kiezen ze er zelf voor om tijd met elkaar door te brengen.


Of niet.

Of hun vriendschap de tand des tijds zal doorstaan?

We zullen het wel zien.


Maar eens waren ze heel belangrijk in elkaars leven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten