maandag 28 januari 2013

Alweer jarig


Ik maak graag foto's. Ik maak doorlopend foto's. Van de dingen om mee heen. De kinderen. Triviale dingen, belangrijke dingen. 
Ik leg het leven vast, zoals het nu is, terwijl ik samen met mijn man en kinderen opgroei, temidden van snotneuzenen, verjaardagen, seizoenen, verdriet, plezier en al die kleine, gekke dingetjes die van ons Ons maken. Ik vang het moment. Ik wil dat mijn kinderen later weten hoeveel ik om ze gaf, hoe ik in het leven stond toen ze klein waren, waarom we de beslissingen namen die we namen.
Het is ook een creatieve uiting -ik moet soms iets creëren. Ja, moet -om het rusteloze in mezelf kwijt te raken, om te kunnen focusen op wat belangrijk is, om mijn balans te vinden.

Dus maak ik foto's.
Dus schrijf ik.
Dus is er een weblog.



Dat weblog is vandaag een soort van jarig. Alweer twee geworden.
Ten tijde van de eerste verjaardag schreef ik een stukje, waarin stond dat ik tot die tijd 109 berichten had geplaatst en er 1919 keer door iemand op was gekeken en/of gelezen.
Een jaar verder zijn het 216 berichten en 6020 bezoekjes.


Ik ga nog maar even door.
Het niet voorbijgaan aan dagelijkse blije dingen. Ik hou daar zo van.
De mooiste dingen in het leven zijn uiteindelijk helemaal geen dingen.

zaterdag 26 januari 2013

Het Eiland

Kijk, zie je daar dat groepje bomen? Dat is een klein eiland, midden in ons Beatrixpark. Een halve kilometer van huis, vlakbij kinderboerderij 't Hoefblad en speeltuin Fort Drakensteijn.

 
Sinds afgelopen zomer heeft dit eiland voor ons meer betekenis gekregen. Want wij zijn Geocachers geworden. En op dat eiland ligt dus een cache.

Eigenlijk is het een soort schatzoeken voor volwassenen. Word nou niet op het verkeerde been gezet, want er valt niets mee te verdienen hoor. Geen geld, geen goudstukken, geen prijzengeld, geen medaille, niets van dat al.

In Wikipedia staat de volgende omschrijving:
Geocaching is een buitensport en spel, waarbij gebruik wordt gemaakt van een GPS-ontvanger om ergens ter wereld een zogenaamde cache (verstopplaats) te vinden. Een cache is in het algemeen een kleine waterdichte doos, voorzien van een logboek en de "schat" (ook wel "goodies", ruilspulletjes die voor kleine kinderen erg leuk kunnen zijn). Na het verstoppen van de schat maakt de plaatser via internet de locatie bekend aan andere geocachers. Anderen kunnen bij het vinden van de schat vaak voorwerpen ruilen en/of toevoegen. In de schat is altijd een logboek aanwezig, waarin de vinder zijn naam achter kan laten. Het is ook de bedoeling dat de vinder op de Geocaching-website een log achterlaat, ook als het niet is gelukt de schat te vinden.
Als men de "schat" gevonden heeft, is het echter niet de bedoeling de exacte ligplaats van de schat te vertellen; deze moeten de andere geocachers zelf vinden. Het is juist de sport dat men een beetje moeite moet doen met het zoeken.
Als de "schat" gevonden is moet men het na het loggen en ruilen, de "schat" weer op precies dezelfde plek en manier terug leggen ervoor zorgend dat bij het pakken en terugleggen ervan andere mensen niet zien wat men aan het doen is en waar de "schat" ligt. De caches zijn er in diverse maten, van de grootte van een fietsventiel, fotorolletje waar alleen een logboekje in zit tot een munitiekistje of emmer waar men dan de goodies in zou kunnen vinden.

Het is voor ons een fantastisch leuke manier geworden om een doel te geven aan wandel- en fietstochtjes. Het brengt ons op plekjes dicht bij huis, waar we toch nooit eerder geweest zijn. Het leidt ons naar de leukste en mooiste lokaties op vakantieadressen. Het trekt de jongens mee naar buiten. Ze kibbelen over wie er met de GPS-ontvanger voorop mag lopen en zoeken fanatiek om als eerste de cache te kunnen spotten.

 
In deze tijd van het jaar zijn we niet vaak op pad. Te koud, te glad en lastig zoeken met al die sneeuw. Wij wachten geduldig op de ontluikende lente.

 
Maar, voor het eiland maken we een uitzondering.

Daar, aan de overkant ligt er dus eentje. Maar er gaat geen pontje heen en er ligt ook geen brug. Een helicopter kan er niet landen omdat het er vrij dicht begroeid is met allerlei prikkelbosjes. En waterfietsen zijn er niet in het Beatrixpark.
Er blijven dus een aantal opties over.
1. Zwemmen - zou kunnen, maar je moet je GPS-ontvanger wel droog over kunnen brengen en eenmaal daar aangekomen moet je op het eiland nog op zoek naar de juiste lokatie. Dat is geen pretje op je blote pootjes en met je nagenoeg blote lijf.
2. Pootje baden - broek uit en lopen naar de overkant. Ik heb foto's gezien van mensen die dit doen; handen hoog om de broek en schoenen droog te houden.
3. Roeien - ze bestaan echt. Cachers die een roeibootje mee het park in nemen, oppompen langs de kant en zo naar de overkant roeien.
4. IJslopen.

 
Wij gingen voor optie 4. Wachten wachten wachten. Op vorst. De vorst kwam en bleef een tijdje.
Dinsdag onder schooltijd gingen we samen kijken. Kijken hoe het erbij lag. Proberen.

 
We zijn het hele eiland omgelopen, maar durfden de oversteek niet te maken. Aan onze kant zag het er best goed uit, maar daar aan de overkant, langs de kant, duidelijk niet. Als je eenmaal daar bent en je maakt een gat en trapt het ijs kapot, kom je ook nooit meer terug.
We speurden naar voetstappen, maar zagen alleen sporen van dieren en geen enkel spoor liep helemaal naar de overkant.
Het bleef dus bij kijken.

 
Maar daarna kwamen een paar nachten met flinke nachtvorst en ook overdag was het ijzig koud. We lazen op de site dat een enkeling de tocht al succesvol had afgerond, dus dat gaf ons moed.
Jongste houdt wel van avontuur, dus we spraken af het in het weekend nog eens te gaan proberen.

Vanochtend was het zover. Het sneeuwde al een poosje toen we allemaal zover waren om te vertrekken. We wilden het niet langer uitstellen, want straks zijn er helemaal geen sporen meer te zien. En er werd dooi verwacht.

 
Hoppa, op de fiets dus. Het was smerig koud. De tegenwind blies de sneeuw recht in ons gezicht. Maar we reden door.

 
Kijk, daar, daar moesten we zijn. Voetstappen.
Wim bleef achter, met zijn telefoon in de aanslag om indien nodig hulptroepen in te schakelen. Hij ziet die leeuwen en beren en wakken en onder het ijsglijden en dat soort dingen. Maar Jongste en ik niet. Wij gingen op avontuur.

 
Het ijs bleek perfect. Stevig. Geen kraakje gehoord.

 
 
Eenmaal op het eiland wees hij met de GPS-ontvanger in zijn knuisten de weg.

 
Ja hoor, daar in dat holletje van de boom, onder die takjes, daar lag ie dan. Op ons te wachten.

 
Wat gaaf dat het gelukt is.

 
Na onze Teamnaam Schuurmanski op de logrol gezet te hebben, begonnen we aan de terugtocht.

 
 

Dit armbandje vonden we in de cache en mochten we meenemen.
En toen fietsen we intens tevreden naar huis, naar de warmte en naar de warme chocomel en koffie.
Mission completed.

dinsdag 22 januari 2013

De hel(d) van Maassluis

zondag 20 januari 2012

Waarom doe ik dit?

08.30 uur: Mijn wekker gaat af. Ik schrik er niet van. Ik was al wakker: wakker geworden van de wind die loeit om de dakramen. Wakker, net als jongste. Gisteravond ben ik lekker naast hem gekropen, zoals bijna gebruikelijk als Ons Opperhoofd niet thuis slaapt. Nu worden we samen wakker. "Heeft het weer gesneeuwd mam?"

Waarom ga ik dit doen, vraag ik mezelf af. Een zondag als deze had ik nog langer uit kunnen slapen. En binnen kunnen blijven, bij de jongens, samen wachtend op de thuiskomst van onze Engelandvaarder. Niks heerlijker dan een dag in pyjama's aanklungelen.

Maar ik ga uit bed en maak ontbijt klaar. Een croissant uit de oven voor Jongste, crackers met melk en koffie voor mij.

 
09.00 uur: Ik check Twitter en Facebook. Twee totaal overbodige digitale communicatiekanalen. Maar ik vind daar medestanders. Al dagen worden daar wetenswaardigheden en speculaties uitgewisseld. Over de routes, of ze al sneeuwvrij zijn, waar ze omgeleid worden en vooral over hoe de weersomstandigheden zullen zijn. Ik krijg daar heel erg het "wij samen" gevoel van, hoewel ik de meesten helemaal niet persoonlijk ken.

09.30 uur: Ik ruim de benedenverdieping op en sus wat woordenwisselingen tussen de jongens, want inmiddels is Oudste ook verschenen.
Het stapeltje spullen dat ik op tafel verzamel wordt steeds groter. Mijn armhoes met Gio, "oortjes" met een reservepaar, een banaan, mueslireep, ontbijtkoek, geld, autopapieren, fleecetrui voor als ik koud ben op de terugweg en een flesje sportdrank.

10.00 uur: Nog 1x gluren wat de anderen voor kleding aantrekken en dan gaat het vooral om de hoeveelheid laagjes. De hoopvolle geruchten gonzen dat het pas gaat sneeuwen als we net klaar zijn. Ik pak de zonnebril die geadviseerd wordt voor als het toch gaat sneeuwen onderweg.

 
 10.15 uur: Ik trek boven mijn renpak van de waslijn. Na het douchen smeer ik me in met vettigheid en geef mijn voeten en gezicht wat extra aandacht. Ik besluit 2 broeken over elkaar aan te trekken. Twijfelachtig kijk ik naar mijn shirts en begin er dan gewoon 1 aan te doen. En nog één. En dan nog één met lange mouwen. Onderin de kast zoek ik naar die ene hoofdband waarvan ik weet dat die er moet zijn, maar die ik al jaren niet meer van dichtbij heb gezien. Gevonden. Nu nog de vaseline vinden. Ook dat lukt en ik geef mijn gezicht alvast een laagje.
Met mijn sokken, renschoenen, jack en wind(dicht)jasje loop ik de trap weer af.

11.00 uur: Een zwarte gestalte parkeert zijn fiets onder het keukenraam. Behalve zijn ogen zie ik geen stukje huid. Hij oogt Sibirisch. Het is mijn Pa. Hij blijft bij de jongens als ik weg ben.
Terwijl ik koffie maak, praten we over wat komen gaat. Uit zijn tas komen spullen.
Hij tovert een ren-muts te voorschijn. Niet zomaar een muts. Het is Ma's Ren Mutsie. Ik mag hem hebben als ie past. Ik zorg gewoon dat ie past, want dat Mutsie moet mee vandaag. Blij word ik daarvan.


~ Kijk m'n gezicht eens glimmen. Vaseline, mensen. ~

 
11.15 uur: Pa checkt de website en heeft een aantal nuttige tips over waar op het parcours de wind mee en waar tegen zal zijn, en waar de splitsing zal zijn voor de 5-, 10- en 21 kilometer. Ik beantwoord de whatsapp-aanmoedigingsberichtjes die ik krijg.
 
11.30 uur: Kwik arriveert met een stralende glimlach op haar gezicht. Allebei zijn we begin-renners. Vandaag gaan we voor het eerst een rondje samen doen. En het wordt een hele serieuze. Daar ligt ook mijn leerdoel voor vandaag. Ik ga geen snelle tijd lopen. Ik ga samen lopen. Een nieuwe ervaring voor deze einzelgänger.
Ik warm snel de 2 pannenkoeken op die ik bewaard heb van ons diner van gisteravond.
Dan trek ik de rest van mijn kleding aan en vul mijn tas. Check Check Dubbel Check.
 
11.50 uur: Ik tover de auto onder de sneeuw vandaan en dan gaan we op weg naar Maassluis. De voorruit beslaat, dus de blower gaat aan. Ik zet de verwarming expres laag. Ik wil het niet te comfortabel krijgen, want anders is de klap in mijn gezicht zo groot zometeen.  Het is echt koud en guur buiten.
 
Waarom doe ik dit, vraag ik mezelf af. Dit is kak-weer. Gaat dit leuk worden? Als ik naast me kijken, in het lachende gezicht van Kwik, zie ik het antwoord. We zeggen tegen elkaar: 'De 11stedentocht van '63 hebben we niet meegemaakt, maar straks de #Ruitenburghalve wel'.
 
12.10 uur: Een sporthal in Maassluis. We hebben in de buurt een parkeerplek gevonden op een witte sneeuwvlakte die in menig wintersportgebied niet zou misstaan. Lopend naar de hal waaien we uit ons jasje en slaat de ijskoude wind genadeloos neer op onze hoofden. Maar we zijn zeker niet alleen. Van alle kanten komen ze aan, de helden van Maassluis.
 
12.15 uur: Kwik loopt de eerste bekende tegen het lijf. Laat dat nou de fotograaf van vandaag zijn. Dus onze entree wordt direct vastgelegd.

 
12.20 uur: We halen onze startnummers op, groeten links en rechts bekenden en voegen ons in de hoek waar de THOF-renners verzameld hebben. Jas uit, banaantje naar binnen en aan de slag met speldjes en nummer. Daarna moet de chip nog tussen de schoenveters gefrommeld worden voor de tijdsregistratie. Ook nog maar een laagje vaseline op mijn snuit.
 
 
12.35 uur: Aansluiten in de rij bij de toiletten. Zonder gedane plas, ren ik namelijk geen pas.
Paar slokjes drinken, mueslireep en ook mijn inwendige mens is er klaar voor. Er hangt een bijzondere sfeer daar in die hal met al die renners onder elkaar. 

 
12.40 uur: We maken ons klaar voor de start. Rennen wat heen en weer in de hal, rekken en strekken. Mijn benen zijn er klaar voor. Ik begin me langzaamaan te herinneren waarom ik dit ga doen. Het zien van al die gelijkgestemden doet het van binnen kriebelen. Deze wordt genieten. Het gaat niet om de tijd, het gaat om één met de natuur, de strijd tegen de elementen, genieten.
 

 
Waarom doe ik dit, vraag ik mezelf nog één keer af. Hoe zwaar gaat dit worden? Ik ben best goed in asfalt, maar in sneeuw? Ik doe dat.......waarom? Ga ik dit echt leuk vinden?
 

 
12.50 uur: De hoofdband en Mutsie gaan op. We lopen de hal uit en rennen op een sukkeldrafje een paar honderd meter richting de start. Het is zojuist begonnen met sneeuwen. Dus toch.
 
Er schiet me een flauw mopje in gedachte: 2 Sneeuwvlokken komen elkaar tegen. 'Waar ga jij heen?' 'Naar Oostenrijk, feestje bouwen. En jij?' 'Naar Nederland, paniek zaaien.'
 
De menigte van zo'n 700 lopers huppelen en dribbelen om warm te blijven. De omroeper meldt dat gewacht wordt op het sein van de politie dat het parcours helemaal vrijgemaakt is. Nog twee minuten. Er heerst onrust onder de gekooide dieren. Iedereen wil los. Ik zet mijn muziek alvast aan en doe onder mijn hoofdband de oortjes in.
 
 
13.03 uur: De start. En dan weet ik ruim een uur lang weer exact waarom ik dit doe. Dit doe ik omdat rennen me gelukkig maakt. Dit doe ik omdat rennen me compleet maakt. Dit doe ik omdat ik alles kan. Ook rennen bij een gevoelstemperatuur van -15.
 
 
Het is zo mooi onderweg. Omdat het tempo vandaag voor mij heel relaxed is, heb ik volop de tijd om de omgeving in me op te nemen en om me heen te kijken. We nemen de tijd om uitgebreid naar Kwik's vader te zwaaien en groeten iedereen die voor ons klapt. Ik heb meedelijden met de supporters langs de kant. Ze staan erbij als ijspegels. Tegelijkertijd besef ik dat zij meewarig hoofdschuddend ons nakijken met de gedachte dat er een steekje aan ons los moet zitten om dit te doen. Vrijwillig.
 
Op de lange rechte stukken striemt de ijskoude wind in ons gezicht. Sneeuwvlokken blijven plakken in de vaseline. En toch hè, toch, hebben we geen hinder van de kou. Héérlijk! roepen we tegen elkaar.
We rennen van het blauwe jasje naar het rode jack, schudden een boerende gast van ons af en gaan door. Het is niet eens zo zwaar en ik geniet 10 kilometer lang.
De laatste 2 kilometer wordt de weg glibberig en is het uitkijken geblazen.
 
~ Ik ken de goede man niet, maar had ik een baard gehad, had ik er vast ook zo uitgezien. ~
 
14.05 uur: Met de finish in zicht en joelende THOFfers langs de kant zetten we de eindsprint in. Yes, gelukt!
 
  
  
 
 
 
 
15.30 uur: De warme bouillon bij de finish was heerlijk, het napraten met bekenden gezellig, de warme thee en koffie welkom. Nu zitten we intens tevreden in de auto. De wereld is nog witter dan wit geworden. Ik rijd als een slak en kom niet boven de 70 kilomter per uur op de snelweg. Maar blij!
Het was COOL. Daarom doe ik dit.
 
 

woensdag 16 januari 2013

Vijftig tinten grijs

Ik sloeg mijn boek dicht en terwijl ik diep zuchtte woelde ik met mijn handen even stevig door mijn haar. Opeens schoot het door me heen: als ik nou eens vandaag...? In plaats van volgende week... en dan samen... dat wil ze vast wel! 

Een paar uur later ging ik naar zo’n speciaalzaak. Ze had al het één en ander ingeslagen. Uiteraard na goed voorgelicht te zijn; hoe goed het ook is om vastgeroeste gewoontes te doorbreken - het is niet verstandig om aan zoiets zonder goede voorbereiding en instructies te beginnen. 

Vandaag zou het dé dag worden. Geen verplichte dingetjes, lekker alleen maar doen waar ik zin in heb. Daar viel dit ook onder. Ik deed de deur achter me dicht en zij pakte de nieuwe aankopen, wat handdoeken en, voor de zekerheid, ook wat latex handschoenen.  

“Even iets rechterop!”

“Niet zo trekken!”

“Ja, goed aan de achterkant...”

“Als je nou een beetje draait... Ja, zo!”

“Gaat het goed, zo?”

“Ja... ja...” 

Het was wat onwennig gedoe maar uiteindelijk waren we klaar en ging zij naar een ander terwijl ik nog even bleef waar ik was. Het was goed gegaan, vond ik, dit kunnen we heel best samen. 
Ik bekeek mijzelf nog even tevreden in de spiegel en liep naar Jayne toe. 

“Kijk jij eens even? Volgens mij is het goed gelukt: geen tintje grijs meer te zien.”

"Mooi, dan kan ik er weer voor een week of zeven tegenaan".
 
~ "Mijn kapper Jayne" in ons dorp ~

zondag 13 januari 2013

Leerproces

De twee weken Kerstvakantie waren heerlijk. Vol goede moed en met een schone lei begonnen we aan de schoollevens in het nieuwe kalenderjaar.

Het duurde ongeveer 3 1/2 dag en ik kon de Kerstvakantie al niet meer voelen. Ik zat er weer middenin en dat voelt niet goed. Niet prettig ook.

Het lijkt of we hier in 'permanente staat van oorlog' verkeren, Oudste en ik. Dat gaat dan over dingen die hij doet - continu zijn broer beledigen, ons afblaffen, waarheden verdraaien, om half tien 's avonds ineens een huiswerkopdracht op de PC gaan maken die naar zijn zeggen gedurende een week of twee werken op school nooit goed is opgeslagen in zijn schoollaptop, luieren, alles laten slingeren, ongeinteresseerd aan tafel zitten als we huiswerk doen.
Maar ook over de dingen die hij niet doet - vertellen dat hij al van voor de Kerstvakantie zijn laptop op school kwijt is en laten zien dat zijn voorfiets aan barrels ligt.

Ook met Jongste vervielen we weer in oude patronen - brandjes blussen op school en veel helpen met huiswerk. Tel daarbij op het gedonder op Wim's werk én Zus die weer van zich laat horen.

Drie-en-en-halve dag en ik was moe, zo moe, van alle discussies, de uren gespendeerd aan school, het trekken aan een dood paard en door dit alles veel te kort slapen.
Dit wordt hem dus niet. Leermomentje voor moeders.
De omstandigheden verander ik niet. IK moet dus (iets) veranderen.

vrijdag 11 januari 2013

December 2012 gezien door Gio

December is elk jaar een bijzondere maand. Door de feesten, de lichtjes, sfeer en alle drukte die het met zich meebrengt.

 
 
Ik denk niet dat we ooit eerder zo vroeg in de maand een kerstboom uit hebben gezocht. Maar de ervaring leert dat, als je er niet te ver voor wilt rijden, je beter snel kunt zijn. Rare bomen verkochten ze dit jaar. Of liever gezegd, lelijke bomen. Met 2 toppen, kromme stammen, kale kanten. En dat alles voor de Hoofdprijs.
We kozen, reden hem naar huis en schoven hem de schuur in. Nog even geduld a.u.b.
 
 
Toen Broer jarig was kreeg ik van Logeer Konijn een 'dank-je-wel-cadeautje'. Ik ben dol op de hele Blond serie, maar vroeg me wél af of het om het gebaar of om de tekst ging.
 
 
Ik rende voor het goede doel de 10 kilometer van De Sinterklaasloop.
 
 
Mag ik jullie voorstellen: onze circusartiest Stinkie Monster De Goudvis. Inmiddels al 5 1/2 jaar oud en niet kapot te krijgen. Altijd gedacht dat het zo moeilijk was om goudvissen te houden. Ben er inmiddels achter dat het reuze meevalt.
We hebben een deal in Huize Schuurmans. Als Stinkie Monster is gaan hemelen, gaan we weer voor een Poezedier zorgen. Die deal staat inmiddels al een jaartje of 2 en Stinkie Monster blijkt enorm sterk. We twijfelen nu, maar dat weet Jongste niet en dat willen we graag nog even zo houden tot we er uit zijn.
Inmiddels spettert en spat deze tegen de klippen opgroeiende joekel (het is er echt maar eentje hoor) dat het een lieve lust is. Ik vermoed dat als we er een hoepeltje boven houden, hij daar gewoon doorheen springt. Die watervlekken op de muur heeft hij net gemaakt. Hij doet aan bommetjes.
 


De surprise die Jongste voor zijn klasgenoot maakte.

 
Sinterklaas werd dit jaar weer iets minder beleefd dan voorgaande jaren. Bij de intocht bleef Jongste op afstand, het Sinterklaasjournaal werd wel eens overgeslagen en ook het schoen zetten werd vergeten.
Op de scholen was het gezellig en thuis deden we het Cadeautjes Dobbelspel en maakten we onze eigen pannenkoekjes.
 
 

Toen Sint vertrokken was, mocht de boom naar binnen.

 
Ineens was onze wereld wit geworden. Omdat we niet van glibberigheid houden, liepen we de weg naar school.
 
 
 
Ook dat hoort bij het witte winterweer: autoruiten ijsvrij krabben.
 
 
Cadeautje voor een Sinterklaas Kind.

 
 
We gingen naar de enige echte Nick & Simon. In Apeldoorn. Een mijl op zeven. Een klein vermogen uitgegeven aan de kaartjes, benzinekosten, een etentje en drinkmunten. 7 Uur van huis geweest, voor iets minder dan een uurtje Nick en Simon. O ja, en een klein half uurtje Pearl. Het was hartstikke gezellig daar niet van, maar toch moeten we zoiets natuurlijk NOOIT mee doen. Kunnen we beter hier een restaurant induiken .
 
 
Kleindg en attributen voor de Romeinse Omroeper van het Kerst Wandel Theater.
 

 
 
 Een judotoernooi én een judo-examen leverden tranen, een beker én een oranje band op.
 
  
 
Hoe trots kun je zijn op iets wat een ander bereikt heeft? Heel trots dus. She's a star!
 

 
Eén keer per jaar wil ze met me uit. Niet vaker. Vraag me niet waarom. Het schijnt nogal belastend te zijn, zo'n uitje.
 

 
Het werd een leuke avond, die we vast wilden leggen. We probeerden met haar én mijn mobiel een foto te maken. En nog eens. En nog eens. En toen was dit degene die het best gelukt was.

 
 
 


We maakten, stuurden en kregen kaarten.
 

 
Een bijzondere dag. Met ons vier naar het winkelcentrum in de wijk om voor elkaar onze kerstcadeautjes te kopen. Doen we nooit. Wel dat van die cadeautjes kopen, maar niet van dat met zijn vier. Stond er ook nog ineens een heuse stal mét kameel voor onze snufferd.
 

 
 
Het pas nog net.

 
 
Kerstavond. De Kinder Kerst Dienst. Met de musical Super Kerst.

 
 
 
Een aandenken van de ouderen in de wijk voor wie ze de musical ook hebben opgevoerd.
 
 
 
1e Kerstdag.
 
We hadden de laatste tijd weer eens wat te stellen met familie. Valt onder de categorie "Zelfs het Familie Diner krijgt ze niet meer bij elkaar aan tafel".
Toen kwam deze tweet voorbij. Tranen in mijn ogen. Van het lachen. Ik stuurde hem naar Wim en samen hikten we de feestdagen door.
 

  
 
Erg hè? Nooit gedacht dat zoiets nog eens bij mij op de kast zou staan. Maar Jongste heeft het bij elkaar gespaard en is er weg van.

 
 
Vlak na Kerst deden we weer iets nieuws met ons vier. We gingen naar het Kerst Circus in Ahoy.
 

 
  

Oudste ging bij Opa logeren. Ik bracht hem én de auto er heen en rende daar vandaan weer naar huis.
 
 
 
Oudjaar. Tassen vol vuurwerk.

 
 
 
Happy New Year!