Bijna een jaar geleden, op 15 mei, schreef ik een enthousiast verhaal over onze Songfestival avonturen. Wil je weten wat onze achtergrond met betrekking tot dit liedjesfestijn is, moet je misschien even teruglezen. Dat kan hier. *klik
Zoals bekend gooide Corona roet in het eten. Het Songfestival in Ahoy werd gecanceld en lang bleef het onzeker wat er in 2021 zou gaan gebeuren. Begin van dit jaar kregen we ons geld terug. In het vroege voorjaar werd bekend dat het spektakel tóch in Rotterdam zou plaatsvinden. Maar of er publiek bij kon zijn en hoeveel, dat was nog volstrekt onduidelijk.Nog niet zolang geleden kwam de aankondiging dat er publiek bij mocht, maar dan wel heel summier. Alleen op de tribunes, geen sta publiek en slechts 20% van de kaarten zouden beschikbaar komen.
Op dit punt was ik al een tijdje afgehaakt. 'Dan maar niet', dacht ik. Maar toen had ik buiten Oudste gerekend. 'Natúúrlijk gaan we wel; wat denk jij nou?'
Dus zat ik op zaterdag even voor twaalf uur met mijn snufferd voor twee computerschermen. Hij moest werken, dus ik stond gespannen voor zijn karretje. Ik weet het, ik had het ook niet hoeven doen.
Maar als het niet over sport gaat is Oudste niet echt te porren voor dit soort dingen. Voor ons samen al een leven lang geen bioscoop, concert of pretpark. Eén keer ging hij mee naar de musical The Lion King, maar dat deed hij echt voor mij. Dit zag ik als een kans. En die kans pakte ik met beide handen aan.
Omdat wij voor de halve finale jury avond van 2020 een ticket hadden gekocht, kregen we nu voorrang om nieuwe kaarten te proberen te kopen. Twintig procent is echt niet zoveel hè.
Maar binnen tien minuten in de wachtrij schoot mijn ene scherm door en niet veel later ook het andere. Dus onverwacht hadden we opnieuw twee kaarten. Wél kaarten, maar geen vrije dag. Want in onze werkagenda's hadden we hier helemaal geen rekening meer mee gehouden.Gelukkig hebben we beiden fijne collega's en stond het sein binnen een paar dagen op groen. We zouden gaan.
Na de Keukenhof, Kinderdijk en Koninginnedag zou ik ook de folklore van het Songfestival gaan beleven.
Omdat het een Fieldlab evenement betrof, werden we vrijwel direct bestookt met allerlei informatie en 'opdrachten'. Een viertal apps moesten gedownload worden en afspraken ingepland voor een Corona sneltest, waarvan de uitslag niet ouder dan vierentwintig uur mocht zijn bij het eindtijdstip van het festival.
Maandagmiddag konden we in een lange rij bij Excelsior aansluiten. Een klein uurtje later was de test uitgevoerd.
En nog in de auto op weg naar Ahoy, kregen we beiden een negatieve uitslag in onze mailbox.
In de app hadden we een entree tijdvak doorgekregen, zodat het publiek gedoseerd binnen zou komen. Mijn plan was dus om braaf op de parkeerplaats te wachten, maar Oudste zei 'Ben je helemaal mal.
We gaan gewoon naar binnen.' Echt hè, dat stukje DNA heeft hij niet van mij.
Zo kwam het dat we om even na zeven uur al binnen waren. Vroeg genoeg om mensen te kijken, de garderobe te zoeken én nog iets te eten.
Het stereotype uitgedoste publiek was er niet. Hier en daar een sjaaltje of sweater, maar dat was het wel. Weinig regenbogen, rare verkleedpartijen en bling bling gezien. Er was werkelijk niemand die me kon vertellen waar de aangekondigde garderobe was, dus propten we de jassen maar onder de stoelen. De ambachtelijke friet was spot goedkoop, want omdat het pin apparaat het niet deed, mochten we het zo meenemen.
Tot zover onze voorbereiding. Oh nee, we zochten ook nog een gratis landen vlaggetje uit. Niet zoals de rest dat deed. Wij pikten er gewoon willekeurig twee uit de bak. Plots waren we voor Roemenië en Macedonië. Bij de bar had ik direct sjans, met laatst genoemde 'landgenoten'. Wat een vlaggetje al niet kan doen.
Eenmaal op onze plek bleken we echt pal op elkaar te zitten. Dus net als 'vroeger'. Best een hele rare gewaarwording. Wat zijn we dit toch ontwend geraakt met zijn allen. Maar jongens, wat was het fijn. Met drie en een half duizend man, samen naar optredens kijken. Héérlijk ouderwets.
We werden opgewarmd met gouwe ouwe festival liedjes. Waarbij 'Hemel en aarde' en 'De troubadour' op het luidste zangkoor konden rekenen.
De opening werd verzorgd door good old Duncan.
Direct werd duidelijk wat de functie van de armbandjes was, die we bij binnenkomst in onze knuisten kregen gedrukt. Eén grote lichtjesparade. Van wit kleurend naar rood.
In één klap werd zichtbaar dat licht, led, techniek en effecten een grote rol zouden vervullen tijdens dit Europees Kampioenschap Zingen.
Toen verscheen het presentatie kwartet ten tonele. Eerlijk? Ze hadden echt niet zoveel te doen. Af en toe een beetje tekst. Strak geregisseerd en uitgeschreven. Ook elke punt en komma in interviews stond vast. Geen ruimte voor eigenheid. Eigenlijk een kopie van de presentatoren van voorgaande jaren die ik sprekende poppen met een laag decolleté noemde. Gelukkig kon Chantal dinsdag in de TV uitzending nog een beetje improviseren, toen iets een keer niet helemaal volgens plan verliep.
Uiteindelijk zagen we zestien landen voorbij komen. Vijftig procent van de te verdelen punten zou de jury vandaag weggeven. De voorafgaande twee dagen had ik de playlist al een aantal keer afgespeeld. Dat zorgde in elk geval voor herkenning en hier en daar zelfs meezingen.
Litouwen deed de aftrap. Foute technodisco met felgele pakjes en hilarische danspasjes. Vermakelijk, maar niet echt serieus te nemen als kanshebber. Als je ze gemist hebt, kun je ze zaterdag in de finale opnieuw zien.
Slovenië volgde. Ik was er niet van onder de indruk. De jury en stemmers blijkbaar ook niet, want ze konden hun retourticket gaan boeken.
Daarna Rusland met een grote matroesjka-jurk, die deed denken aan de deelname in 2000 van Linda Wagenmakers. Hebben we daar trouwens nog wel eens iets van vernomen?
Het lied van Zweden vond ik tegenvallen. Een magere act en niet wat ik de laatste jaren van het land gewend was. Toch mogen ze zaterdag nog eens aantreden.
Wegens de Covid19 reisbeperkingen had de delegatie van Australië niet naar Nederland af kunnen reizen. Voor het eerst in de geschiedenis kon een deelnemend land niet live optreden, maar werd er een voor opgenomen optreden op de schermen getoond. Dat hoeft gelukkig ook niet een tweede keer.
Toen volgde een ballade van Noord-Macedonië. Het glazuur sprong van mijn tanden. Zijn spiegel shirt zorgde voor zijn enige schittering die avond. Oogverblindend was het. Waar was mijn zonnebril?
Ierland maakte het zich moeilijk met een ingewikkelde cartoon-act. Ik heb het op TV nog niet terug gezien, maar als podium act sprak het totaal niet aan. Inpakken en wegwezen maar.
Cyprus. Dankzij de invloeden van Lady Gaga, ongegeneerd gekopieerd, door naar de finale.
Dan Noorwegen. Pure camp. Maar wél door.
Tick-Tock van Kroatië had ik met het aanstekelijke refrein al in de finale gerekend, maar ik kwam bedrogen uit. Exit.
Dan België. In tegenstelling tot 'Zoutelande' nu een draak van een nummer en met een enorm chagrijn gezonden. Maar ik heb er blijkbaar geen kijk op, want ze zijn door.
Israël dan, met een eigentijd dansnummer en een hoge nood aan het eind. Goed genoeg voor komende zaterdag.
Hierna volgde Roemenië. Een dame die halverwege opgetild werd. Maar ook zonder dat had ze al veel moeite om goed en toonvast te zingen. Zelfs toen ze het nog eens over mocht doen, klonk het nogal beroerd. Hadden ze echt niet beter?
Azerbeidzjan dan. De kenners vinden hun Mata Hari! niks. Ik vond het niet zo verkeerd en de jury en stemmers blijkbaar ook niet.
Bij de Oekraïne vraag je je echt af waar je nou naar zit te luisteren. Het is bizarre technopop, uitgevoerd door allemaal turbo-Duracell-batterijtjes, in een sterkte podiumpresentatie. Het lied nestelt zich in je hoofd.
De klapper was tegelijk de afsluiter. Malta. Zangeres Destiny is pas achttien jaar, maar heeft een dijk van een stem. By far de beste zangeres van de avond.
Op onze Rotterdamse Davina na. Zij verzorgde de pauze act, blies iedereen omver en stal de show.
Net als de rest van de avond, barstensvol technische hoogstandjes. Waarvan het effect van Ahoy onder water me pas bij de TV beelden duidelijk werd.
Als toegift mochten 3 landen hun act overdoen. Hoewel, mochten? Het zal wel moeten geweest zijn.
De bonus bestond uit drie direct geplaatste landen. Twee die voor hun finaleplaats betaald hadden, Italië en Duitsland. De eerste staat bij de bookmakers hoog in de ranglijst. Ik ben er te oud voor denk ik, want ik vind het he-le-maal niks. Duitsland stuurt Mister Positivo met kleding uit de carnavalsoptocht.
Onze nationale trots bracht ook zijn lied. Ik snap heel goed de boodschap, maar ik vermoed dat het de rest van Europa, niet kan boeien. Gelukkig maar, want nóg zo'n hele presentatie volgend jaar kost ons land klauwen met geld.
Conclusie van het festijn? Strak en gelikt. Niet hoogstaand qua liedjes, maar wèl van enorm technisch niveau. Een overdaad aan licht, kleur en lasers. Een mengeling van disco en kermis. Funest voor epilepsie patiënten. Maar hartstikke leuk om eens mee te maken.
Ik zet mijn geld op Frankrijk of Malta. Donderdag én zaterdag zit ik voor de buis. Met Oudste. Want die heeft beloofd voor deze speciale gelegenheid uit zijn grot te komen. Of ik wel voor iets lekkers ga zorgen, vroeg hij...mijn raderen draaien.
|
~ foto van internet ~ |