Hij is laat. Altijd.
Kan niet zelf zijn tijd bewaken. Heeft geen haast. Nooit.
Dat is op zich best relaxed. Maar vaak ook zó onhandig.
Ik ga daar niet al te veel commentaar op geven. Ik heb er zelf namelijk ook een houtje van.
Zal niet snel ergens te vróeg arriveren. Denk op het laatste moment nog nèt even tijd voor dat ene klusje te hebben. En kom dan vervolgens net op het nippertje op tijd. Of net niet.
Ben ik niet trots op. Maar allah. Dan ben ik maar bijna perfect - grijns.
Ik probeer hem wel te leren dat dit gedrag consequenties kan hebben. In de hoop dat hij daar dan iets van leert.
Voorlopig werkt dat niet. Bijna alle schooldagen komt hij struikelend op de valreep, of er net overheen, de klas binnen.
Neem vanmiddag. Op het moment dat ik vind dat hij echt NU de deur uit moet, wil hij nog kans maken voor de laatste schoolbel binnen te zijn, is hij zover.
Althans, dat denk ik.
Dan gaat hij naar het toilet, wil in de kamer zijn broek dichtdoen en zijn riem aantrekken, maar moet dan hoognodig iets vertellen. Het is een mini-man, dus kan geen twee dingen tegelijk. Gaat uitgebreid met gebaren en voordoen vertellen en de broek zakt tot onder de knie.
Zit alles eenmaal op zijn plek, ontdekt hij dat er nog geen schoenen onderuit steken. "Mam, waar zijn mijn schoenen?"
Als ik denk dat hij nu weg kan, kuiert hij naar de keukenla om een 'tandenpoets-kauwgompje' te pakken. Zonder kan hij ècht niet naar school.
Als hij zich omdraait staat daar Frits. Die móet opgepakt en plat geknuffeld worden.
"Mam, waar is mijn jas?"
Eindelijk staat hij dan buiten. Zonder fietssleutel.
"Mam, waar is mijn fietssleutel?"
Naar binnen. Zoeken. Want hij hangt uiteraard nooit aan het reuze handige sleutelrekje.
"Oh ja mam, had ik al verteld dat............"
Op dit punt begin ik onaardig te worden. Kortaf.
Wegwezen jij.
"Hé mam, ken je deze grap al? Het begint met een V en eindigt op Agina."
Ik zet mijn aller woeste gezicht op en bijt hem toe dat ik dit soort grappen helemaal niet leuk vind. Ik draai me om en hou de deurknop stevig vast om het oogcontact tussen hem en mij te kunnen verbreken. Want dan gáát hij tenminste.
Dat doet hij. Hij scheurt weg. Schaterlachend. "Het is Voorpagina, mam!"
Op tijd was hij niet, maar gelachen heeft hij wél.