Hij was een jaar of vijf, toen hij een (kinder)vishengel kreeg van Oom Cees.
Mét de belofte dat ze samen een keertje zouden gaan vissen.
Dat leek mij een goed idee, want ik ben geen kenner en heb nog nooit een hengel vastgehouden. Ik wéét hoe ik de waterbak van Zwaardvis moet verschonen, maar laat het graag aan W. over. Dus vissen met mij leek geen goed plan.
De tijd verstreek en er werd niet gevist. Druk enzo. In beslag genomen door Grote Mensen dingen.
Hij vroeg er wel naar hoor, maar nam ook genoegen met een "Ja, dat gaan we zeker een keer doen", en huppelde dan weer verder.
Maar nu. Nu. Is. Hij. Elf.
Elf heeft een ijzersterk geheugen en weet de belofte nog. Elf pakt zulke dingen anders aan.
Als Oom Cees belt voor zijn vader, eist hij eerst zelf de aandacht op.
"Wanneer gaan we?"
"Ja, dat gaan we zeker een keer doen."
"Prima, wanneer kunt u?"
"Dan moet ik in mijn agenda kijken."
"Nou, ik wacht wel even....."
Vijf minuten later had hij een date.
Voor over een week. Het was een echt verheugje. Hij telde de dagen af, want mam - ik ga nu écht vissen hè?! We doken de schuur in en vonden de hengel nog in de verpakking, onder een dikke laag stof. Even blazen en hij was er klaar voor.
Op een dinsdagochtend tijdens de zomervakantie stond hij voor de deur. Met een cadeau. Daarin een hengel. Hah! Aan het geheugen van Oom Cees zit wél een steekje los.
Daar gingen ze dan, richting Beatrixpark.
Na zo'n anderhalf uur stond ik al voor het keukenraam op de uitkijk. Ik verwachtte mijn kind zonder zitvlees en met niet al te veel geduld, terug.
Wat had ik het mis.
Na een uurtje of vier fietste ik er naar toe, met verse koffie en stroopwafels.
Ik trof er drie innig tevreden mannen aan.
Trots was hij ook. Want hij had veel geleerd en alles zelf gedaan. Het aas vastgemaakt, de hengel uitgegooid, binnen gehaald en al drie vissen gevangen. Hij had ze zelf van het haakje gehaald en weer terug gezet in het water.
Tussendoor hadden ze gekletst, in stoeltjes gehangen, snoepjes gedeeld en Duckies gelezen.
Ik begin het steeds beter te begrijpen, dat vissen. Ik begin langzaam te begrijpen hoe het maar zijdelings te maken heeft met het vangen van een vis.
Maar dit krioelende volkje hè. Dit hoort erbij en moet bewaard blijven in de koelkast. Naast de smeerworst, gehaktballen en yoghurt. Nou, dát dacht ik dus niet!