zondag 10 juni 2012

Familie Weekend

11, 12 en 13 mei 2012

'Hé, gezellig dat jullie er ook al zijn.'
'Hoe komen we nu aan de sleutel?'
'Heeft er iemand zin in jus d'orange?'

~ bijpraten onder de sterrenhemel ~

'Wat is het nog lekker om buiten te zitten zeg."
'Wil jij ook iets drinken?'
'Zou Aad nou ook komen dit jaar? Dat zou wel erg leuk zijn, niet dan?'

~ de traditie van de zelf gemaakte taarten ~

'Jij hebt die rumtaart gemaakt, toch? Lekker man.'
'Ja hoor kind, pak maar, die slagroom.'
'Oh, dat boerengolf vorig jaar, weet je nog? Was ook zo leuk.'
'Leuk! Die blauwe broek! Dat moet je meer doen, van die felle kleuren dragen.'

~ de hele bowling was door ons afgehuurd ~

'Mag ik echt hier zelf mijn cola bestellen van mijn eigen bonnen?'
'Hier. Hou die bal even voor me vast, voor zij er weer mee vandoor gaat.'
'Leuk joh, dat bowlen. Dat heb ik al lang niet meer gedaan.'


'Wessel! Goeie strike!'
'Nee zeg, die frikadelletjes heeft mijn vader voor mij besteld.'
'Niet rennen! Jongens, niet rennen!'
Waar is ze nou? Oh wacht, ze loopt op baan 9.'


'Bel jij ze eens, om te zeggen dat ze niet moeten betalen, omdat die slagboom gewoon open staat.'
'Iemand koffie?'
'Weet iemand waar die bezem is gebleven om de bal mee uit de sloot te vissen?'


'Heb je het niet gezien dan? Ze zaten net allemaal achter op die motor.'
'Mam, kom je mee tafeltennissen?'
'Ga dan even boven kijken, daar staan je slippers.'

~ er is altijd wel iemand die met je wil spelen ~

'Pas op, die pan is hartstikke heet!"
'Hier. Hou jij die schaal even vast.'
'Doen we nog een biertje? Die bbq is toch nog niet zover.'


'Pak eens een beker voor die siroop.'
'Heb jij gezien waar ze die DS heeft neer gelegd?'
'Kijk uit! Niks omstoten! Onder de tafel door, je kunt er niet omheen.'
'Eet nog wat, kind. Heb je genoeg gegeten? Eet nou nog wat.'


~ we speelden Ik Hou Van Holland ~


'Ik blijf wel even bij hem liggen. Misschien valt ie dan wel in slaap.'
'Ja, en net zeggen ze dat ik bij die tafel moet zitten. Nu weet ik het niet meer hoor.'
'Als je nu ook eens bij ons begint, is het eerlijker. '
'Hou jij dat kind nou even in de gaten.'


'Ik weet heel veel van films.'
'Als jij je nu alvast uit gaat kleden, kom ik zo bij de douche kijken en neem ik je handdoek mee.'

'Waarom krijgen we dat punt er nou niet bij?'

~ 50 gekookte eitjes op tafel ~


'Geef jij de boter even door.'
'Maak nou niet allemaal nieuwe pakken melk tegelijk open!'
'Weet ik veel. Die slaapt geloof ik nog.'
'Oh ja. Eet smakelijk, allemaal.'


'Wat duurt dat toch lang voor die machine warm is.'
'Staan die kopjes nog niet op tafel dan?'
'Ga jij daarheen? Meid, wat leuk. Waneer dan? En met wie?'


~ en heuse zevenkamp ~

'Dat kan toch niet dat hier helemaal geen emmers zijn.'
'Ja da-hag, zij springen toch ook niet met de hele groep tegelijk.'
'Ik moet nu echt héél nodig. Ik ben even weg.'


'Kijk dan zelf, zij spelen vals.'
'Als je harder trapt, hoef je niet zo te bukken. Ja, je wordt er wel natter van.'
'Geef mij even die pen. Hij ligt daar naast die stoel. Nee, die andere stoel.'
'Mam. Kunnen we niet nog héél even blijven?"



Chaos. Dat is het. Ieder jaar weer. Maar weet je, een moment per jaar hebben, een plek om samen naar toe te gaan is thuis komen, bij familie.
En dat hebben - dat is een enorme zegen.

Ook al praten ze allemaal veel te hard en door elkaar.