woensdag 26 februari 2014

Midden Delfland Loop

zaterdag 22 februari 2014

Vandaag stond er een loopje in Schipluiden / Maasland op het programma.
De trainers van de groep mensen die zich voorbereidt op de Westland Halve Marathon van eind mei, leek het verstandig om eens aan een wedstrijd mee te doen. Het is toch anders dan gewoon je loopje doen.
Het inschrijven, gefrutsel met startnummers, geklier met speldjes, opwarmen, wachten in een startvak en het gepiep van chips.


Ik kan wel zeggen dat Edwien en ik inmiddels ervaren wedstrijdlopers zijn, dus wij doen dit puur voor de fun. Gewoon. Gezellig. Samen. 
Het gaat nergens om. We hoeven niet op het podium en geen prijzen in ontvangst te nemen. Wel zo relaxed.
De opdracht die we meekregen was: ren deze 10 kilometer niet om een PR te halen, maar loop hem in het tempo dat je straks op de Halve Marathon ook denkt te gaan aanhouden.
Dus het hoefde nog niet eens hard ook.


Kwam mij goed uit, want ergens de afgelopen twee weken is er een blok aan mijn benen gaan hangen. Ik krijg het niet afgeschud, maar het maakt dat ik met loodzware benen door de polder zwoeg en er over het algemeen geen tempo in kan krijgen. Door de week houd ik voorlopig kleine rondjes aan, want ik weet dat ik over twee weken aan de start sta van de City Pier City Loop. Oók een Halve Marathon, die helemaal niet past in dit heuse trainingsschema. Maar die we ons zelf al lang geleden beloofd hadden en ook gewoon gaan doen. Maar dan moet ik wel zorgen dat er nog wat energie in de benen zit.

~ Jammer dat ie niet scherp is. ~

Dus kwam deze rustige trainingsloop mij goed uit. Geen stress. Niets moet.
Nou. Daar dachten een aantal andere dames héél anders over. Die hadden tot de afgelopen nacht wakker gelegen en gedroomd over finishtijden en getwijfeld of ze wel mee moesten doen. 
Die zagen de combinatie wedstrijd en training niet. Maakten zich zorgen hoe ze vanavond op een verjaardag uit moesten gaan leggen dat ze niet binnen het uur binnen waren gekomen.
Zij trainen nu voor die Halve Marathon straks, maar als ze niet de zekerheid hebben dat ze hem rond een tijd van twee uur kunnen volbrengen, gaan ze toch niet meedoen.
Echt hè. Mijn mond valt daarvan heel wijd open.
Ben zo blij dat ik het allemaal wat luchtiger zie en vooral geniet van de weg naar de finish toe en niet zozeer de tijd die daar dan op het bord staat.
Maar goed, ieder zijn ding.


Dat gezegd hebbende schaarde ik me bij de start achter hen en hobbelde mee. Hoewel? Het was niet bepaald hobbelen, want na de eerste kilometer hadden ze er flink de pas in. Waarom is het zo moeilijk af te leren, dat veel te snel starten? Ik liet me meenemen en bleef als een dolle achter hen aan lopen. Maar dat sloeg echt helemaal nergens op. Absoluut geen trainingsloop-tempo. Ik riep mezelf tot de orde, ging voor ze lopen en schroefde het tempo terug. Maar al wat ik ook deed, ik kreeg ze niet afgeremd. Dan maar niet.

Na een kilometer of vier passeerden ons de voorste tien kilometerlopers, die al op hun weg terug waren. Wat een snelheid.

Met een forse tegenwind liepen we de hele Gaagweg af, om bij het vijf kilometerpunt aan de Oostgaag om te keren. Al wandelend dronk ik water bij de drankpost en hapte een stukje banaan naar binnen. Intussen twijfelend wat te doen. Wacht ik hier op Edwien om bij haar aan te sluiten? Het gat was toch best groot en ik kreeg het al snel koud. 
Ik besloot toch de sokken er weer in te zetten en het gat dat intussen tussen mij en de andere twee was ontstaan, dicht te lopen. Dat lukte verrassend snel.


Het was heerlijk voorjaarsweer. Wat een zon. Best warm eigenlijk.
Mijn motor bleek ook warm en op volle toeren te draaien. "Weet je wat", dacht ik, "ik ga er gewoon vandoor". En ik holde ze voorbij. Tot ik de dame met het D.IJ.C. Bertus-jasje bij had gehaald. Even lekker uit de wind lopen. Daarna de kop overgenomen om haar achter mij te laten schuilen. 
Het zeven kilometerpaaltje waren we gepasseerd en ik liep lekker en vrij makkelijk. Laat ik eens wat proberen te versnellen, dacht ik moedig. Dus voorbij Bertus en briesend probeerde ze me te volgen. Tot het geluid steeds meer achter bleef en ze me niet meer bij kon houden. Ha ha. Wie had dat gedacht?


Nog één keer de klim over de ijzeren trambrug van Schipluiden en nog maar twee kilometer te gaan.
Met de wind in de rug kostte het minder kracht om het tempo vol te houden.
Uiteindelijk stond er 57.52 op de teller. Eén van mijn snellere tien kilometers, terwijl het een Halve Marathon tempo had moeten zijn. 
Volgende keer weer gewoon bij Edwien lopen; die houdt zich tenminste aan de opdracht. Al met al ben ik best trots op het aflopende schema dat ik gelopen heb.



Na afloop halen we de Thoffers die de 21 kilometer volbrengen, onder luid gejuich, binnen. Ook de man bij de trambrug op een foto hier boven, komt net zo fit als zijn hondje over de finish. Knap en gezellig, zo samen.


Als iedereen er is, gaan de dames naar huis. Ik blijf nog even voor de afterparty. Even dertig jaar bijpraten.



dinsdag 18 februari 2014

De plaatjes van Januari

Het leven raast voorbij. 
Maar de winter heeft geen haast. Waar ik vorige maand bijna dagelijks zat te wachten op de weeromslag en de eerste sneeuw, ga ik deze maand toch ècht geloven dat hij niét komt dit jaar.
Als ik buiten loop, hoor ik de lente in de geluiden die de vogels maken. Ik zie de lente in de sneeuwklokjes in de tuin. Zou het?
Nog even een terugblik naar vorige maand; nog even stil staan en genieten van wat was.


Er wordt hier in huis veel sport gekeken op TV. Door het enorme aanbod, kijk ik steeds minder mee. Tot het ècht spannend wordt. Dus als op de eerste dag van 2014 de finale om het PDC World Darts Championship wordt gespeeld, kijk ik mee. En zie ik Michael van Gerwen de terechte winnaar worden.


Op 3 januari heb ik mijn eerste ren-kilometers van 2014 gemaakt. Een Nieuwjaarsklapper.
Het was in vele opzichten een apart rondje.
Schiedam - Polderweg, Overschie, van Nelle, Neptunus, Sparta, Schiedam, Bowling, Polder.
Veel stoplichten onderweg, dus wachten. Drie plaspauzes.
Eén stop bij de bowling om even bij de jongens met opa te kijken.
In de 11e km support van Mo en Ap langs de kant. Dat was nog eens een leuke verrassing :-).
Laatste 3 km. stijf wind tegen in de polder + angstig dichterbij komende onweer. Doorlopen dus, voor zover ik dat nog kon ;-). Laatste 500 meter nog net in een enorme hoosbui, zodat ik alsnog tot op mijn ondergoed verzopen was.

Wél de langste afstand tot nu toe achter de rug. 18 Kilometer.
Moe, maar voldaan dus.



Met Jongste bezoek ik voor het eerst de Vlaardingse bioscoop.



En met Fritsie kan ik eindeloos kroelen.



En zo komt de kerstboom dit jaar aan zijn eind.


De polder licht mooi op 's ochtends, tijdens mijn bezorgrondje.

Dit was een lekkere zondag. Eerst de autoruiten schoon krabben. Al vroeg, langs de mistvelden, naar Maasland gereden. 


Daar 10 km gerend met een groot deel van 'mijn' Run2Feedt-team en afgesloten met een cappuccino. 



Vervolgens aanschuiven bij een heerlijke brunch in Huize Kooijman.


Thuis douchen, wandelschoenen aan en met Wimmie 8 km door de zonnige polder gewandeld en onderweg wat caches gevonden. 




Daarna zitten met de benen omhoog, met warme koffie naast me. Heerlijk. Het kan me niet vaak genoeg zondag zijn.

Een gezellig logeerpartijtje in de Kerstvakantie.



Op een andere zondag in januari holde ik mijn eerste Halve Marathon.




Wat is dat toch met kleine katjes? Waarom altijd op je hoofd liggen? Ook midden in de nacht als HIJ uitgeslapen is, maar IK nog lang niet. Een oorverdovend geknor zorgt er dan voor dat je niet meer verder slapen kan.


Toch is en blijft Fritsie een lieve schat. Ondanks de nachten dat we ruzie met hem hebben, omdat hij dan alleen maar wil miauwen en aan deuren wil krabben. Hij moét en zal dan bij de jongens op de kamer, maar als hij vervolgens op hun hoofd gaat liggen, doen zij geen oog meer dicht. Dat kan natuurlijk niet als ze gewoon naar school toe moeten. 
Ik heb ook een nacht van 4 tot 5 uur met een dekentje op de bank gelegen om hem boven weg te houden. Gekkenwerk natuurlijk. Om te voorkomen dat hij de nacht en dag omdraait jagen we hem overdag nu wat meer op. Slapen doen we hier in huis 's nachts. Daar moet ie maar aan wennen.


Ik zei het toch: de lente komt er aan.


Ik maakte een selfie. En zie een tevreden en trotse blik. Die sprintjes heb ik toch maar mooi volbracht in mijn eentje. Wat een discipline ha ha.


dinsdag 4 februari 2014

Ik rende de Halve Marathon

zondag 19 januari 2014

Ineens is het zover. Zo'n vier maanden eerder dan ik zelf bedacht had. Maar me over laten halen door hen die er in mijn ogen verstand van hebben. Zij zeggen dat ik het kan. Nu al. Zij zeggen ook dat ik het aan zal móeten kunnen, wil ik straks de Maaslandloop probleemloos mee kunnen lopen.
De Maaslandloop. Mijn nieuwste project. Maar daarover later meer.

De weken hiervoor klonk het me nog erg onwaarschijnlijk in mijn oren. Vond ik het ook rete-spannend. Nog niet eerder begon ik aan een loop, die ik nog niet onder controle had.
Me overgeven. Gewoon doen. Zo heel erg niet mij.
Samen met Edwien durf ik het aan. Zelfs zónder een rennende, geblesseerde Ien. Ook voor hen twee wil ik het gewoon kunnen, ook al maak ik me daar stiekem wel een beetje druk over. De finish halen, dat wordt ons doel. Binnen de twee-en-een-half uur moet dat lukken. 
Is er zelfs nog ruimte om te wandelen als dat nodig blijkt.



De nacht voor de race slaap ik een beetje onrustig. Ga ook veel later naar bed dan de bedoeling was. Maar ja. Het was gewoon té gezellig tijdens het tennistoernooi. En ik had écht honger toen ik om half elf thuis was gekomen. Zat ik daar met een bord pasta onder mijn neus. Ook nooit gedacht. Wilde ik persé nog mijn playlist samenstellen én de chip alvast aan mijn schoen rijgen.



Ik blijf wat langer in bed liggen en al met al ben ik toch best uitgerust. Ik ontbijt stevig met cruesli, yoghurt, honing en appel, net als gister. Voel me opgeblazen van al die vezels. Maar ik móet goed eten, beter dan normaal voor me is, want mijn lijf gaat dat nodig hebben straks.


Ik pak mijn spullen, groet de mannen en ga rond half twaalf van huis. Via Maasland rijden we samen naar de sporthal.


Hoe dichterbij we komen, hoe meer mensen om ons heen. Zij voor wie het gewoon zondag is, en daar tussen een confetti van atleten, herkenbaar aan hun neonkleurige sportschoenen en renjacks. Binnen halen we onze startnummers op. Groeten hier en daar. Maken onze kleding, drankjes en gelletjes voor onderweg in orde. Gaan in de rij voor de wc. 



Ineens staat ze voor mijn neus: nicht Tamara. Ze woont hierachter en kwam even groeten omdat ze wist dat ik er zou zijn vandaag. Dat was een leuke oppepper.



Om half twee moeten we starten, dus zo'n tien minuten daarvoor gaan we naar buiten, naar het startvak. Dat blijkt al best vol. Een kleine 900 renners heeft zich gemeld vandaag. 
Een deel voor de 5 en 10 kilometer. De meerderheid voor de 21. Bijna allemaal in training voor de Westland Marathon in mei van dit jaar. 

Ik weet wel wat dat gaat betekenen - dat er uitsluitend snelle lopers starten, en dat we misschien wel allerlaatste gaan worden.
Niet dat dat me wat kan schelen, hoor. Want ik denk dat ik van alle 47-jarige Diana's die vandaag hun eerste Halve Marathon gaan lopen, van al die Diana's, WORD IK MOOI EERSTE. Hah.

We vinden Moniek & Alex en Charlot & Gerard mét fiets en fototoestel. We kletsen, rekken en strekken wat, ik doe mijn oortje goed, kijk een beetje naar de mensen om me heen en ben er wel klaar voor.
Om half twee gaat de menigte inderdaad bewegen en een paar minuten later rennen we over de startstreep. We zijn weg! Nu gaat het gebeuren.


1km
Het veld spurt weg.
Voor wij goed vertrokken zijn duurt het even, maar er zijn ook nog veel mensen overal. Wij lopen met zijn vijven bij elkaar, en we gaan lekker. Blijven achterin hangen, laten ons niet opfokken en lopen de eerste kilometer in 6.23. Dat is goed, want we zijn nog koud, en we willen rustig starten.




2km
Het is gezellig druk langs de kant. Overal geklap en aanmoedigingen. Vlak bij de Rozenlaan zien we Peter, Joris en Marijn; de laatste zelfs met een heus spandoekje met daarop de legendarische tekst "HUP". Het is heerlijk weer. Prima temperatuur, niet te veel wind en geen regen. Ik ben blij.

De kopgroep is inmiddels ver, ver voor ons. Ik realiseer me dat dit startveld wel heel erg ver out of my league is. Een hele lading strakke, gespierde mannen en vrouwen, een enkeling zelfs in korte broek en singlets. En ik, met mijn Lidl shirt. Slik.
Ik ga me er niet aan meten. Ik herhaal nog maar een keer: ik loop tegen mezelf, en ik word eerste in mijn eigen zelfbedachte klasse.



3 km
We naderen inmiddels het viaduct onder de snelweg en zien dat half Maasland is uitgelopen. Familie, vrienden, buren, kennissen, kennissen van kennissen. Luidkeels moedigen ze ons aan.



Ik voel me helemaal prima, en lig lekker op tempo. Zo ga ik het wel volhouden, - denk ik.
Daar is ook ons maatje Ien, op de fiets. Ze mag dan momenteel niet kunnen rennen, ze fietst de rest van de tocht met ons mee.

4 km
We lopen inmiddels op de Parallelweg, langs de A20. We halen herinneringen op aan vorig jaar. Toen liepen we hier in "de Hel van Maassluis", (klik als je terug wilt lezen) in een sneeuwstorm met een gevoelstemperatuur van -15. Zo blij dat het vandaag zulk fijn ren-weer is.
We hebben beiden onze belt met flesjes en gel aan Ien gegeven, dat scheelt weer geschud aan mijn lijf.




5 km
We giechelen wat om de oudere man die vlak voor ons loopt. Vorig jaar zagen we hem ook. Respect voor wat hij doet en nog kan, maar zijn strakke, verwassen, te korte roze broek trok onze aandacht. 



We naderen de eerste waterpost. Daar ren ik voorbij want ik geef de voorkeur aan mijn eigen cola-zonder-prik-drankje (bedankt Pa). Ien fietst vooruit, parkeert ergens langs de kant, frummelt het flesje uit de belt en geeft het aan. Luxe hè. Ik stop niet, maar wandel even tot Edwien me weer bijgehaald heeft en we weer samen lopen.



6 km
Tijdens het drinken is Charlot vooruit gelopen. Ik zie Gerard dan ook langs de kant zijn fototoestel opruimen als wij voorbij komen. Quasi boos roep ik hem toe dat geen stijl te vinden en met een grijns op zijn gezicht staat hij een paar honderd meter verderop klaar om ons vast te leggen. Bedankt man!
We duiken weer onder de A20 door, de Westgaag op.

7 km
Vlak voor het 7 kilometerpunt staat ze daar ineens weer. Tamara. Ze filmt ons op de splitsing waar de 5 en 10 kilometer lopers links af gaan en wij, vol overtuiging, naar rechts. Dat voelt enorm stoer.



Maar dan lopen we ook ineens alleen.
Vlak daarna staat Marijn er weer. Zwaaiend rennen we door.

8km
We doorkruisen de Steendijkpolder en passeren het terrein 
van organiserende vereniging AV Waterweg. Kort na elkaar komen twee ferme mannelijke lopers mét startnummer ons tegemoet lopen. Ai. Die haken af. Wij niet. Wij gaan dóór.
Ineens hoor ik een aanhoudend, brommend geluid. Wat is dat toch? Ik check of mijn oortje wel goed in mijn telefoon zit, maar daar ligt het niet aan.
Oh wacht.
Het is de motor van de bezemwagen. Achter ons.

*grijns*


De 8e, 9e, 10e én 11e km
Inmiddels lopen we over de lange lange Oranjedijk voorbij de kassen. We drinken weer een slok en nemen onze eerste energiegel aan van Ineke die perfect voor onze bevoorrading zorgt.
Ik voel de eerste vermoeidheid opkomen, ook al weet ik rationeel wel dat dat meer mentaal is dan fysiek. De rush van de start en het publiek is voorbij, en het besef dat je nog heel ver moet zinkt in.


12km
Bij de rotonde worden we naar links gewezen. We zijn van de levende wegwijzers afhankelijk, want de vrouw in het roze jack die lang in ons zicht liep, is nu niet meer te zien. Tegengesteld is het erg druk met lopers. Zij hebben de lus van vier kilometer die voor ons ligt al gehad en gaan aan hun laatste vijf kilometers beginnen. Ze gaan ècht hard.
We worden enthousiast aangemoedigd, om vooral dóór te gaan. En dat zijn we precies van plan.

13km
We passeren twee oudere heren. Ze smoezen tegen elkaar. Maar mijn zintuigen staan op scherp en ik hoor precies wat ze, een tikkie neerbuigend, zeggen. "Nou, ik zou de route maar inkorten, als ik hun was".
Dus niet heren! We zijn verdorie al over de helft, en het gaat prima.

14km
We naderen weer een waterpost. Joelend worden we ontvangen. Deels ter aanmoediging, deels ook omdat ze daar blij zijn dat we voorbij komen en zij hun spullen in kunnen pakken. De drankjes slaan we over, maar de keiharde muziek die uit de speakers schalt kunnen we zéker waarderen. Juichend rennen we door een wirwar van bekertjes er voorbij en ik voel de boost meteen. GO!!

15km
We draaien weer terug de Oranjedijk op en daar zit Jeroen. Ik ken Jeroen niet, maar vind hem een held. Hij zit daar langs het pad, op het gras, op een kruk, met een fototoestel. Hij zit daar gewoon op ons te wachten. Ook de allerlaatsten legt hij vast. We bedanken hem uitbundig voor zijn geduld als we hem passeren.
Dan nemen we onze tweede energiegel. Geen idee of het helpt, maar deze citroensmaak is goed te pruimen en al rennend slikken we hem weg.



16km
We zijn terug bij de rotonde van de 12e kilometer. De mevrouw die daar nog steeds staat herkent ons - hoe kan het ook anders, en roept: "Kom op dames, jullie gaan goed!" 
We lachen, bedanken haar en rennen weer verder.

Inmiddels begin ik wel een beetje moeierder te worden. Zoals altijd wanneer ik moe ben, doe ik tijdens het lopen een test met mezelf.
Heb je pijn? Nee.
Ben je buiten adem? Nee.
Ben je moe? Ja.

Nou dan Sjaan. Da's één uit drie. Dat betekent dat je makkelijk verder kan. Pas bij drie uit drie mag je weer zeuren tegen jezelf.

17km
De Lange Kruisweg is lang en recht en saai en best gevaarlijk. Er suizen auto's voorbij. Ineke fietst naast ons en ik vind dat niks hier. Ben echt bang dat ze van haar sokken wordt gereden. Ze lacht me uit. "Ren jij nou maar!" Ze roept ook steeds maar dat we toppers zijn. Steeds maar! En weet je, ik vind eigenlijk van ook :-). 

18km
We lopen Maasdijk binnen en daar staat ze weer, Marijn. Dit keer met haar schoonfamilie. Edwien geeft ze allemaal een high five. Zo leuk - al die support.
We gaan als een trein. Een trein met een bezemwagenwagon weliswaar, maar ach. 
Ik kom nu op een punt waar ik nog niet eerder was, want nooit eerder doorkruiste ik de achttien-kilometergrens. Ik geef mezelf een mentale schop. Staar naar mijn voeten, die stap voor stap de afstand overwinnen. Gewoon, de ene voet voor de andere. En dan steeds opnieuw. Moeilijker is 't niet. Zo ga ik er komen. Mijn benen en ik. We make shit happen.

19km
Voor ons zien we het roze jack opdoemen. We lopen dus zelfs een beetje in. Zonder dat ze het weet, wordt ze ons target.
Ik weiger om er doorheen te zitten. Het duurt een beetje lang en mijn benen worden best moe, maar dat wist je van te voren, Sjaantje. We nemen een laatste slok en zetten voorzichtig wat aan. Dat kunnen we dus nog. Wonderlijk.

20km
We naderen opnieuw de Maasdijk. Oei. We moeten nog een stukje dalen. Ik laat me vallen en laat het gewoon gebeuren. Ik spaar mijn krachten voor het onvermijdelijke klimmetje omhoog. Maar ook hier ben ik sterk genoeg voor. Ik ben still going strong.

21 km
We kijken naar het roze jack en naar elkaar. We geven nog wat gas bij en lopen één van onze snellere kilometers. In de verte horen we al de geluiden van de finish. 
Ien trekt een sprint en zegt dat ze er alvast heen fietst. Even later staat ze met een grote glimlach en bloemen ons op te wachten. 



We genieten van de laatste meters. Dan horen we dat onze namen worden omgeroepen!
Alex, Monique en andere Thoffers halen ons juichend binnen. 
Echt hè. Als er supporters staan, speciaal voor jou, dan lijkt het wel alsof je jarig bent en het Sinterklaas is en je de loterij hebt gewonnen. Allemaal op één dag. Een dag waarop je ook nog net verschoonde lakens op je bed hebt, je heen en terug wind mee hebt op de fiets en je de hele dag alleen maar koffie krijgt die door iemand anders is gezet. Zo'n gevoel.
En zo 'n supporter miste ik. Finaal over het hoofd gezien. Hij filmde onze triomf. Bedankt Leen en nogmaals sorry dat ik je niet zag.



We grijpen elkaars hand en dan finishen we. Twee seconden achter Roze Jackje.
We zijn binnen. Samen. In 2:18:59.



Ik ben woest trots op ons.
Vrijwilligers drukken ons een flesje water in onze handen en wij omhelzen elkaar. Alle vermoeidheid doet er geen donder meer toe. Dat de spieren zeer doen, maakt niet uit. Ik groei wel weer nieuwe.

We did it. Het is gewoon gelukt.



In de sporthal nemen we een heerlijk warme douche. En een theetje.



En terwijl Edwien zich laat masseren haal ik mijn beloning op. Nee. Geen medaille. Daar doen ze hier niet aan en daar zijn de inschrijfkosten ook niet naar. Maar ik zie tussen de mensen mijn 'oude' middelbare-schoolvriend en spreek hem aan. Alsof ik hem niet dertig jaar geleden, maar vorige week nog voor het laatst gezien en gesproken heb. Dat we afspreken contact te houden, maakt me blij.



Het blijft een bijzonder concept: 21 kilometer rennen om verrot weer op dezelfde plek uit te komen. Maar o, wat is het het waard geweest.