Can you feel me near you?
Tommy can you see me?
Can I help to cheer you?
- The Who -
Daar stonden we dan. Met zijn heleboelen. "Gelukkig is het even droog", zeiden we tegen elkaar. Want binnen was het vol.
Eenmaal tóch binnen, in een tweede aula, hield ik het niet droog.
Omringd door zoveel jongeren. Al die grote lange gasten. Aan het begin van deze eeuw huppelend in het gras en rennend achter de bal aan. Het laatste jaar de wedstrijd niet meer slechts afsluitend met een broodje frikandel mét mayo, maar ook met bier.
We waren samen om te kijken en luisteren naar wie hij was en wat hij voor ons betekend heeft. Persoonlijke herinneringen.
We boden open armen. Een warm hart.
We probeerden heftige gevoelens in banen te leiden. Snappen het niet. Lastig om woorden te vinden. Het is zó moeilijk als er geen antwoorden zijn op vragen.
Onmacht. Schuldgevoel. Boosheid. Intens verdriet. Verbijstering. Het mag er allemaal zijn. Onderdrukken heeft geen zin. Want gevoelens binnen houden, is als een heidebrand negeren. Die gaat ondergronds verder.
Speelden er dingen waarvan niemand iets wist? Of speelden er stemmen?
Was het een impulsieve daad, veroorzaakt door kortsluiting in de hersenen? Bewustzijnsvernauwing? Kon hij de impuls niet meer de baas, niet nadenkend over methode en consequenties. Vernauwde de tunnel zich? Oorlog in zijn hoofd?
In welk web zat hij gevangen? We zullen het nooit weten.
Het ergste is dat hij, ondanks al die mensen, zo alleen gestorven is. Iedereen had echt bij hem willen zijn, hem vast willen houden, troosten. Willen horen wat er aan de hand was. Maar hij is helemaal alleen gegaan. Dat vind ik zo verschrikkelijk, voor hem. Voor zijn gezin. Veel te eenzaam.
Adembenemend en hartverscheurend. Het onvoorstelbare. Aangrijpend. Zo zinloos.
Hij is nu in een wereld waar het verlangen om alles te begrijpen, wordt losgelaten.
Dàg Tom.