dinsdag 4 februari 2014

Ik rende de Halve Marathon

zondag 19 januari 2014

Ineens is het zover. Zo'n vier maanden eerder dan ik zelf bedacht had. Maar me over laten halen door hen die er in mijn ogen verstand van hebben. Zij zeggen dat ik het kan. Nu al. Zij zeggen ook dat ik het aan zal móeten kunnen, wil ik straks de Maaslandloop probleemloos mee kunnen lopen.
De Maaslandloop. Mijn nieuwste project. Maar daarover later meer.

De weken hiervoor klonk het me nog erg onwaarschijnlijk in mijn oren. Vond ik het ook rete-spannend. Nog niet eerder begon ik aan een loop, die ik nog niet onder controle had.
Me overgeven. Gewoon doen. Zo heel erg niet mij.
Samen met Edwien durf ik het aan. Zelfs zónder een rennende, geblesseerde Ien. Ook voor hen twee wil ik het gewoon kunnen, ook al maak ik me daar stiekem wel een beetje druk over. De finish halen, dat wordt ons doel. Binnen de twee-en-een-half uur moet dat lukken. 
Is er zelfs nog ruimte om te wandelen als dat nodig blijkt.



De nacht voor de race slaap ik een beetje onrustig. Ga ook veel later naar bed dan de bedoeling was. Maar ja. Het was gewoon té gezellig tijdens het tennistoernooi. En ik had écht honger toen ik om half elf thuis was gekomen. Zat ik daar met een bord pasta onder mijn neus. Ook nooit gedacht. Wilde ik persé nog mijn playlist samenstellen én de chip alvast aan mijn schoen rijgen.



Ik blijf wat langer in bed liggen en al met al ben ik toch best uitgerust. Ik ontbijt stevig met cruesli, yoghurt, honing en appel, net als gister. Voel me opgeblazen van al die vezels. Maar ik móet goed eten, beter dan normaal voor me is, want mijn lijf gaat dat nodig hebben straks.


Ik pak mijn spullen, groet de mannen en ga rond half twaalf van huis. Via Maasland rijden we samen naar de sporthal.


Hoe dichterbij we komen, hoe meer mensen om ons heen. Zij voor wie het gewoon zondag is, en daar tussen een confetti van atleten, herkenbaar aan hun neonkleurige sportschoenen en renjacks. Binnen halen we onze startnummers op. Groeten hier en daar. Maken onze kleding, drankjes en gelletjes voor onderweg in orde. Gaan in de rij voor de wc. 



Ineens staat ze voor mijn neus: nicht Tamara. Ze woont hierachter en kwam even groeten omdat ze wist dat ik er zou zijn vandaag. Dat was een leuke oppepper.



Om half twee moeten we starten, dus zo'n tien minuten daarvoor gaan we naar buiten, naar het startvak. Dat blijkt al best vol. Een kleine 900 renners heeft zich gemeld vandaag. 
Een deel voor de 5 en 10 kilometer. De meerderheid voor de 21. Bijna allemaal in training voor de Westland Marathon in mei van dit jaar. 

Ik weet wel wat dat gaat betekenen - dat er uitsluitend snelle lopers starten, en dat we misschien wel allerlaatste gaan worden.
Niet dat dat me wat kan schelen, hoor. Want ik denk dat ik van alle 47-jarige Diana's die vandaag hun eerste Halve Marathon gaan lopen, van al die Diana's, WORD IK MOOI EERSTE. Hah.

We vinden Moniek & Alex en Charlot & Gerard mét fiets en fototoestel. We kletsen, rekken en strekken wat, ik doe mijn oortje goed, kijk een beetje naar de mensen om me heen en ben er wel klaar voor.
Om half twee gaat de menigte inderdaad bewegen en een paar minuten later rennen we over de startstreep. We zijn weg! Nu gaat het gebeuren.


1km
Het veld spurt weg.
Voor wij goed vertrokken zijn duurt het even, maar er zijn ook nog veel mensen overal. Wij lopen met zijn vijven bij elkaar, en we gaan lekker. Blijven achterin hangen, laten ons niet opfokken en lopen de eerste kilometer in 6.23. Dat is goed, want we zijn nog koud, en we willen rustig starten.




2km
Het is gezellig druk langs de kant. Overal geklap en aanmoedigingen. Vlak bij de Rozenlaan zien we Peter, Joris en Marijn; de laatste zelfs met een heus spandoekje met daarop de legendarische tekst "HUP". Het is heerlijk weer. Prima temperatuur, niet te veel wind en geen regen. Ik ben blij.

De kopgroep is inmiddels ver, ver voor ons. Ik realiseer me dat dit startveld wel heel erg ver out of my league is. Een hele lading strakke, gespierde mannen en vrouwen, een enkeling zelfs in korte broek en singlets. En ik, met mijn Lidl shirt. Slik.
Ik ga me er niet aan meten. Ik herhaal nog maar een keer: ik loop tegen mezelf, en ik word eerste in mijn eigen zelfbedachte klasse.



3 km
We naderen inmiddels het viaduct onder de snelweg en zien dat half Maasland is uitgelopen. Familie, vrienden, buren, kennissen, kennissen van kennissen. Luidkeels moedigen ze ons aan.



Ik voel me helemaal prima, en lig lekker op tempo. Zo ga ik het wel volhouden, - denk ik.
Daar is ook ons maatje Ien, op de fiets. Ze mag dan momenteel niet kunnen rennen, ze fietst de rest van de tocht met ons mee.

4 km
We lopen inmiddels op de Parallelweg, langs de A20. We halen herinneringen op aan vorig jaar. Toen liepen we hier in "de Hel van Maassluis", (klik als je terug wilt lezen) in een sneeuwstorm met een gevoelstemperatuur van -15. Zo blij dat het vandaag zulk fijn ren-weer is.
We hebben beiden onze belt met flesjes en gel aan Ien gegeven, dat scheelt weer geschud aan mijn lijf.




5 km
We giechelen wat om de oudere man die vlak voor ons loopt. Vorig jaar zagen we hem ook. Respect voor wat hij doet en nog kan, maar zijn strakke, verwassen, te korte roze broek trok onze aandacht. 



We naderen de eerste waterpost. Daar ren ik voorbij want ik geef de voorkeur aan mijn eigen cola-zonder-prik-drankje (bedankt Pa). Ien fietst vooruit, parkeert ergens langs de kant, frummelt het flesje uit de belt en geeft het aan. Luxe hè. Ik stop niet, maar wandel even tot Edwien me weer bijgehaald heeft en we weer samen lopen.



6 km
Tijdens het drinken is Charlot vooruit gelopen. Ik zie Gerard dan ook langs de kant zijn fototoestel opruimen als wij voorbij komen. Quasi boos roep ik hem toe dat geen stijl te vinden en met een grijns op zijn gezicht staat hij een paar honderd meter verderop klaar om ons vast te leggen. Bedankt man!
We duiken weer onder de A20 door, de Westgaag op.

7 km
Vlak voor het 7 kilometerpunt staat ze daar ineens weer. Tamara. Ze filmt ons op de splitsing waar de 5 en 10 kilometer lopers links af gaan en wij, vol overtuiging, naar rechts. Dat voelt enorm stoer.



Maar dan lopen we ook ineens alleen.
Vlak daarna staat Marijn er weer. Zwaaiend rennen we door.

8km
We doorkruisen de Steendijkpolder en passeren het terrein 
van organiserende vereniging AV Waterweg. Kort na elkaar komen twee ferme mannelijke lopers mét startnummer ons tegemoet lopen. Ai. Die haken af. Wij niet. Wij gaan dóór.
Ineens hoor ik een aanhoudend, brommend geluid. Wat is dat toch? Ik check of mijn oortje wel goed in mijn telefoon zit, maar daar ligt het niet aan.
Oh wacht.
Het is de motor van de bezemwagen. Achter ons.

*grijns*


De 8e, 9e, 10e én 11e km
Inmiddels lopen we over de lange lange Oranjedijk voorbij de kassen. We drinken weer een slok en nemen onze eerste energiegel aan van Ineke die perfect voor onze bevoorrading zorgt.
Ik voel de eerste vermoeidheid opkomen, ook al weet ik rationeel wel dat dat meer mentaal is dan fysiek. De rush van de start en het publiek is voorbij, en het besef dat je nog heel ver moet zinkt in.


12km
Bij de rotonde worden we naar links gewezen. We zijn van de levende wegwijzers afhankelijk, want de vrouw in het roze jack die lang in ons zicht liep, is nu niet meer te zien. Tegengesteld is het erg druk met lopers. Zij hebben de lus van vier kilometer die voor ons ligt al gehad en gaan aan hun laatste vijf kilometers beginnen. Ze gaan ècht hard.
We worden enthousiast aangemoedigd, om vooral dóór te gaan. En dat zijn we precies van plan.

13km
We passeren twee oudere heren. Ze smoezen tegen elkaar. Maar mijn zintuigen staan op scherp en ik hoor precies wat ze, een tikkie neerbuigend, zeggen. "Nou, ik zou de route maar inkorten, als ik hun was".
Dus niet heren! We zijn verdorie al over de helft, en het gaat prima.

14km
We naderen weer een waterpost. Joelend worden we ontvangen. Deels ter aanmoediging, deels ook omdat ze daar blij zijn dat we voorbij komen en zij hun spullen in kunnen pakken. De drankjes slaan we over, maar de keiharde muziek die uit de speakers schalt kunnen we zéker waarderen. Juichend rennen we door een wirwar van bekertjes er voorbij en ik voel de boost meteen. GO!!

15km
We draaien weer terug de Oranjedijk op en daar zit Jeroen. Ik ken Jeroen niet, maar vind hem een held. Hij zit daar langs het pad, op het gras, op een kruk, met een fototoestel. Hij zit daar gewoon op ons te wachten. Ook de allerlaatsten legt hij vast. We bedanken hem uitbundig voor zijn geduld als we hem passeren.
Dan nemen we onze tweede energiegel. Geen idee of het helpt, maar deze citroensmaak is goed te pruimen en al rennend slikken we hem weg.



16km
We zijn terug bij de rotonde van de 12e kilometer. De mevrouw die daar nog steeds staat herkent ons - hoe kan het ook anders, en roept: "Kom op dames, jullie gaan goed!" 
We lachen, bedanken haar en rennen weer verder.

Inmiddels begin ik wel een beetje moeierder te worden. Zoals altijd wanneer ik moe ben, doe ik tijdens het lopen een test met mezelf.
Heb je pijn? Nee.
Ben je buiten adem? Nee.
Ben je moe? Ja.

Nou dan Sjaan. Da's één uit drie. Dat betekent dat je makkelijk verder kan. Pas bij drie uit drie mag je weer zeuren tegen jezelf.

17km
De Lange Kruisweg is lang en recht en saai en best gevaarlijk. Er suizen auto's voorbij. Ineke fietst naast ons en ik vind dat niks hier. Ben echt bang dat ze van haar sokken wordt gereden. Ze lacht me uit. "Ren jij nou maar!" Ze roept ook steeds maar dat we toppers zijn. Steeds maar! En weet je, ik vind eigenlijk van ook :-). 

18km
We lopen Maasdijk binnen en daar staat ze weer, Marijn. Dit keer met haar schoonfamilie. Edwien geeft ze allemaal een high five. Zo leuk - al die support.
We gaan als een trein. Een trein met een bezemwagenwagon weliswaar, maar ach. 
Ik kom nu op een punt waar ik nog niet eerder was, want nooit eerder doorkruiste ik de achttien-kilometergrens. Ik geef mezelf een mentale schop. Staar naar mijn voeten, die stap voor stap de afstand overwinnen. Gewoon, de ene voet voor de andere. En dan steeds opnieuw. Moeilijker is 't niet. Zo ga ik er komen. Mijn benen en ik. We make shit happen.

19km
Voor ons zien we het roze jack opdoemen. We lopen dus zelfs een beetje in. Zonder dat ze het weet, wordt ze ons target.
Ik weiger om er doorheen te zitten. Het duurt een beetje lang en mijn benen worden best moe, maar dat wist je van te voren, Sjaantje. We nemen een laatste slok en zetten voorzichtig wat aan. Dat kunnen we dus nog. Wonderlijk.

20km
We naderen opnieuw de Maasdijk. Oei. We moeten nog een stukje dalen. Ik laat me vallen en laat het gewoon gebeuren. Ik spaar mijn krachten voor het onvermijdelijke klimmetje omhoog. Maar ook hier ben ik sterk genoeg voor. Ik ben still going strong.

21 km
We kijken naar het roze jack en naar elkaar. We geven nog wat gas bij en lopen één van onze snellere kilometers. In de verte horen we al de geluiden van de finish. 
Ien trekt een sprint en zegt dat ze er alvast heen fietst. Even later staat ze met een grote glimlach en bloemen ons op te wachten. 



We genieten van de laatste meters. Dan horen we dat onze namen worden omgeroepen!
Alex, Monique en andere Thoffers halen ons juichend binnen. 
Echt hè. Als er supporters staan, speciaal voor jou, dan lijkt het wel alsof je jarig bent en het Sinterklaas is en je de loterij hebt gewonnen. Allemaal op één dag. Een dag waarop je ook nog net verschoonde lakens op je bed hebt, je heen en terug wind mee hebt op de fiets en je de hele dag alleen maar koffie krijgt die door iemand anders is gezet. Zo'n gevoel.
En zo 'n supporter miste ik. Finaal over het hoofd gezien. Hij filmde onze triomf. Bedankt Leen en nogmaals sorry dat ik je niet zag.



We grijpen elkaars hand en dan finishen we. Twee seconden achter Roze Jackje.
We zijn binnen. Samen. In 2:18:59.



Ik ben woest trots op ons.
Vrijwilligers drukken ons een flesje water in onze handen en wij omhelzen elkaar. Alle vermoeidheid doet er geen donder meer toe. Dat de spieren zeer doen, maakt niet uit. Ik groei wel weer nieuwe.

We did it. Het is gewoon gelukt.



In de sporthal nemen we een heerlijk warme douche. En een theetje.



En terwijl Edwien zich laat masseren haal ik mijn beloning op. Nee. Geen medaille. Daar doen ze hier niet aan en daar zijn de inschrijfkosten ook niet naar. Maar ik zie tussen de mensen mijn 'oude' middelbare-schoolvriend en spreek hem aan. Alsof ik hem niet dertig jaar geleden, maar vorige week nog voor het laatst gezien en gesproken heb. Dat we afspreken contact te houden, maakt me blij.



Het blijft een bijzonder concept: 21 kilometer rennen om verrot weer op dezelfde plek uit te komen. Maar o, wat is het het waard geweest.