maandag 22 augustus 2016

Ei muffin

Vorige week maakte ik voor Jongste een Ei-taartje, van bladerdeeg. Cosmetisch was ie énorm mislukt. Ik werd hartelijk uitgelachen, toen ik het plaatje-met-recept liet zien. Want wat er op zijn bord lag, zag er héél anders uit. Hij vond het er zo niet uit zien, dat hij in eerste instantie niet van plan was om ervan te proeven. Maar. Het rook lekker. Dus hij probeerde en vond het heerlijk.

Bij logeervriend had hij erover opgeschept. Trouwens. Dit is niet zomaar een logeervriend. Dit is namelijk degene die Jongste ei heeft leren eten en heeft leren bakken. Niet zomaar de eerste de beste dus.

Hij was er gisteren. Geheel en al hersteld van zijn blindedarmoperatieavontuur van anderhalve week geleden. Of ik het nu voor hen samen wilde maken? Ik deed het, maar met een twist. Met het zelf geknutselde bladerdeegbakje was het namelijk nogal een zooitje geworden. Het ei ging, zeg maar, een eigen leven leiden. Dit keer ging ik het ei in bedwang houden in een muffinvorm. Ik liet het bladerdeeg zelfs helemaal weg.


Behalve de muffinvorm had ik dit ook nodig.


Invet-boter en een kwastje
Eieren - ik gebruikte er uiteindelijk 5 voor deze zes muffins.
Geraspte kaas
Ontbijtspek
Zout
Peper


De vorm vette ik licht in. Daarna legde ik in elk vormpje een plakje ontbijtspek.

Je kunt er ook voor kiezen de spek eerst licht uit te bakken in een pannetje. Het moet alleen niet helemaal uitharden, want dan is het niet meer te vormen.


In een kommetje klutste ik eieren, samen met wat zout en peper.

In een ander kommetje klutste ik ook eieren met zout en peper, maar daar voegde ik ook de kaas aan toe. Jongste blieft geen kaas, dus vandaar de twee varianten.


Het eimengsel schonk ik vervolgens op het spek. De twee rechtsonder werden voor mezelf, dus daar deed ik nog wat basilicum en kurkuma op.

Toen de oven voorverwarmd was op ongeveer honderdentachtig graden, kon de vorm bovenop een roostertje, erin.

Vijftien minuten later was het klaar. Ze wipten heel makkelijk uit de vorm.


En gingen nog makkelijker bij de heren naar binnen.


Tòch miste Jongste het bladerdeeg. Die zal ik de volgende keer dan toch maar weer gebruiken, onder het spek. Zelfs een rondje brood kun je trouwens als bodem gebruiken.

Het is natuurlijk ook eenvoudig om het geheel iets hartiger te maken. Dan voeg je gewoon wat gesnipperd ui, stukjes paprika en champignons toe. Salami kan ook. Bieslook zal er ook énig op staan.

Zo. Hebben jullie alvast een eerste gerecht voor de Paasbrunch tweeduizendenzeventien klaar staan.

zondag 21 augustus 2016

Feest zonder foto's

Zaterdag 20 augustus 2016

Dan wordt je wakker, en bedenk je je dat je helemaal geen foto's hebt gemaakt. Dat moet ik, als foto-verzamelaar, even verwerken.

In juli was Jongste jarig. Veertien is ie al, mijn baby-boy. Op de dag dat we terugkwamen vanuit Groesbeek. Hij wilde die avond uit eten en koos de locatie. We waren er een tijdje niet meer geweest. De tijden van weleer bleken verdwenen. Wàt een ranzig visje kreeg ik daar voorgeschoteld zeg.


Traditioneel kreeg hij die dag zijn jaarlijkse zakgeldverhoging. Plus een bijdrage voor een nieuwe telefoon.

Twee en een halve week later werd Oudste zeventien. Hij wilde graag thuis zijn lievelingseten nuttigen. Nou, dat kon.


Hij kreeg dezelfde soort cadeaus als zijn broertje. Waar is de tijd van de Duplo en houten treinbaan gebleven?

Gewoontedieren als we zijn, vierden we beide verjaardagen met familie en vrienden, opnieuw aan het eind van de zomervakantie.


Het was een leuke avond. Eentje waarop we tot laat, in de extra gezellig gemaakte tuin, konden zitten. Waar ook heul veul muggen bleken te zijn.

Ik vergat foto's te maken. Bálen hoor.

zaterdag 20 augustus 2016

Het huisje in de muggen-hel

29 juli t/m 5 augustus 2016

We zijn alweer even thuis. "Home is where the heart is." Zeggen ze. Ik houd het liever op "Home is where the cat is, where it smells like nothing en where you dare to walk on your bare feet".

De aankomstdag was een pittige, daarna ging de knop om en maakten we een leuke week.
Maar Center Parcs krijg je me echt nooit meer in. Ik geloof niet dat het gezond is om hier lang te verblijven en de kosten die je maakt staan absoluut niet in verhouding tot wat je krijgt.


Je krijgt hier namelijk op dag één 135 muggen in je huisje. Als welkomstcadeau lag er een paraplu klaar. We hadden liever een vliegenmepper gekregen. 
De eerste uren hebben we gevuld met het omleggen van hen allemaal. Je krijgt hier dierenlijkjes in alle ruimtes, zowel op de grond en kasten, vastgeplakt aan alle gordijnen - overal bloedvlekken - en ingedrukt in de muren. Je krijgt smerig zwarte vloeren en klamme zuur ruikende kamers.

Ik heb hier smetvrees ontwikkeld; ik wist niet dat ik het in me had.
Na overleg kregen we een extra schoonmaakbeurt. Dat hield in dat er twee dames kwamen stofzuigen en dweilen. Binnen tien minuten waren ze weer vertrokken. Ik kon nog net voorkomen dat ze even 'lekker'  alle ramen en deuren open gingen zetten. NEE, NIET DOEN! Het volgende leger muggen stond namelijk te dringen om het huisje in te trekken.


Het park zat barstensvol, dus een ander huisje was geen optie. Dat het anders kan zagen we bij de Van Bennekoms, die elders op het park een heel gezellig, mooi, schoon en fris huisje bewoonden. Met de deur naar buiten wagenwijd open.

Onze tactiek werd 'Niet klagen, maar dragen'. We zijn daar behoorlijk goed in gebleken.

Ik stookte in alle ruimtes voor een godsvermogen vuurtjes met geurkaarsjes.
En stelde een paar regels op en ging krijsen als iemand zich er niet aan hield.
1. Je hebt in huis overal en altijd - ik zeg ALTIJD - je slippers aan.
2. Tassen staan niet - ik zeg NIET - op de grond.
3. Er wordt niets - maar dan ook HELEMAAL NIETS - uitgepakt.
4. Je zet of legt niets - ik zeg NIETS - in een kast.

Het weekend brachten de jongens met elkaar door. 


Die van ons, onze Logé en Van Bennekom junior. Zwemmend, kaartend, bowlend, monopoly-end, en poolend vloog de tijd voorbij.



Wij wandelden rond en tot de vroege uurtjes maakten we met zijn negenen aan een grote tafel, de Plaza onveilig. 


Door Barry werden we op onze wenken bediend en hij op zijn beurt, werd verlegen van de fooi die wij hem in handen drukten.


Dinsdagochtend stonden we vroeg op. We lieten het ontbijt, dat de vertrekkende Van Bennekoms voor ons achterlieten, ons goed smaken.


Om half tien zetten we Logé af op het station voor de trein richting Schiedam, en vervolgden we met zijn vieren onze reis naar Emmen. Wildlands stond op het verlanglijstje van Jongste, dus daar lag onze eindbestemming.


De voormalige Emmer dierentuin is failliet gegaan en nu is elders in de stad een nieuw park herrezen. Geen dierentuin, maar dat schijnen de meeste bezoekers niet te weten. Daarom stroomt het internet vol met negatieve recensies.


Volgens ons volkomen onterecht. Want wat een prachtig park is het.


Zo wordt er volop geklaagd over de drukte bij de topattracties. 


De wachttijd kan lang zijn, de uiteindelijk attractie duurt slechts een minuut of zeven en is inderdaad niet spectaculair te noemen. 


Maar wel vermakelijk. Het is maar hoe je ernaar kijkt.


En met de tip van Nicht om niet eerste de hele route te lopen en bekijken, maar direct naar de topattractie te lopen, hadden wij ze vrij snel alle drie gedaan. Zonder hinderlijke wachttijden.


Ook zouden er weinig dieren zijn. Nou, dat vonden wij nogal meevallen. De soort dieren is duidelijk gekozen op toegankelijkheid en vermakelijkheid.


De maki's zitten in groepen erg dichtbij, de mooie vlinders zitten overal - ook op je schouders - , en de vogels eten uit je hand.


De enorm grote groep bavianen rooie-reet-apen is een lust voor het oog. Je kunt er gerust met heel veel mensen tegelijk een half uur of langer observeren hoe zij zich tegen over elkaar en in groepen gedragen. De dynamiek is fantastisch.


De ijsberen zijn leuk, je kunt tussen de geiten en andere klimmers lopen en ik heb nog nooit eerder zes nijlpaarden op een  meter afstand zien zwemmen.


Ik heb gelachen om de struisvogels en van heel nabij kunnen zien hoe giraffen nieuwsgierig naar mensen kunnen zijn. 


Marmotten (of waren het hamsters?), zebra's, olifanten, neushorens, de blauwe gnoe en impala's, ze waren er. Allemaal.


Mensen klagen dat er geen bordjes zouden staan, met daarop welke dieren er te zien zijn. Bijzonder, want ik zag ze wel.


En dat er te veel eettentjes zijn. 


En kinderen. Echt. Daar moppert De Nederlander over. 


"Best een leuk park. Jammer dat er zoveel kinderen zijn." *zucht*


Aan het eind van de dag trakteerden we onszelf op een panenkoek van 'Met Stroop Ofzo'. 


Om daar te komen, moesten we een winkelcentrum door lopen. Bij de schoenenzaak kreeg ik Jongste zover om schoenen uit te zoeken en te passen. Iets wat me thuis zelden lukt. Twee winkels verderop zat een leuke kledingzaak. "Mam, kan ik niet even naar t-shirts kijken?" De komende veertig minuten genoot ik van een zelfbewuste, initiatief nemende, enthousiaste zoon. Een primeur.


Geduldig en gretig liep hij kledingrekken langs, viste het één na het ander eruit omdat hij het leuk vond, verdween in een pashokje en werd steeds blijer. We vergaten de tijd. Tijd, die de andere twee mannen met man en macht een populair tafeltje bezet zaten te houden. En zich - terecht - op zaten te vreten. Toch zal ik deze veertig minuten nooit vergeten.

Een dag later voldeden we een aan verzoek van Oudste. Toen hij jong was gingen we regelmatig een weekje in het voor- of najaar naar Diever. Dàt wilde hij  nog wel eens terugzien daar. Het werd ook ontzettend leuk om er terug te zijn.


Het is er niet veel veranderd. Mooi gelegen en hele knusse bungalows. Zoveel beter dan waar we nu........oh nee. 'Niet klagen, maar dragen.'


Aansluitend maakten we een twee uur durende cachewandeling in de buurt.


Met ieder van ons een taak.

Eén verzorgde de route, één bestuurde de Garmin,


één noteerde alle bonuscodes en één vulde de logboekjes in.


Teamwork.


Dan vindt je alles wat je zoekt.


Óok een fijne vakantieweek in de zure muggen-hel.

Maar wil je wél geloven dat thuiskomen dit keer ook èrg genieten was............?

zaterdag 13 augustus 2016

Terugblik op Groesbeek

16 t/m 23 juli

Onze eerste week zomervakantie met het gezin. Hij was heerlijk. Op nog geen anderhalf uur rijden, verder weg is niet nodig.

Zaterdag namen we onze intrek in het chalet met nummer zeshonderdenvijf, op de camping in Groesbeek. Het enige chalet, of is het de enige, met een grote boom voor de deur. 
Op verzoek van Oudste. Vorig jaar zaten we namelijk ook hier en hij houdt ervan om iets dat goed is niet te wijzigen.

Oh, wat zijn we blij geweest met zijn aversie tegen avontuurlijke dingen. Want oh, wat hebben we het warm gehad deze week en oh, wat was het heerlijk om die boom voor de deur te hebben.



Na de saté met witlof - ik zou het zelf niet verzonnen hebben, maar er werd dan ook voor me gekookt - gingen de heren alvast een klein stukje inlopen. Bij Achilles keken ze een voetbalwedstrijdje.



Zondag deed ik een kleine heuveltraining. Waarna we richting Nijmegen gingen om de startbewijzen voor onze sportieve mannen te halen. Wàt een drukte en een volk was daar op de been. We besloten eerst de stad maar in te gaan en terug te komen als de drukte rondom de Wedren wat geluwd zou zijn.



Aldaar genoten we een paar uurtjes van de zon, de drankjes en The Originals op het Koningsplein. Een bandje dat we aflopen juni voor het eerst in Maasland zagen en dat de hele Vierdaagseweek op allerlei feestpleinen in Nijmegen zou gaan optreden. Wat een leuke gasten zijn dat. Geweldige performers en een enorm muzikaal geschoold zooitje.



Wim maakte zich er - zo bleek een dag later - onsterfelijk, door een verzoeknummer aan te vragen van The Hermes Houseband. Het hele plein deinde op en neer terwijl 'I Will Survive' uit al die kelen daar klonk. Bij het uitsterven van de laatste klanken, trokken wij ons terug.

Op een sukkeldrafje haastten we ons tegen half vijf, met schor gezongen keeltjes, naar de Wedren. Precies op tijd om alle benodigdheden in ontvangst te nemen om te kunnen gaan deelnemen aan de Honderdste Nijmeegse Vierdaagse. Als aardigheidje kregen ze er nog een rugzak en herinneringsspeldje bij.



Opnieuw hoefde ik niet te koken, want er stond een Pannenkoek van De Duivelsberg op het programma. De kok had een hoop bijgeleerd het afgelopen jaar, dus ook ik heb dit keer gesmuld.



Maandag was de eerste en tegelijk laatste hele vrije vakantiedag die we samen hadden.



Net als vorig jaar besloten we de bossen in te gaan en daar een Cache-wandeling te maken.



Na zeven kilometer hadden we weer een leuk aantal huzarenstukjes huisvlijt gezien.


~ Het Vierdaagsedorp van Heumensoord in het klein. ~

Daar kunnen de 'pleur-hier-maar-neer-kokertjes' van de Randstad echt niet tegenop.


~ Een Willem-Alexander-cache. ~

Voor Jongste was het toen genoeg. Wij trokken ons nog even terug in de Molenstraat. Zowaar vonden we twee lege krukken en een ober. En die was nodig, zeg. De heren Hans en Erik Vorstenbosch & Kornuiten speelden in een doorzichtige plastic tent de pannen van het dak. Het was er héét, niet gewoon meer. Wat we er van boven in goten liep vanaf onze kruintjes in stralen langs ons lijf naar beneden. Maar gewoon blijven zitten hè, meezingen en genieten.



Toen de heren uitgespeeld waren, passeerde Erik onze krukken en maakte er een stop. 
Hij had ons al tijdens het spelen gespot en herkend en kwam nog even vertellen dat hij 
- als oud-Rotterdammer - gisteren erg genoten had van zijn muziekaanvraag. "Even met een Feijenoord-lied de boel hier op stelten zetten. Ik hou er zo van!"

Daarmee kwam er een voorlopig einde aan de rustdagen.

De Dag Van Elst was zijn eerste kennismaking met een veertig kilometer-route. 
Alle voorgaande jaren liep hij dagelijks vijftig kilometer. Maar omdat hij nu zélf vijftig is, mocht hij een tandje terug schroeven. Waar hij eerst nog een beetje lacherig deed over het gele bandje om zijn arm, omdat in zijn ogen een rood bandje meer aanzien had, was aan het eind van deze dag geel toch zó zijn favoriete kleur! 


Het was ineens extreem warm geworden, zonder ook maar een zuchtje wind, dus het was zwaar onderweg. Zó blij dat hij niet nog eens tien kilometer verder hoefde.



Er was een slagveld aangericht. Véél uitvallers, ook bij ons op de camping. Er waren gedurende deze dag vanaf de Vierdaagse honderdenéénenveertig mensen per ambulance afgevoerd.



Zelf had ik daar niet zo'n last van.



Tijdens dag twee, Roze Woensdag, De Dag Van Wijchen werden de temperaturen nog verder opgeschroefd. Hun vertrek was deze dag één uur eerder én de organisatie had vanwege de omstandigheden de starttijd met nog eens een half uur vervroegd. Dat betekende wél de wekker om 2.45 uur, maar ook een groot deel van de dag zonder zon lopen. Ook stond er deze dag wind, dus al met al was het beter de doen dan de dag ervoor.



De jongens hadden de camping voor zichzelf en vermaakten zich op hun manier.

Zelf stapte ik op de hoek van de camping in een bus en liet me naar het centrum van Nijmegen rijden. Ik was ruim op tijd, dus kon ook nog even een blik in de kringloopwinkel werpen. Met een souvenir kwam ik er weer naar buiten.


~ De bloem plukte ik op de camping. ~

Daar zocht ik dezelfde plek op waar ik hen vorig jaar opwachtte. Net als toen liep ik vanaf daar de laatste kilometer mee naar de finish.



Ze weten daar wel hoe je een feestje moet bouwen hoor.



Voldaan konden ze hun tweede startkaart omruilen voor een derde.



Donderdag, De Dag Van Groesbeek. Een thuiswedstrijd. Voor mij dan.

Al bij het ochtendgloren schalde de muziek langs het campingterrein en gonsde het van de publieks-geluiden. Ze bleken voor op schema te liggen, dus snel haastten we ons 
De Zevenheuvelenweg op. 



Wàt een volk in het dorp, ongelofelijk. Na een metertje of vijfhonderd hielden we stil en gingen we op de uitkijk staan.



Daar kwam ie hoor.



Goed gemutst, fit, heel en vrolijk. En super stoer en mannelijk uiteraard.



Nog negen kilometers te gaan.........



Terwijl de jongens terug naar camping gingen, wachtte ik nog een tijdje op drie bekenden. En daarna tot ik over kon steken, maar dàt duurde wel even.

Op De Dag Van Cuijk werd ik wakker midden in een énorme regen en onweersbui. Dat hield een uurtje of twee aan en ik werd er onrustig van. Die mannen liepen daarin wél over allerlei dijkjes en andere open plekken. Geen prettige gedachte. 


Gelukkig SMSte hij me al snel, dat het goed ging. De eerste buien had hij in een poncho gelopen en deze uitgedaan toen de weermannen om hen heen hem verzekerden dat de volgende buien pas na tweeën zouden komen. Niet dus. In zijn geval van 'geen andere poncho meer bij me' betekende dat een énorm nat pak. Tot op de onderbroek en soppend in de schoenen. Gelukkig was de temperatuur hoog, zodat na de buien de kleding best redelijk opdroogde en hij er tijdens het lopen geen last van had.



Vrij vlot vonden ze hun supporters op de Via Gladiola en op een record tijdstip, even na één uur, zaten ze voldaan op mijn terras. De negende én elfde waren binnen.



We vierden het succes met een welverdiende pannenkoek.

Tot volgend jaar!