zaterdag 31 december 2016

Vijfenveertig

29 december 2016

Winter negentienhonderdenéénenzeventig.


Beiden tweeëntwintig jaar. Piepjong.

Ze wonen bij elkaar in de wijk en vinden elkaar leuk. Ze trouwen en glimmen de hele dag.


Ik was erbij. Vijf jaar oud. 


Ik denk dat het mijn eerste bruiloft ooit is geweest. Van mijn tante Diny en ome John. 


Ze zijn best een bijzondere combinatie samen. Dat zou zo blijven, hun huwelijk lang.


Zij, een klein opdondertje. Hij, een lange lijs.
Zij, vrolijke kwebbelend. Hij, bedachtzaam.
Zij, huppelend met kleine pasjes. Hij, met grote stappen.
Zij, sociaal en behulpzaam. Hij, met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.
Zij, zorgeloos. Hij, zorgelijk.
Zij, levend bij de dag. Hij, strikt volgens zijn volle agenda.
Zij, attent. Hij, geen tijd voor die dingen.
Zij, gek op een rolmops. Hij ervan gruwelend.
Zij, weinig schoolervaring. Hij, altijd aan het (bij)leren.
Zij, in voor vele plannen en direct aan de slag. Hij, kijkt ernaar hoe zij dat doet.
Zij, graag het huis gezellig maken. Hij, mopperend over wat ze nu weer in huis haalt. En verandert.

Ze vonden elkaar, in een heleboel dingen. Bekvechten en hardlopen bijvoorbeeld. En het feit dat niet alleen hun huis, maar ook hun hart groot genoeg was, voor mij erbij.


Op een dag in juli negentiennegenennegentig, veranderde alles. De dagen, de verhoudingen, de beleving en de toekomst. Er werd aangebeld. De dood stond voor de deur en zij was het die open deed. Ze accepteerde dat het haar tijd was. Optimistisch en vrolijk als ze was, danste ze door het leven tot dat niet meer ging.


Die negen maanden veranderden de rest van zijn leven. Ze hebben hem veel gekost, maar minstens evenveel gebracht. Hij vocht zich dapper door de jaren die erna volgden. Veranderde. Vond nieuw geluk en moet ook dat weer leren loslaten.


Ik herinner me niets van die dag. Nu precies vijfenveertig jaar geleden. Hij des te meer.

Elk jaar opnieuw staan we erbij stil. 


Met altijd die tompoesjes. 


Zij hield er óók zo van. Ik zie nog voor me hóe ze hem altijd op at. Bovenkant ernaast leggen, eerst de pudding en de bodem en als toetje die glazuurlaag.


Vijfenveertig jaar geleden. Een belangrijk kruispunt in hun én mijn leven.

woensdag 28 december 2016

Spreeuw op bezoek

Mijn hartslag is nog steeds verhoogd.

Ik zit vanavond alleen beneden. Jongste is in zijn kamer, Oudste is bij een vriend en De Baas in Huis is aan het werk. Ik ook. Ik strijk.

Plots hoor ik gestommel in de tuin. Er bonkt steeds iets tegen de schuifpui aan. Als ik die kant op kijk, zie ik Sjors kleine rondjes rennen. Dan weet ik hoe laat het is. Hij heeft iets gevangen. Ik neem aan een muisje. Ik denk dat het een slim muisje is, want hij laat de kat rennen en is dus nog niet definitief gepakt.

Ik bedenk dat ik Sjors ga laten schrikken en hoop dat muis gebruik van dit moment maakt en ongezien de benen neemt. Als ik de schuifpui met veel kabaal open, wordt direct duidelijk dat de vlieger niet op gaat. Er plopt iets zwarts naar binnen, duidelijk groter dan een muis. Nee hè, toch geen rat? Sjors plopt er achteraan. Nu zitten ze samen binnen. Lekker gedaan Sjaan.


Ik gluur de hoek in waar het beest is gaan zitten en zie tot mijn verbazing dat het een vogel is. Een vogel? Waar heeft ie die dan vandaan? Het is altijd gezellig vogel-druk in onze tuin, maar nooit als het donker is. Dan heb ik er echt nog nooit eentje gezien.


Sjors maakt geen haast, maar zit Vogel op zijn gemak te observeren. Ik doe hetzelfde en vraag me af hoe 'kapot' hij is. Want wat moet ik er dan mee? Binnen geen overlevingskans met Sjors op zijn hielen en buiten eigenlijk ook niet. Wanneer ik meubelstukken verplaats om Vogel ruimte te geven, zie ik dat hij zich vrij makkelijk over de grond verplaatst. Ik besluit Sjors de kamer uit te jagen en sluit hem op in de gang. Wanneer ik nog meer ruimte vrij maak rondom Vogel, slaat hij zijn vleugels uit. Ja, hij doet ut!


Hij vliegt van voor naar achter en neemt plaats in de kerstboom. Ik probeer hem richting schuifpui te sturen, maar daar snapt hij niets van. Hij vliegt heen en weer en maakt tussenlandingen op het toetsenbord, het aanrecht en ploft ook midden in de kerststad neer. 


De verwarming zet ik uit en ik klap het keukenraam wagenwijd open. Nu is er voor en achter in de kamer een ontsnappingsmogelijkheid. Maar ik vergeet dat ik de lichten uit moet doen, als ik wil dat Vogel één van deze uitgangen neem. Wanneer hij op het gordijn gaat zitten, is hij maar tien centimeter verwijderd van zijn vrijheid, maar hij ruikt en voelt dit blijkbaar niet.


Na een half uur denk ik 'dit gaat me nooit lukken'. Hij is snel, beweeglijk en ik durf hem niet te pakken. De Baas in Huis is nog lang niet thuis, ik krijg het koud en word gek van het continue gejank en geklaag van Sjors van achter de deur.

Dan denk ik aan Buurman-collega en ik stuur hem een berichtje. 


Hij reageert direct en is bereid hier de held te komen uithangen. Als hij uitgelachen is, heeft hij hem met behulp van een theedoek snel te pakken. Vogel houdt zich heel rustig en laat zich goed bekijken. We zien geen verwondingen.
In de tuin spreidt hij zijn handen. In plaats van uit te vliegen blijft Vogel op zijn gemakkie om zich heen zitten kijken. Als wij beginnen te twijfelen, of hij misschien toch gewond is, strekt hij zijn vleugels en vertrekt. Over de coniferen, de wijde wereld in.


Je máákt wat mee op een gewone woensdagavond.............

dinsdag 27 december 2016

Tweede Kerstdag

Wàt lagen we laat in bed gisteren. Maar voor vandaag maakte dat niets uit. Geen afspraken, geen tijden om ons aan te houden, dus lekker uitslapen allemaal. Iedereen had er zin in. Dat was dan direct onze enige gemeenschappelijke interesse deze dag.

We kregen de heren nergens toe gemotiveerd. Geen kerstontbijt aan tafel, geen spelletjes, geen ommetje, geen pannenkoekjes bakken. 

Nou, daar hadden wij geen boodschap aan. Dus trokken we ons eigen plan.


Begin van de middag reden we naar Vlaardingen, en parkeerden we de auto bij de Krabbeplas. Er was daar een cacherondje uitgezet. Precies iets voor ons op deze dag.


Strakblauw, zonnetje, maar we waaiden uit ons hempie. Met de wind tégen, was het verrekte koud.

Héérlijk was het. We vonden negen van de tien caches en daarbij vonden we ook negen bonusletters. Als het ons zou lukken een rekensommetje op te lossen, kregen we nog een coördinaat als toetje.


Geen heel simpel sommetje trouwens. "Zullen we even in de auto gaan zitten, om het op te lossen?", vroeg hij. Wàt een slecht plan zeg.

Vijf minuten later zaten we in het Paviljoen aan de wijn en bitterballen. Béter plan, al zeg ik het zelf.


Toen alles op was, verscheen er zowaar een coördinaat op papier, dat er heel acceptabel uitzag. 


Na het betalen van de rekening, gingen we op pad voor deze laatste etappe. Weldra zagen we een bekende verstopplek aan een boom hangen. Ja hoor, bingo! Met creatief nadenken lukte het ons het cijferslot te openen en konden we inchecken in dit TravelBug Hotel. 


Snel vergeten die term, als je zelf geen cacher bent. Ik kan je trouwens wél aanraden er één te worden. Maar daar gaat het nu even niet over.


Thuisgekomen stonden deze groene jongens op ons te wachten. Opa had ze bij ons achtergelaten en oei oei, wat waren ze lekker.


We verdeelden nog wat cadeautjes en openden met elkaar het kerstpakket van De Grote Baas.

Daarmee sloten we deze twee fijne dagen af.

maandag 26 december 2016

Eerste Kerstdag



Kerst, zoals Kerst al járen door ons gevierd wordt. Met een flink aantal vaste ingrediënten. Juist die voorspelbaarheid maakt dat we het alle zes elk jaar weer een feestje vinden.



Zo brengt Opa altijd de Kersttaart mee, dit jaar in de vorm van een kerstboom. 
De marsepeinen gebakjes waren voor de avond. Tegen beter weten in. 
Want bij de avond-koffie is er natuurlijk niemand, die nog een taartje wegstouwen kan.



Geinige Kerstsloffen hè?



Dit is Kerst tweeduizendenzestien. Vijf mannen, allen turend naar een scherm. 

Maar dat is een moment-opname hè. Want anders kan iedereen net zo goed in zijn eigen huis blijven.



Deze twee mannen bereiden hun zomervakantie voor. Ze hebben grootse plannen. Ze willen met elkaar én (mijn) Broer een week naar Noorwegen. Opa laat alvast één en ander zien, om te toetsen of Jongste dit iets gaat vinden. Ja dus, want hij wordt er enthousiast van. 
Hoe gaaf is dat. Samen met je oom en Opa op vakantie. Onuitwisbare herinneringen maken.



Over de maaltijd hoef ik niet na te denken. Gourmet. Vaste prik. Ze willen niet anders.



Nog zoiets. IJsjes in de vorm van een sneeuwpop, eland of pinguïn. Elk jaar komen ze op tafel, vanaf het jaar dat ze van de speen af waren.



Dan willen ze een oude foto opnieuw maken. We moeten er even geduld voor hebben, want op de achtergrond loopt steeds iemand - nietsvermoedend - door het beeld. Maar het lukt.

Kijk. Deze is uit tweeduizendentien. Zes jaar geleden nog maar.




Na het eten storten we op ons op de stapel cadeautjes die onder de Kerstboom liggen. Het is al tien uur geweest voor we er aan beginnen. Het dreigt een latertje te worden.



Het is zó leuk om te zien wat iedereen voor verrassingen voor elkaar heeft.



Jongste krijgt een dooie cavia. Oh nee, het is een keepershanddoek.



Hij had aangegeven dat hij van Opa wel een Kerstboomhanger wilde krijgen, in de vorm van iets dat symbool staat voor hen beiden. Het wordt een olifant, hoe kan het ook anders, als je Opa Olifant genoemd wordt.

Het krijgen van Kersthangers is ook iets, dat elk jaar terugkomt. Als de heren ooit het huis uit aan, krijgen ze elk een doos vol mee. Jaar voor jaar bij elkaar gespaard, vanaf hun allereerst Kerst bij ons.



Op verzoek van hem maak ik deze foto. In de wereld van Gamers schijnt dit een heel duidelijk statement te zijn. Iets met dat drankje en de Doritos samen. Het zegt ons niets, maar de jongens moeten er vreselijk om lachen.



Er komt geen eind aan de reeks pakjes.



Een paar uur zijn we er zoet mee.



Opa krijgt veel leesvoer.



Hij een droog regenpak en dubbelcd van zijn meest favoriete artiest van dit moment. 
Ik krijg jeuk van deze muziek, maar ieder zijn smaak hè?




Oudste krijgt allerlei darts dingen.



Tussendoor leren ze de Opa's de Dep.




Aan Opa laten we zien dat je heus wel in supermarkten griotten kan kopen.



En de jongens krijgen elk hun eigen theedoek.



Ook ik word verwend.



Met allerlei spulletjes, die ècht bij me passen.



Mooi, zo'n voorspelbare dag. Om één uur sluiten we hem pas af. Ik hoop er nog velen mee te mogen maken.