woensdag 31 december 2014

Balanceren, op het randje.



Zo op het randje van 2015 heb ik nog net de tijd om terug te kijken.

Het viel me niet mee, de afgelopen maanden. Een somber dagje is niet zo raar. Maar dat sombere werd donkerder en donkerder. En de dagen regen zich moeizaam aaneen. Weken zelfs. Maanden.

Jarenlang was mijn reactie "Gezond en Gelukkig!", wanneer iemand mij vroeg hoe het dan toch met me ging. Hier draait het voor mij om. Als dat goed zit en in balans is, gaat het dus goed, ongeacht de hobbels en bobbels die ook ik altijd wel op mijn pad heb.

In de zomer veranderde mijn tekst in "Niet Gezond, wél Gelukkig". Wonderwel voelde ik me daar heel OK bij.

Maar ergens, op de grens van september naar oktober veranderde er iets. Of eigenlijk, van alles. Langzaam. Ik had het in eerste instantie niet eens echt door. Beetje bij beetje trok de kleur weg uit mijn leven en maakte plaats voor zwart en somber.
Ik keek wel. Het kijken naar mooie dingen is zo'n vast onderdeel van me geworden. Ik keek wel, maar ik zag het niet meer. Ik merkte het, om me heen merkten ze het.
Ik probeerde eerst uit alle macht positief te blijven, me te vermannen, het te analyseren, op te lossen. Want ja, zo ben ik ook. Maar dat ging dit keer niet werken. 
Dan maar relativeren, me erbij neerleggen, begrijpen en accepteren. Het gaat weer voorbij. Ooit.

"Gezond, maar Niet Gelukkig". Dat klonk en was heel erg niet fijn.
Confronterend ook. Normaal gesproken zo vrolijk en dansend door het leven. Een bofkont. Overal oplossingen. En dan opeens nergens zin in. Alles kost energie. Moe. Zwaar zeer lijf. Overal problemen. De lichtheid veranderde in zwaarte. Een onrustig gevoel in mijn lijf, alsof er onraad nadert. Een dikke dichte mist in mijn hoofd. De hele ellende. 
Ik trok me terug en zwoegde me door de dagen heen. Ik herkende mezelf niet.
Sprak mezelf toe. Wat heb jij nou te miepen? Kijk toch eens hoeveel moois er is. Ik kan je zeggen, dat helpt niet echt.

Ik heb kansen laten liggen, maar daarmee hield ik mezelf overeind. Ik deed wat ik kon.
Inmiddels is het vlammetje van binnen weer aangewakkerd. Ik merk het en koester het. Alsof mijn zintuigen weer aan zijn gezet. Nog even, en ik ben er weer.

De afgelopen maanden heb ik gemerkt dat ik zo ontzettend bof met alle lieve mensen om me heen. Onverwachte bezoekjes, lieve berichtjes, kaartjes, een arm, bezorgde appjes, ongeruste mensen, bloemen. Het was lief en fijn.

Ik wil ook in plaatjes nog even terug kijken. Want ze zijn er. Veel minder dan anders, want ook dat interesseerde me geen jota. Ik zàg ook niets de moeite waard om een toestel voor te pakken. Wat een gedoe. Toch heb ik er wel. Ze komen er aan.