donderdag 28 maart 2013

Deze week

Buiten mijn raam is het grauw en grijs, en het sneeuwt. Het SNEEUWT. Het is 28 maart, en het sneeuwt. Ik hou van sneeuw hè - maar je kan het ook overdrijven. Volgens de kalender heeft de winter afgelopen week plaatsgemaakt voor de lente. Maar dat is dus theorie. Blijkt.

Ik ben dankbaar voor gezellige avonden, naderend voorjaar (oh, wat ben ik daar aan toe), zoons die zo nu en dan weer goed met elkaar op kunnen schieten, mijn energie die langzaam weer terugkomt en voor Juffen.

Ik leer keer op keer dat je moet zeggen waar je in gelooft, zelfs als je stem begint te trillen.

In de keuken ruikt het lekker, naar de worstenbroodjes die ik vanmiddag bakte voor de Ei-Tea van school.


Ik draag een flodderend zwart shirt en vest, eeuwen geleden voor 7 euro gekocht bij het Kruidvat. Jaja - W. mazzelt maar met mij ;-).

Ik maak eten. Elke dag maar weer. Ik realiseer me dat ik het gewoon niet zo leuk vind om te doen en dat geeft me het idee dat het heel veel tijd kost. Als we met zijn vieren zijn sloof ik me zo'n 2x per week uit en maak iets bijzonders. Ja, op mijn niveau dan hè. Aan de jongens is het niet besteed als er geen P in het recept voorkomt. Dus vandaag eten we met drie gewoon spinazie en sla.

Ik ga morgen uit eten bij mijn tante. Samen met twee gezellige nichten. Zo'n zin in!

Vanmiddag fietste ik nog even op en neer naar de Vlaardingse Molen om voor haar een speciale cakemix te kopen.


Ik haalde zojuist de doos met Paasspullen van zolder. Er staat hier al een hele week een vaas met witte Paastakken zonder-iets-erin. Mensen van de styling zouden er tranen van in hun ogen krijgen.


Ik hoop dat het maandag een leuke middag wordt bij het 125-jarige SPARTA.

Ik hoor boven het geluid van dartspijltjes. En ik hoop dat hij nog ergens vandaag tijd vrij kan maken voor zijn huiswerk. Als het niet teveel gevraagd is tenminste.


Ik was deze week hartstikke trots op de rapporten die ze mee naar huis brachten. Wat hebben ze hard gewerkt en wat een verschil met de vorige versies.


Van de mentor hoorde ik dat ze mijn Oudste een heerlijke vent vindt, maar ook wel een enorme oliebol, omdat hij altijd van alles kwijt is en vergeet. Ze kent hem al goed.


Ik verheug me samen met Jongste op The Passion die vanavond uitgezonden wordt. Een pracht programma.

In huis staan bakken viooltjes. Ik had ze heel dringend nodig. Maar ze kunnen het koude weer van nu helemaal niet aan. Vanochtend ontdekte ik dat ik ze gisteravond vergeten was binnen te halen, dus moesten ze aan het infuus. Inmiddels gaat het weer redelijk OK met ze. Ik ben daar blij mee.


Ik regelde een slaapplaats in een Bed en Breakfast in Rolde, omdat mijn neef in juni gaat trouwen. Nu verheug ik me op een minivakantie van twee dagen. Alleen ik en mezelf.

Ik denk deze dagen weer veel aan haar. Morgen is haar geboortedag, maar ze is inmiddels al 5 1/2 jaar niet meer hier. Het was een ingewikkeld proces van ziek zijn, behandeling, afscheid nemen en dood gaan. Er waren veel dingen die ik graag anders had gezien. Haar en haar dochters anders had gegund. Maar ik moest het accepteren voor wat het was, want het was niet mijn proces. Wel een voorbeeld. Van hoe ik het zelf heel graag niet zou willen. Het gemis is er nog steeds.

zaterdag 23 maart 2013

Mazzel-ventje

Hij is tegenwoordig wel in voor een prijsvraag.

Vooral sinds hij een jaartje of twee geleden, zomaar durfde te bellen naar Radio Schiedam om zijn uitslag van een EK Voetbalwedstrijd door te geven. En hij de week erna de meneer-die-hij-toen-aan-de-telefoon-kreeg-en-hem-in-de-uitzending-haalde, zomaar door onze wijk zag fietsen. Het kon helemaal niet meer stuk toen die meneer ook nog wist dat hij deze Wessel aan de lijn had gehad.
Het begon te voelen als een soort van familie. Zo van, wij kennen elkaar.

Sindsdien luistert hij graag in het weekend met zijn vader naar de uitzendingen van de lokale omroep. Niet in het minst omdat er steeds meer mensen te horen zijn die hij of zijn vader kent.

Voorlopig hoogtepunt was de verloting én de winst van een vuurwerkpakket aan het eind van vorig jaar. Zonder schroom belt hij als de oproep gedaan wordt en doet hij zijn woordje voor het oor van héél....... uhhh Schiedam. Dat zijn broer dat gedoe allemaal maar heel genant vindt, boeit hem niet.

Afgelopen februarivakantie moest er een vraag beantwoord worden en terwijl Pa het antwoord opzocht, belde hij alvast het nummer. Hij kent het inmiddels uit zijn hoofd. Het gesprekje dat volgde was behoorlijk persoonlijk, want de beste man in de studio wist te vertellen van welke club zijn vader lid was én dat er Sparta-volgers bij hem in huis woonden. Hij werd uitgeroepen tot de dagwinnaar en op vrijdag deed hij met de andere dagwinnaars van die week mee met de verloting van een taart.
Moest ie wel om half twaalf naast de telefoon zitten. Alle plannen gecanceld en ja hoor, vrijdag om half twaalf gíng de telefoon. Zijn naam was uit de hoge hoed gekomen.


Hij was zó blij. Gewonnen had ie!





Inmiddels is het maart. In plaats van de lente waar we zo naar uitkijken is het ijzig koud buiten met een venijninge wind. De schoolweek zit er op, alleen nog een uurtje naar de judo zo meteen. Hij heeft allemaal leuke plannen dit weekend, want de kermis staat in het dorp. En kermis staat toch wel in zijn top 5 - leukste dingen ooit.
Dan komt zijn vader ineens het huis binnenstuiven. Wat is er, wat is er? Ik denk, die heeft het of erg koud of hij moet héél nodig. Met 1 hand trekt hij "zijn oortje" uit en roept hem toe: snel, bellen, ze verloten een kermispakket.
Vijftien tellen later stond hier een heel blij ventje op en neer te springen. Gewonnen!
Geen idee wat het inhield dat pakket, maar na het eten vertrokken we richting studio om het op te halen.


Het overtrof zijn stoutste verwachtingen.


Of ie ook nog een broertje had? "Nee" zei-tie. Moet je niet zeggen joh, fluisterde de man achter hem in. "Maar wel een broer!"


Dat leverde hem alle 3 de prijzenpaketten op die er nog over waren van die dag.


Als bonus mocht hij ook nog even zitten achter de microfoon.


Op de terugweg naar huis wipten we alvast bij de kermis langs om te kijken voor welke attracties hij nu eigenlijk kaartjes had gekregen. In alle staten was ie, toen hij ontdekte dat hij wel 6x gratis in de botsauto's kon, in het doolhof, 4x in de Trip, 5x in de Deca Dance en dat hij ook de buurjongen nog blij kon maken met draaimolen- en buggykaartjes. Drie-en-dertig vrijkaartjes in totaal.


Drie bonnen voor een zak oliebollen zaten er ook tussen. We haalden het eerste zakje direct op, voor bij de koffie. Ik vermoed dat we de eerste klant waren van die dag. Hij moest er duidelijk van af. Hij bleef prikken met die vork en zo kwam het dat we met 16 oliebollen thuiskwamen. Lekker dat ze waren, mmmmm!



Een blij Mazzel-ventje. Dat is ie.

zaterdag 16 maart 2013

Februari gezien door Gio

Maart roert zijn staart.
Ook afgelopen week heeft het gesneeuwd. Gewoeid. En is het tot huilens toe koud geweest.
 
Het is half maart en het SNEEUWT. En ik hou van sneeuw hè - maar je kan ook overdrijven.
Ik ben ongelofelijk aan voorjaar toe. Maar ja. Wie niet?
 
Het is nog niet zo ver. Daarom nog maar even terugblikken. Op februari.
 
 
Daar gaan ze, hoppa de prullenbak in. Vanaf Barcelona hebben ze me door menig kilometer over de weg heen geholpen. Maandenlang gingen ze mee. Vele malen langer dan de voorgangers. Maar nu zijn ze echt op. Jammer.
 
 
Zomaar ineens. Grote hagelstenen. Het begin van nog veel meer winter-ellende.
 
 
Knutselwerkje van Jongste.
 
 
Elke dag stopt hij er eentje diep weg in zijn broekzak. Gekregen van Mariëlle. Ze praat met hem. Helpt hem. Luistert naar hem. Gelooft in hem. Goed spul, die muntjes.
 
 
Kijk dan, ontluikende lente in de achtertuin.
 
 
Eindelijk gevonden: de Cache van Zippo. Dicht bij huis en vanaf de zomer heeft hij ons bezig gehouden. Maar de aanhouder wint en dus vonden we hem. Toch nog.
 
 
Valentijnscakejes.


Deze dag rende ik mijn afstandsrecord. Een pokke-eind vind ik het. Voorlopig heb ik mijn grens wel weer gevonden.

 
Op school was er een afvalproject. Vandaag was de presentatie. Ik vond de lamp prachtig, gemaakt van bodems van plastik flesjes.
 
 
 
 
Zijn trots. Gaaf effect met minimale rommelspulletjes. Wall-E.
 
 
Met Mo deed ik een rondje Delft. Op onze inmiddels bijna vaste stek voor het raam, genoten we van de lunch.
 
 
's Avonds mocht ik ook nog met Jongste op stap. We zagen de waarschijnlijk beste seizoenswedstrijd van Sparta: 6-1.
 
 
Stoer, niet? Mijn startbewijs voor Rotterdam is binnen. Nog 4 weken vanaf nu.
 
 
Ik maakte een IJzerkoekjestaart. Het resultaat was om meerdere redenen niet wat ik ervan verwacht had. Was dat erg? Welnee. Hij was zo opgesnarft, dus er was toch wel iets goeds aan.
 
 
Twee babytjes. Twee cadeautjes.
 
 
Hij wilde er persé bij zijn. In de Broekpolder vonden we onze 200e cache.
We vierden het met..................taart, uiteraard.

We hadden een weekje vakantie. Oudste bracht hem grotendeels horizontaal door. De stakker was flink ziek.


Op dag 6 kreeg ik een SMS binnen terwijl ik in de supermarkt liep. Dat ie wel zin in patat had. De 6 dagen daarvoor had ie geleefd op 2 toetjes en een paar glazen water. In totaal dus. Mijn reactie: Is goed. Kan mij het schelen.
Hij werd er heel blij van, maar na een frietje of 10 kon ie niet meer. Maar ja, beter iets dan niets. je moet ergens beginnen.


 
Met Jongste ging ik onder andere naar Miniworld in Rotterdam en naar de bioscoop.
 
 
Mjammie.
 
 
Een instinkertje in Ommoord. Geen reclameplaatje, maar een cache verstopt in een nep-plaatje.

maandag 11 maart 2013

Nu mag het wel klaar zijn.

Kijk dat hele concept van winter, dat heeft natuurlijk best zijn charme. Kou, met een helderblauwe lucht en een stralende zon, heerlijk. Wakker worden en verrast worden door in de nacht gevallen sneeuw, prachtig. Schaatsen op pikzwart, spiegelend ijs, super.
Maar nu alles van dit lijstje afgevinkt is kunnen we wat mij betreft door naar het volgende seizoen.
Meer voorstanders hier?

vrijdag 8 maart 2013

Gemiste kansen

Hée moedertje,


Vandaag is een rare dag. Je zou 64 zijn geworden, als je nog had geleefd. Ik had het over je met mijn (onze!) Oudste - je overleed toen hij 0 was, dus je bent al bijna net zo lang weg als dat hij tot nu toe heeft geleefd.
Ik kan me je bijna niet voorstellen als 64. Vierenzestig... toen je 52 zou zijn geworden, 53, 54, toen groeide je in mijn gedachten nog mee. Daarna werd dat steeds moeilijker, tot je uiteindelijk stil bleef staan in de tijd - voor eeuwig éénenvijftig.

Ik denk met regelmaat aan je. Ik mis je nog steeds. Het wordt wel anders, met de tijd. De kwaadheid is eraf. In het begin was ik heel boos op de wereld. Een onredelijk soort boosheid was het, maar ik kon het niet helpen - al die verzorgingstehuizen vol stokoude mensen die dolgraag wilden sterven, en jij moest zomaar gaan, in de na-zomer van je leven. Al die gevangenissen vol criminelen die zomaar doorleefden alsof het allemaal maar normaal was, terwijl hier, in ons gezin, hele slechte dingen gebeurden met hele goede mensen... de onrechtvaardigheid was lastig te verteren.

Ik zei al, erg realistisch was mijn woede niet. Maar ja, zo gaat dat met rouw, geloof ik.
Ondertussen heeft het wel een soort van plaats gekregen. Weet je, het is een beetje als een litteken ergens op je lichaam. De wond is dicht. Er loopt allang geen bloed meer uit. Er is niets meer ontstoken. Alles is netjes geheeld. Maar het litteken zit er nog, ergens waar niemand het ziet. Je ziet het zelf ook niet, tenzij je oog er per ongeluk op valt. Maar als je het aanraakt, dan blijft het voor altijd gevoelig.

Er is ondertussen meer een gevoel van... jammer. Een gevoel van gemiste kansen. Ik vind het zo zonde dat er zoveel is dat je nooit hebt meegemaakt. Ik ben moeder geworden. Heb twee kinderen gekregen. Ze weten van je bestaan, ik heb ze van alles over je verteld. Je zou een geweldige oma zijn geweest. Soms stel ik me voor hoe je omgegaan zou zijn met mijn jongens, en dan moet ik glimlachen. Het zijn zulke leuke kinderen. Je zou zo trots op ze zijn geweest.


Zoals ik al zei, je bent nog regelmatig in mijn gedachten. Bedenk dan wat jij allemaal voor commentaar zou hebben op wat zich binnen de familie afspeelt momenteel.

We waren een eenheid, jij, Pa, Broer en ik. We hoorden bij elkaar. Nu kijk ik naar mijn eigen gezin. Ik zie hoe onze jongens opgroeien zoals wij dat deden, met zijn tweeën naast elkaar. Op dagen als je geboortedag realiseer ik me hoe onwerkelijk het is wat er is gebeurd. Hoe groot de leegte is als een moeder in een gezin weg komt te vallen. Ik moet er niet aan denken. Ik kan er niet aan denken.

Maar ik denk wel aan jou, nog steeds. Het is waar, wat je af en toe in de krant boven rouwadvertenties ziet staan: je bent pas echt weg als je bent vergeten.




Maar maak je geen zorgen, hoor.
Dat laat ik bij jou nooit gebeuren.


Veel liefs,

Je dochter



woensdag 6 maart 2013

Goed volk

We waren aan het fietsen gisteren.
Snuffelden aan het voorjaar.
Eerst een kilometer of acht, tot in Schipluiden. Daar vonden we onze eerste twee caches.
We vervolgden onze weg naar de buitenpolders.

Hier stalden we onze fietsen. Bij De Hodenpijl. Een unieke plek in het groene Midden-Delfland.



Er hangt daar een bijzondere sfeer, daar bij dat prachtige kerkje.
Daar komen natuur, cultuur, kunst, gezondheid en welzijn bij elkaar.
Er is een biologisch restaurant, waar je kunt genieten van lokale producten, maar ook een stal en moestuin. Je kunt er in de tuin koffie drinken, met iets erbij. Biologische cake bijvoorbeeld.
Er worden lezingen gehouden, maar ook workshops en concerten.

De tuin, de cake en het concert had ik al eens gedaan.
Maar vandaag hadden we er een cache-missie.
"Volg het touw", was de opdracht.

Via de achterdeur glipten we naar binnen. Het was er duister, velourse kleden, mysterieuze muziek. De binnenruimte van de kerk was met een zwart gordijn afgeschermd en het touw leidde ons naar een trap. Hoger en hoger gingen we.


"Ik waan me in een opdracht van Wie Is De Mol", hoorde ik Wim mompelen.


De brede trappen werden smalle steile ladders. Helemaal boven in de nok vonden we wat we zochten. Wat een gave plek en prachtig uitzicht!

We vervolgden per fiets onze route. Het was heerlijk in de polder.
En toen ineens was het daar. Een schaap. Een groot, prachtig, sterk, bruin schaap.
Maar wel een schaap op zijn rug, dat met geen mogelijkheid meer overeind kon komen.
Dát hadden we van 'onze' schapenscheerder geleerd. Draai het beest op zijn rug, zittend op zijn kont en het is als was in je handen. Ligt het eenmaal met de poten de lucht in, is het onmogelijk om op eigen kracht terug te draaien. Het kan de dood van het beest betekenen.

 
Met verbazing keek ik naar de soortgenoten die doodgemoederd aan het grazen waren. Schonken er totaal geen aandacht aan. Negeerden compleet dat daar iemand voor zijn leven aan het vechten was.
Raar volkje, die schapen.

Maar wat te doen? Wim fietste naar de 2 boerderijen het dichtst in de buurt. Niemand thuis.

Hij bedacht zich toen geen moment. De held. Hij gooide zijn jas in het gras, leegde zijn broekzakken en vond een plek om de sloot over te steken.

Het schaap protesteerde niet, toen Wim het terugrolde. Het was ongetwijfeld bang en het had misschien pijn, maar liet het gebeuren en maakte een opgelucht sprongetje toen het met zijn poten het gras weer raakte.


Ik vind dat mooi, die instinctieve mensenkennis die dieren kunnen hebben. Dat ze weten dat jij er bent om de situatie beter te maken, en dat nu alles goedkomt, ook al hebben ze je nog nooit eerder gezien. Hoe ze het vermogen hebben om aan te voelen of je goed volk bent of niet.


Wim is goed volk.

Wist ik ook al zonder schaap, overigens :).