woensdag 20 juni 2012

Dicht bij huis

zondag 17 juni 2012


Tussen alle herfsterige dagen door, was het zondagmiddag ineens verrassend lekker buiten.


De mannen gingen een paar uurtjes naar Honkbal - naar Neptunus.


En ik pakte mijn fototoestel, deed mijn stappers aan en reed naar De Kralingse Plas.


Zo vlak bij huis. Binnen een kwartier met de auto, was ik er.


Nog nooit eerder gedaan. Gek toch.


Zo vlak bij de hektiek van de stad, een zee van ruimte.


Ruimte die ten volle benut wordt, door mensen zoals ik, die even de drukte willen ontvluchten.


Ik zag er wandelaars, skaters, veel - heel veel joggers, iemand te paard, honden-uitlaters, fietsers, vissers, boekje-lezers, spelende kinderen, verjaardag-vierende-gezelschappen, bbq-ers, zeilers, dromers, surfers, terras-zitters en luierende mensen.


Heerlijk. Zoals de zondag bedoeld is. Rustdag.


 Ik liep de 5,77 kilometer rondom de plas.


Vaak stond ik stil. Om me heen turend, foto's makend.


Anderhalf uur sjokte ik zo rond.


Tempo van een slak.


Maar ik word er lekker rustig van.


Zo, ik ben klaar voor de nieuwe week!

 






woensdag 13 juni 2012

Waterweg Beweegt

zaterdag 2 juni

Een kwartaal geleden, zo rond half maart, begon ik met leren rennen.
Ik vond er nooit wat aan. Dat zwoegen en je zelf voortslepen. Ik vervloekte iedere stap. Zie je wel, dacht ik dan. Ik heb gewoon gelijk. Al die rennende mensen zijn niet goed bij hun hoofd.



Toen begon mijn lijf te kraken en zocht ik naar een manier om meer te sporten en mijn conditie te verbeteren. Ik was serieus in matige conditie. En dat wist ik altijd al wel, maar ineens wist ik het echt. Ik kan het niet uitleggen - er zijn zoveel dingen die je Heus Wel Weet. Zoveel kleine of grote destructieve gewoonten waarvan je weet dat je jezelf ermee tegenwerkt, maar die je toch niet laat, omdat wat je weet zich vooral ophoudt ergens in je achterhoofd. Ergens ver weg in een wolk van andere dingen die je ook nog bezig houden.
Ineens trok mijn wolk weg. Ik wilde meer sporten. Zonder verplichtingen. Zonder afspraken. Zo kwam ik uit bij rennen. Ja - ik.


Ik ontmoette Evy en haar MP3 lessen. En ik vond een appje dat Endomondo heet. Er zijn een heleboel van dit soort programmaatjes, en ze werken allemaal even goed.
Samen met Evy ging ik beginnen. Toch rennen. En verdomd, ik ging het lollig vinden. Dit was mijn kans om weer eens iets nieuws te leren. Ik zag ineens de uitdaging en besloot hem aan te gaan.
Evy bouwt heel langzaam je trainingsschema op. Ze doet dat prima.
Toch gaan mijn knieën regelmatig in protest. Ik ben dus ook nog lang niet zover dat ik
5 kilometer onafgebroken rennen kan. Inmiddels is mijn hart het met mijn hoofd eens en heb ik me daar bij neergelegd.


Een paar weken geleden besloten we ons als gezin in te schrijven voor Waterweg Beweegt. Een thuiswedstrijd. We zetten niet hoog in, maar gingen het met zijn allen doen.
We kozen de 1 km. en de 3 km. Het ging om het meedoen. Samen.
De verdeling was niet moeilijk. De 1 was voor Jelmer te kinderachtig en de 3 voor Wessel te ver. Omdat geen van hen te motiveren was om alleen hun rondje te rennen, maakten we koppeltjes. Mijn knieën kozen zonder twijfel voor de 1 km.



Het ging er officieel aan toe. We kregen een startnummer, polsbandje en een chip voor op onze schoenen of om onze arm. Het deed zomaar suggereren dat we echte sporters zijn, heuse hardlopers.


Tot onze verrassing kwamen we B. tegen, onze voetbal-bierdrink-fotograaf-wathebjehetafgelopenhalfjaarveelmeegemaaktvriend tegen. Hij maakte een foto van ons. Samen. Als gezin. Nu heb ik foto's in overvloed, maar van ons samen.................nee, die zijn zeldzaam. Dus deze koester ik.


We werden opgewacht door de fanfare. We voelden ons erg welkom. Tja, elke loper is er één, bleek later.


We verzamelden achter de startmat en om even na 11.00 uur vertrokken we. Allemaal tegelijk. Het duurde maar even. Eerst viel het jongetje voor me op zijn snufferd en moest ik hem van de startstenen plukken. Toen ik daarna de sprint inzette om Wessel bij te halen, kwamen ze allemaal alweer terug. De route bleek niet goed aangegeven te zijn en iedereen was na 200 meter al verkeerd gelopen. We mochten opnieuw starten.


Maar Wes bleek zijn kruit al verschoten te hebben. Toch liepen we ons rondje, samen. Hij hoefde onderweg maar één keer te wandelen, de kanjer.


Hij sleepte zichzelf richting finish. KOM OP! JE KAN HET! Met het zicht op de haven perste hij er een eindsprint uit. Gelukt.



Helemaal stuk zat ie.



Inmiddels begonnen Wim en Jelmer aan hun 2e ronde.

 


Bij het ingaan van de 3e en laatste kilometer, was Jel wat achterop geraakt, omdat hij ook even gewandeld had.



Om hem zijn laatste rondje er doorheen te helpen, liep ik met hem mee. Hij hield vol. Rende non-stop door. "Ga maar jongen, rennen, ik hoef niet meer over de finish. Rennen maar!"


Ik voelde trots. Hij had niet opgegeven. Hij had meegedaan. Vrijwillig. En hij haalde het - makkelijk.



Er volgde een heuse prijsuitreiking. Die was hilarisch. Mijn beide 3 kilometerlopers mochten het podium beklimmen.


Ze werden n.l. eerste en tweede op deze afstand en kregen uit handen van de wethouder beiden een bos bloemen en een beker.


Als ze minder hard hadden gerend hadden ze de prijzen trouwens ook wel gewonnen. Ze zijn namelijk ook laatste en éénnalaatste geworden. Ofwel: er waren maar 2 mannelijke deelnemers op deze afstand.


We hebben er de hele dag nog hartelijk om gelachen.

Het was een dag met een gouden randje. Deze dag was van ons samen.

zondag 10 juni 2012

Familie Weekend

11, 12 en 13 mei 2012

'Hé, gezellig dat jullie er ook al zijn.'
'Hoe komen we nu aan de sleutel?'
'Heeft er iemand zin in jus d'orange?'

~ bijpraten onder de sterrenhemel ~

'Wat is het nog lekker om buiten te zitten zeg."
'Wil jij ook iets drinken?'
'Zou Aad nou ook komen dit jaar? Dat zou wel erg leuk zijn, niet dan?'

~ de traditie van de zelf gemaakte taarten ~

'Jij hebt die rumtaart gemaakt, toch? Lekker man.'
'Ja hoor kind, pak maar, die slagroom.'
'Oh, dat boerengolf vorig jaar, weet je nog? Was ook zo leuk.'
'Leuk! Die blauwe broek! Dat moet je meer doen, van die felle kleuren dragen.'

~ de hele bowling was door ons afgehuurd ~

'Mag ik echt hier zelf mijn cola bestellen van mijn eigen bonnen?'
'Hier. Hou die bal even voor me vast, voor zij er weer mee vandoor gaat.'
'Leuk joh, dat bowlen. Dat heb ik al lang niet meer gedaan.'


'Wessel! Goeie strike!'
'Nee zeg, die frikadelletjes heeft mijn vader voor mij besteld.'
'Niet rennen! Jongens, niet rennen!'
Waar is ze nou? Oh wacht, ze loopt op baan 9.'


'Bel jij ze eens, om te zeggen dat ze niet moeten betalen, omdat die slagboom gewoon open staat.'
'Iemand koffie?'
'Weet iemand waar die bezem is gebleven om de bal mee uit de sloot te vissen?'


'Heb je het niet gezien dan? Ze zaten net allemaal achter op die motor.'
'Mam, kom je mee tafeltennissen?'
'Ga dan even boven kijken, daar staan je slippers.'

~ er is altijd wel iemand die met je wil spelen ~

'Pas op, die pan is hartstikke heet!"
'Hier. Hou jij die schaal even vast.'
'Doen we nog een biertje? Die bbq is toch nog niet zover.'


'Pak eens een beker voor die siroop.'
'Heb jij gezien waar ze die DS heeft neer gelegd?'
'Kijk uit! Niks omstoten! Onder de tafel door, je kunt er niet omheen.'
'Eet nog wat, kind. Heb je genoeg gegeten? Eet nou nog wat.'


~ we speelden Ik Hou Van Holland ~


'Ik blijf wel even bij hem liggen. Misschien valt ie dan wel in slaap.'
'Ja, en net zeggen ze dat ik bij die tafel moet zitten. Nu weet ik het niet meer hoor.'
'Als je nu ook eens bij ons begint, is het eerlijker. '
'Hou jij dat kind nou even in de gaten.'


'Ik weet heel veel van films.'
'Als jij je nu alvast uit gaat kleden, kom ik zo bij de douche kijken en neem ik je handdoek mee.'

'Waarom krijgen we dat punt er nou niet bij?'

~ 50 gekookte eitjes op tafel ~


'Geef jij de boter even door.'
'Maak nou niet allemaal nieuwe pakken melk tegelijk open!'
'Weet ik veel. Die slaapt geloof ik nog.'
'Oh ja. Eet smakelijk, allemaal.'


'Wat duurt dat toch lang voor die machine warm is.'
'Staan die kopjes nog niet op tafel dan?'
'Ga jij daarheen? Meid, wat leuk. Waneer dan? En met wie?'


~ en heuse zevenkamp ~

'Dat kan toch niet dat hier helemaal geen emmers zijn.'
'Ja da-hag, zij springen toch ook niet met de hele groep tegelijk.'
'Ik moet nu echt héél nodig. Ik ben even weg.'


'Kijk dan zelf, zij spelen vals.'
'Als je harder trapt, hoef je niet zo te bukken. Ja, je wordt er wel natter van.'
'Geef mij even die pen. Hij ligt daar naast die stoel. Nee, die andere stoel.'
'Mam. Kunnen we niet nog héél even blijven?"



Chaos. Dat is het. Ieder jaar weer. Maar weet je, een moment per jaar hebben, een plek om samen naar toe te gaan is thuis komen, bij familie.
En dat hebben - dat is een enorme zegen.

Ook al praten ze allemaal veel te hard en door elkaar.